m m <E»certelpcbt<®u«cftertft/ Aflevering 182 winter 2013 Een wat lang uitgevallen 'citaat', maar het is een van de meest ongekunstelde en leukste gedichten in deze bundel van een dichter waar we verder geen ander werk van kennen. Nicolaes Antonisz. van der Deelen (1600-1630) 'Nicolaes Antonisz vander deelen' staat in deze lijst genoemd zonder vermelding van een beroep of functie. En dat is niet zo verwonderlijk wanneer we bedenken dat hij op 22-jarige leeftijd Middelburg verliet om theologie te gaan studeren in Leiden. In 1623 werd hij predikant te Stad- aan-'t Haringvliet, in 1629 stond hij in Nieuwerkerk op Schouwen-Duiveland en in 1630 te 's-Hertogenbosch, waar hij in datzelfde jaar op jonge leeftijd overleed. Hij droeg één gedicht bij aan de bundel: 'Liedeken van Cnemon ende Numa', een berijmde anekdote uit de klassieke oudheid met een moraliserende strekking. Hiervoor had hij al een afzonderlijk gedicht gepubliceerd te Middelburg, gedrukt bij Hans van der Hellen in 1621: 'Nissi', geschreven naar aanleiding van de mislukte overval van de Spaanse troepen op 'het eylant van Cadsant'. Titelpagina van de eerste druk van 'De Geestelycke Queeckerijedoor Johannes de Swaef Zeeuwse Bibliotheek /Beeldbank). Adriaen van de Venne (1589-1662) De broer van onze uitgever, Jan Pietersz. van de Venne, is nummer 16 in de rij: 'Adriaen vande Venne, constich Schilder tot Middelburgh'. Over hem heb ik al geschreven in aflevering 2 Nehalennia 178). De Zeeusche Nachtegael bevat twee bijdragen van zijn hand: de 'Zeeusche Mey-klacht ofte schyn- kycker' en een fraaie vertaling van 'psalm C', de honderdste psalm dus. Hij is een van de dichters, en nog wel debuterend, die er in deze bundel uitspringen, een volwaardig dichter met een volstrekt eigen geluid. En daarom wil ik aan het gedicht 'Zeeusche Mey-klacht' en zijn aan de bundel toegevoegde gedichten onder de titel Tafereel van Sinne-mal, geschreven 'inde verdrietighe Winter-avonden' zoals broer Jan in zijn voorwoord schrijft, in een volgende aflevering apart aandacht besteden. JSsnbt ionac planten Des JJeeren/op aatfe Hiorfjten tocröen ©oomeit Der ■Jöemljtiafjepbt/ te» pjpfc bcjs fllberfjooflöfïen cteroeb ban fpuc booj ïjotien cube bet inlau ten befjouömge: <©fte 'Cractaetbanbc Cl)?ifïe!pcfie op Uoebtngöebet Utinbtctu/ tipt Den toooiöe «©oöes iteber-gejtelr/ DOOR Idarnis de SwAir, Sdiool-Meeftcr binneo Middelburgh in Zeeland. tAMSTELREDAM, 3900JMarten lanfzBrand,2&oet& bct&OOyet/ÜJOlieilM nib? (tfnaüe &ttiiet/ bp be flicutoeMmli/ inbc ©ttcfojtnmöe«atecjjifmiw. i<s» i, Johannes de Swaef (1594-1653) Hij wordt opgevoerd als 'Joannis de Swaef Schoolmeester te Middelburgh'. Hij publiceerde verschillende oorspronkelijke en vertaalde boeken, overwegend van theologische en zedenkundige aard. De meeste bekendheid verkreeg hij met zijn boek De Geestelycke Queeckerije van de ionge Planten des Heeren, op datse mochten werden Boomen der Gerechtigheydt, ten pryse des Alderhoogsten, cieraed van syne voor-hoven ende der Planten behoudinge: Ofte Tractaet van de Christelycke op-voedinge der kinderen, uyt den woorde Godes neder-gestelt (Amsterdam 1621). De uitvoerige titel laat aan duidelijkheid niets te wensen over: het gaat hier om een pedagogische verhandeling waarin de kunst van het opvoeden systematisch wordt behandeld vanuit calvinistisch-puriteinse dogma's. Hij is de eerste geweest die in ons land de taak van de zedelijke opvoeding vanuit een bepaalde gezichtshoek, namelijk de gereformeerde met een duidelijk piëtistisch stempel, behandelde en daarmee aan ouders een handleiding verschafte bij hun

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2013 | | pagina 11