‘Minder artistiek, maar meer natuurgetrouw' deel 2
m
Nehalennia herfst 2022 nr. 217
Arco Willeboordse
1
6
We sluiten af met de namen van de molenaars te noemen.
In 1765 vestigde zich hier als molenaar Frederik Carlier,
gehuwd met Jeanne de Hullu. Zij was geboren in Groede
op 12 september 1748. Frederik stierf in 1769. In 1770
vestigde zich hier Isaac Risseeuw (gehuwd met Sara van
Cruijningen) en mogelijk in 1796 Gillis de Meier. In 1800
kwam Abraham Aalbregtse. Vervolgens nam in 1884
David Luteijn de molen over. In 1924 verscheen Isaac
Luteijn die na de afbraak van de bovenbouw, elektrisch
ging malen. In 1959 heeft Pieter de Hulster de maalderij
overgenomen.
die opgebouwd werd aan de Oostburgse Markt. Prachtig
hout, een sieraad in de zoldering!
Met dank aan:
Jan Lauret, molenaar Isaac Luteijn, het Gemeente-archief
Sluis en het Zeeuws Archief.
Neer weten! Zie:
Frans Weemaes: Molens in Zeeland, De Koperen Tuin,
2003.
M. A. Aalbregtse: De molen van Zuidzande-dorp, in: Bij
dragen tot de geschiedenis van West-Zeeuws-Vlaanderen,
Aardenburg 1975.
Familieregister De Hullu.
Voetnoot
1Anna Risseeuw werkte overdag verplicht in het Duitse
ziekenhuis in Groede. Dat was toen ondergebracht in
de openbare school. Na 11 september 1944 werden de
zwaarste gewonden overgebracht naar de christelijke
school in de Molenstraat.
Albums, schrijver en illustratoren (1906-1910)
Van Oort heeft vooral nationale bekendheid gekregen
door zijn illustraties in de Verkadealbums. Verkade was
een firma aan de Zaan, die aanvankelijk brood, later
hoofdzakelijk koekjes, beschuit, chocolade en ander
suikerwerk produceerde. Even na 1900 begon zij reclame
te maken met losse, uit Duitsland geïmporteerde plaatjes.
Deze werden toegevoegd aan een product en konden in
een apart te kopen album worden gestoken. De actie en
albums werden in korte tijd populair.
Om het succes voort te zetten en de kwaliteit te verhogen,
besloten de broers Ericus jr., Arnold en Anton Verkade,
die het bedrijf leidden - ieder idealistisch, creatief en met
een neus voor trends - in 1905 om een serie thematische
Het oude molenaarshuis, dat omstreeks 1780 was gebouwd
op de plaats waar eerst de boeie (een afdak) had gestaan.
Stichter was Isaac Risseeuw. Hij werd in 1796 bij de komst
van de Fransen, de eerste burgemeester van Zuidzande.
Abraham Aalbregtse betrok begin 1800 de woning. Hij
was vrijgezel en kwam uit Biervliet. Hij was een kerkelijk
man en schreef belangrijke dingen uit zijn leven op in zijn
Statenbijbel. En die bijbel kwam later in bezit van Willem
Robijn en daarin heb ik deze gegevens gelezen.
In 1959 nam Gerard van de Velde het molenaarshuis over.
In 1989 nam diens jongste zoon dit boeltje met veel grond,
over. Hij brak het huis, samen met zijn pappa af en ze
bouwden er een nieuwe woning. De sierankers vermelden
het jaartal 1989. “Vijftig jaar hebben we hier gewoond,”
besluit Van de Velde dit relaas over de molen van Zuid
zande.
daat had de dieren geprobeerd te vangen toen ze gevlucht
waren na de beschieting. De paarden waren in volle galop
de Dorpsstraat ingevlogen. Mogelijk op weg naar huis.
Onderweg waren ze het mennetje ingevlucht waar eertijds
't schoolhuis had gestaan en zo kwamen ze bij Bron
terecht. Hij had ze, toen ze wat gekalmeerd waren, in zijn
schuurtje gezet met de gedachte: de eigenaar komt eerst
daags wel opdraven. En dat was nu het geval, want Izaak
van Houte en Johan de Neve brachten de dieren die avond
terug naar hun vertrouwde paardenstal op de Sluisedijk.
Izaak en Johan kregen later van het Rode Kruis een eer
volle onderscheiding voor hun inzet voor de bevolking
van Zuidzande onder heel moeilijke omstandigheden.
