I m r I jf V Nehalennia zomer 2022 nr. 216 19 18 Van de bestuurstafel Een gedenkteken voor Johannes Goedaert Op woensdag 2 februari kwam het bestuur samen in een digitale vergadering. Dit vanwege de corona. En we heb ben spijkers met koppen geslagen. Om te beginnen gaan we na twee jaar een dialectdag houden in Kapelle op zaterdag 15 oktober. In de volgende Nehalennia leest u daarover meer. Verder hebben we contact gezocht met de Vrienden van de Travalje. Deze stichting heeft als doelstelling het bestu deren van de travaljes in Zeeland en die zichtbaar in het straatbeeld te houden. Met het bestuur is inmiddels een gezamenlijke vergadering gehouden en daarin is besloten dat er een boekwerk door hen zal worden uitgebracht dat gebaseerd is op een door onze vereniging uit te brengen vragenlijst over de hoefstal (travalje) en de hoefsmid met zijn gereedschappen. Verder besloten we om onze samenwerking voor dit pro ject tot uitdrukking te brengen door een link op onze site aan te brengen met die van de Stichting Vrienden van de Travalje. Een aanrader om te bezoeken. Op 3 mei was er een bijeenkomst in Middelburg. Daar werd een gedachtenisplaquette onthuld voor de Middel burgse insektenkundige Goedaert. Onze vereniging was daar vertegenwoordigd door onder andere de voorzitter, die een toepasselijk inleiding hield over de betekenis van deze 17e- eeuwse Middelburger. Een aantal bijdragen over Goedaert verschenen in 2016 in ons tijdschrift Nehalen nia, waardoor de basis gelegd werd voor een boek. Uit de revenuen daarvan werd hoofdzkelijk deze plaquette op het Middelburgse Molenwater gerealiseerd. Tenslotte vragen we uw aandacht voor de vragenlijsten. Vanwege de pandemie kwamen er minder ingevulde lijs ten binnen dan gewoonlijk, maar de antwoorden zijn er niet minder om. Er kwamen heel leuke reacties binnen; de moeite waard om ze door te nemen. En wie weet, zetten ze u aan ook uw reacties naar het secretariaat te sturen. Alvast bedankt. Vervolgens kreeg Pau Heerschap, voorzitter van de Zeeuwse Dialect Vereniging, het woord. Hij vertelde dat hij in het begin van 2016 hoofdredacteur geworden was van Nehalennia, het verenigingsblad van de vereniging. Mederedacteur Ronald Rijkse bracht de redactie op het spoor van de publicaties van Kees Beaart. Deze consta teerde dat die artikelen heel interessant waren en besloot er vervolgens vier in het blad op te nemen. Ook de lezers stelden de bijdragen op prijs, zo bleek. De hoofdredacteur stelde zelfs voor om er een boek van te maken, wat aanvankelijk op wat bezwaren stuitte: kon de vereniging de financiële last wel dragen? Uiteindelijk ging bijna het hele bestuur akkoord. Zo werden er sponsoren Na vele jaren van investeren om meer aandacht te gene reren voor de bekende Middelburger Johannes Goedaert, fijnschilder en entomoloog (1617-1668), is het dan eindelijk gelukt om een passend gedenkteken voor deze ontdekker van de metamorfose van insecten op te richten in het Mo lenwaterpark in Middelburg. Vlakbij de plek waar Goedaert in zijn tijd gewoond heeft. Om zover te komen was er een werkgroep samengesteld, bestaande uit de personen Sophie Krier, Prieneke van Hoeve, Ollo Feenstra, Tjeerd Blauw en Kees Beaart, om een en ander te realiseren. De gemeente stemde toe om op de kleine bunker bij de ingang van het Molenwaterpark een gedenkteken aan te brengen, gemaakt van roestend cortensstaal. De firma ‘Brandwerck’ maakte er een fraai gedenkteken van. In de middag van 3 mei j.l. was het dan zover om het gedenkteken te onthullen. Voor de bunker was een plek gecreëerd met stoelen en banken voor de genodigden en belangstellenden. Om drie uur opende Sophie Krier de honderd exemplaren, want Goedaerts werkjes werden ook in diverse talen vertaald. Beaert ging lezingen houden en over Goedaert publiceren. bijeenkomst met een welkomstwoord. Zij had verder de leiding. Als eerste kreeg Kees Beaart het woord. Hij schetste het le ven en de betekenis van Johannes Goedaert. Indertijd had hij in Denemarken bij toeval een boekje met de titel ‘Me tamorphosis’ van deze 17e-eeuwse geleerde ontdekt. Zijn leven