Aflevering 182 winter 2013 Andere betalingen van wedden: Aan de 'vendant' [verkoper] nog een extra toelage: 5 p. Idem, voor het minuteren [een minuut is het origineel van een ambtelijk stuk] en grosseren [een grosse is een afschrift van een officieel stuk] van deze rekening: 5 s. Aan de heer secretaris van deze rekenkamer, voor het maken van de recueillen [samengebrachte stukken] en extracten [uittreksels] van deze rekening: 6 s. en 8 g. Aan de kamerbode: 3 s. en 4 g. In totaal bedroegen de kosten 376 ponden, 14 schellingen en 10 groten. Korte toelichting Een diepgaande analyse van de rekening is niet noodzakelijk omdat deze goed 'te lezen' is. Een aantal toelichtende opmerkingen zal volstaan om voldoende inzicht te krijgen. Opvallend is het enorme bedrag aan contanten dat George Harriot bij zich had. Dat geld zal de zeerover hebben buitgemaakt bij aanvallen op handelsschepen. Alleen al met die geldsom kon de Admiraliteit de kosten van de gehele operatie gemakkelijk betalen. Daarnaast bracht de inhoud van Harriots scheepskist, vooral dankzij de daarin aanwezige juwelen, nog een groot aantal ponden op. De kosten die voor rekening van de Admiraliteit waren, kwamen voort uit de betaling van personeel, zowel op zee als aan land. We kunnen de personeelskosten indelen in een aantal beroepsgroepen. De grootste kostenpost was ten behoeve van de zeelieden, 140 pond. Zij vormden dan ook de grootste groep werknemers. Ook aan bewaking (cipiers) en ordebewaarders (provoosten) was de Admiraliteit veel geld kwijt, 113 pond. Voor het inzetten van 33 soldaten moest 46 pond worden neergeteld. De persoonlijke declaraties van admiraal Houthain en de kosten van zijn personeel bedroegen samen 37 pond, een aanzienlijk bedrag voor de slechts zes hierbij betrokken personen. Ook de bij de executie en begrafenis ingehuurde Engelse dominee en de donatie aan zijn kerk brachten, in verhouding, hoge kosten met zich mee, 18 pond. De gezamenlijke administratiekosten bedroegen 13 pond. In dit verband betrof het salarissen of vergoedingen voor een klerk, een (juridisch) secretaris, een deurwaarder en een kamerbode. Tot slot toucheerde de chirurgijn 8 pond voor zijn bewezen diensten. Als we alle kosten van de opbrengst aftrekken, komen we uit op een 'winst' van bijna 150 ponden Vlaams, ten gunste van de Admiraliteit van Zeeland. Het in de kraag grijpen van een piraat was vanuit financieel oogpunt gezien zeker de moeite waard. Met ongeveer 200 ponden Vlaams kon je rond 1624 immers een gemiddeld patriciërshuis in het centrum van bijvoorbeeld Middelburg kopen. Zoals eerder opgemerkt, betekende de inname van het zeeroverschip de hoofdprijs. Het is jammer dat daarover niets wordt vermeld in de rekening. Zo weten we niet of deze in de wacht werd gesleept. Gouverneur met maritieme ervaring In 1627 stopte Houthain als admiraal en op 14 juni van dat jaar werd hij

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2013 | | pagina 24