Johan Michiel van Oort (roepnaam Jan) werd geboren in
Sluis in 1867. Zijn ouders waren Petrus van Oort, ‘opzigter
bij s rijks Waterstaat’ en Fanneke Blankaert, dochter van de
plaatselijke arts. Het gezin van Oort, verder bestaande uit
twee meisjes en een jongen, behoorde tot de gegoede stand
van Sluis. Tegen 1874 verhuisde het gezin naar Barneveld,
waar twee jaar later Eduard Daniël werd geboren. Deze zou
het schoppen tot directeur van het Rijksmuseum voor Na
tuurlijke Historie in Amsterdam, buitengewoon hoogleraar
in de systematische dierkunde in Leiden en schrijver van
tientallen wetenschappelijke publicaties.
Jan van Oort koos niet voor een wetenschappelijke, maar
een artistieke toekomst. Hij studeerde van 1883-1888 in
Amsterdam en werkte en woonde van 1888-1913 afwis
selend in de hoofdstad, Zwolle, Beverwijk en Den Haag.
In 1911 vestigde hij zich in Geldrop, waar hij huwde met
Rosalia Knaapen, dochter van de burgemeester aldaar. Hij
overleed er in 1938, zeventig jaar oud.
Kunstschilder van beroep, tevens vaardig in aquarel- en
tekentechnieken, legde hij zich na 1895 steeds meer toe
op diervoorstellingen. Op verscheidene schilderijen en
aquarellen beeldt hij ook een boerderij uit ‘By Sluis’. Maar
er zijn meer relaties met zijn geboorteplaats en -provincie.1
En de molen? Die kwam gehavend uit de bevrijding.
Op het eind van de jaren veertig brak aannemer René
Verstraeten uit Oostburg het deel boven de galerij af. De
dikke balken werden schoongemaakt. Isaak Luteijn, tim
merman in Zuidzande, haalde de granaatscherven eruit.
Verstraete zaagde in zijn werkplaats de gedisselde kanten
van de balken en gebruikte die vervolgens in zijn herberg,
Jan van Oort, Jacques P. Thijsse, de Verkade-albums en Zeeland
reclamealbums uit te geven over de Nederlandse natuur.
Zij wilden, schreven zij later zoo gaarne, dat de plaatjes
niet alleen de verzamellust der kinderen zou bevredigen,
maar ook dat ouders en anderen er vreugde van zouden
hebben, - dat er voor allen wat uit te leeren zou zijn, wat
hun lust tot opmerken zou prikkelen, hun liefde voor de
natuur zou vergrooten.’
Een Verkade-advertentie in de Middelburgsche Courant
(april 1906) voor Lente verwoordde het - terughoudend,
in volledig Nederlands en met alle voorgeschreven kom
ma’s, die een reclametekst toen nog kenmerkte - zo: ‘Wan
neer dit [album] gevuld zal zijn, vertegenwoordigt het een
standaard-werkje, waardoor uw kennis van onze natuur
zal zijn vermeerderd, en gij vogels en planten zult hebben
leeren kennen, waarvan gij niet zoudt hebben vermoed,
dat zij in ons land werden gevonden’.2 Het doelpubliek was
in naam kinderen, maar evengoed de volwassenen. Een
advertentie, voor Herfst’ dit keer, in de Middelburgsche
Courant (november 1908) luidde: ‘Hebben uw kinderen
dit boek al? Zoo niet, dan kunt u ze met St. Nicolaas geen
mooier werkje geven’.3
Om het project te doen slagen werd Jacques R Thijsse
aangezocht, een amateurbioloog en leraar van de Am-
sterdamsche Kweekschool. Hij genoot al enige faam door
boekjes als In sloot en plas (1895), In de duinen (1899) en
Wandelboekje voor natuurvrienden (1900), alsmede door
natuurcolumns in het Algemeen Handelsblad en de Groene
Amsterdammer.4 Niet alleen zijn bekendheid was reden
Et - y w
De molenstomp heden ten dage. Het bovenste deel is bekleed met pro-
fielmetaal. In het onderste deel zijn altijd ramen geweest.
Jan van Oort, Vier kleine zangvogels: geelgors, vink, groenling en
goudvink. Uit: Jac.P. Thijsse, Het Vogeljaar, Amsterdam, 1923.
Jacques P. Thijsse (1865-1945) in 1912.
Stadsarchief Amsterdam, afbeelding B 00000005691.