lang kweekte deze maden en larven op en beschreef en beeldde nauwkeurig af wat hij waarnam. Goedaert be schreef als eerste de metamorfose van insecten en gaf veel soorten een Nederlandse naam. Met zijn publicaties in woord en beeld bevorderde hij de belangstelling voor in secten en gaf hij de aanzet tot verder onderzoek. Veel door hem gemaakte tekeningen kleurde hij zelf in. Kees Beaart raakte gelijk gefascineerd door het werk van Goedaert en begon werk van hem te verzamelen, zo’n Mijn vader was in de dertiger jaren landarbeider bij een boer. Hij verdiende daar in de zomer negen gulden en in de winter zes gulden. Dus vond hij het noodzakelijk om in zijn vrije tijd wat bij te verdienen. Zo begon hij met het uitleuren van kaas en vis. Het betrof allerlei soorten vis: nieuwe haring, bokking, stokvis en zoute vis. De kazen verdeelde hij in diverse stukjes: van een half pond tot een kilo, diverse soorten. Die werden dan in kaaspapier verpakt. Vóór op zijn fiets had hij een kist gemonteerd en dan zat daar de handelswaar in. De stokvissen werden in een kist bewaard, waar een goed sluitende klep de geur binnen hield, want stokvissen konden ontzettend stinken. ‘Net als een zèèkluure, (zeikluier)’, zei mijn moeder altijd. De handel breidde zich langzamerhand uit tot een volledig kruideniersassortiment. Zo verkochten wij op een gegeven moment ook klompen en veel later ook tabak en sigaret ten. Toen er supermarkten op het dorp verschenen, zo in de jaren zestig van de vorige eeuw, verliep onze handel, hoewel we in de tijd al een vaste klantenkring opgebouwd hadden. Een winkel hadden wij niet, want wij woonden in een doodlopend laantje. Moeder zei toen: ‘Noe kunne mn twee diengen doewe: ofverhuuze naer ’t durp ofstoppe.’ Dat laatste heeft vader toen gedaan, want verhuizen zag hij niet zitten, want dan miste hij zijn hof van meer dan 2000 m2, waarin hij allerlei producten verbouwde, ook voor de verkoop. Hij is toen bij de Deltawerken in Stellendam gaan werken. Toen kregen wij het stukken beter, want bij dat werk hoorden ook allerlei sociale voorzieningen, zoals lid zijn van het ziekenfonds. Als in juni de nieuwe haringen er waren, werd ook ik in gezet om die uit te venten. Ik kreeg dan een emmertje met niet schoongemaakte haringen, met een vork erbij om ze eruit te prikken. Ik weet nog dat ze eind jaren vijftig van de vorige eeuw een dubbeltje tot een kwartje per stuk kost ten. En zo moest ook ik ‘langs de deuren mit haerienk göö leure’. Als het emmertje leeg was, moest ik het thuis weer laten vullen. Ik had aan dat leuren zo’n verschrikkelijke hekel!! Een emmertje had ik binnen twintig minuten in de beurt al uitgevent. Maar ik vond het zo erg, dat ik liever drie kilometer ging rondfietsen, voordat ik weer een nieuw emmertje ging vullen. We betrokken onze nieuwe harin gen altijd van de firma Kwakkelstein uit Vlaardingen. Die had in die tijd de beste. Na bestelling werden de haringen in houten tonnetjes bezorgd. Toen mijn vader gestopt was, kregen we nog jarenlang reclamemateriaal van de firma Kwakkelstein. Iemand die ook langs de deure kwam leure was de scha renslijper uit Middelharnis: Kees Rossen. Hij was overal op het eiland Goeree-Overflakkee een vaste verschijning, want niemand kon slijpen zoals hij dat kon. Hij had ook een draaiorgel. Enkele weken geleden is hij overleden. Wij zullen de klanken van zijn draaiorgel niet meer horen, tenminste niet meer door hem gedraaid. Zo gaan er zaken voorbij, die nooit meer terugkomen. Ook dergelijke ervaringen. Laat ze ons weten. 'I Een aandachtig publiek. Sophie Krier, beeldend kunstenaar, heeft de leiding van deze bijeenkomst. De eerste spreker is Kees Beaart. Hij geeft een toelichting over het le ven en werk van Johannes Goedaert. Op deze foto sluit hij af. 5au Heerschap, voorzitter van de Zeeuwse Dialectvereniging, zet uit jen hoe het gegaan is in de redactie van Nehalennia met de bijdragen ran Kees Beaart, de uitgave van het boek en de winst die besteed is oor het realiseren van het gedenkteken. .a

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2022 | | pagina 11