JÈ
12 £0
SS
m
3>
Maer, ey-lieve! wat's de reden
Daerom datje my verlaet,
En nu met een ander gaet?
'kHeb doch nerghens in mis-treden,
'kWeet niet dat ick m'oyt mis-ging
In het alderminste ding.
Dickwils heb ick halve nachten
Mijnen slaep om u verlet,
En ghebleven uyttet bedt,
En voor deure sitten wachten,
Somtijts in soo bitter kou,
Dat ickt niet ghesegghen sou.
Quaemje vroech, of quaemje late,
Naer het u wel quam te pas,
Op wat ure dattet was,
'kHeb u altoos in-ghelate,
Noyt en quaemj'om niet ghegaen,
Noyt en bleefje langhe staen.
Alsje dan niet zijt ghecomen,
Stracx soo docht my dat mijn hert
Teenemael ghesloten wert,
Dan soo was ick in-ghenomen
Met een droef en bang gheducht,
Met een jammerlick gesucht:
Dan oock heb ick wel het laken
Van het bedde daer ick lach,
Door mijn weenen en gheclach
Mette tranen nat gaen maken;
Schoon ick my tot slapen ley,
'tWier verhindert vant geschrey.
In een bloemlezing over rederijkerspoëzie zou dit gedicht mijns inziens
zeker een plaats verdienen.
Anonymi
Dit zijn de 'meer andere' dichters die de lijst van medewerkers aan het
begin van de bundel besluiten. Of we ooit te weten zullen komen wie deze
'andere' dichters zijn? Het gaat om een viertal anonieme gedichten die tot
nu toe niet aan een bepaalde naam gekoppeld kunnen worden. Er zijn wel
meer bijdragen niet met volledige naam ondertekend, maar door oplossing
van de initialen, pseudoniemen en zinspreuken zijn die wel te herleiden tot
de in de lijst met name genoemde dichters. Maar dit viertal blijft momenteel
ongekend. Waarschijnlijk, gezien de opzet van de bundel, moeten ze wel
tot de kennissenkring van Cats en de gebroeders Van de Venne hebben
gehoord.
Aflevering 182 winter 2013
Ronald Rijkse (1946; neerlandicus) is oud<onservator Oud Bezit en Bijzondere Collecties van de
Zeeuwse Bibliotheek, thans conservator Handschriften van het KZGW Zeeuws Genootschap).