m
Nehalennia herfst 2022 nr. 217
Stavenisse, Jtfolendijk
(wordt vervolgd)
15
14
Stavenisse
Stavenisse, een voormalig eiland dat al in een oorkonde
van 1206 genoemd wordt, heeft een bewogen geschiede
nis. Het ging in 1509 door de Cosmas- en Damianus-
vloed ten onder. Het dorp werd pas negentig jaar later, na
bedijking, herbouwd. In de tweede helft van de 17de eeuw
word het grondgebied groter door inpoldering: polder
Nieuw-Zuidmoer en het minipoldertje Al te Klein. In de
19de eeuw en eerder leefde men vooral van de landbouw.
verplichte naamaanneming werd niet door iedereen in
het land opgevolgd. Dat blijkt wel uit het feit dat veertien
jaar later, op 8 november 1825, het door middel van een
Koninklijk Besluit opnieuw werd bekrachtigd. Het is één
van de vele Franse maatregelen die na hun vertrek uit de
Nederlanden door het nieuwe bewind in stand werden
gehouden of werden herbevestigd.
Een andere Joodse inwoner van Stavenisse is slager Abra
ham Simons, zoon van de uit Pruisen afkomstige Benja
min Simons en Sara Joseph. Abraham was getrouwd met
Elizabeth Jacobs. Hij is slechts 37 jaar oud als hij op 16
januari 1833 komt te overlijden.
Stavenisse kent aan het einde van de negentiende eeuw
(periode 1894 tot en met 1908) nog enkele joodse inwo
ners: de huisarts André Morel en zijn gezin. Geboren in
Brielle op 28 november 1869 en op 8 juli 1895 te Culem-
borg met de uit die plaats afkomstige Edi Lotje Wijzen
beek getrouwd. André is de zoon van de in Amsterdam
geboren godsdienstleraar en koopman Benjamin Mozes
Morel en de uit Steenwijk afkomstige Grietje Keijzer. Edis
vader was koopman van beroep. Het echtpaar Morel-
Wijzenbeek kreeg twee dochters: Margaretha Louise (17
oktober 1896)- zij werd kandidaat notaris - en Wilhelmi-
Als je dit leest is het opvallend dat dit Stavenisse ook
Joodse inwoners gekend heeft. Dat weten we onder andere
uit de bronnen van het Archief van de Rechtbank van Eer
ste Aanleg te Zierikzee. Aan het begin van de negentiende
eeuw, op 15 juli 1825 is Mozes Levie (Lazarus) Van Broek,
slachter van beroep en wonende in Stavenisse, gedaagde
bij deze rechtbank. Tijdens een gemeentelijke controle
zou Mozes de controleur een ‘stoot’ hebben toegebracht.
Pieter van den Ende en Johanna Slager pleiten voor hem
en uiteindelijk wordt de aanklacht door de Vierschaar
afgewezen.8
Uit de gegevens van het kadaster weten we ook dat Mozes
in 1832 hier een tuin bezat van 0.02.66 hectare: kadastrale
aanduiding A 1779 Mozes Levi komt ook (in 1831) voor
in de ‘Relatieven (bijlagen) serie A Gouverneur in Zeeland’.
Daar staat: ‘Wil zich laten remplaceren teneinde zijn beroep
te kunnen voortzetten. Verzoek wordt niet toegestaan.’ Of
dit laatste een gevolg is van de voorgenoemde rechtszaak,
is door het verloren gaan van het Middelburgs archief (van
de gouverneur), niet meer na te gaan.
Wat we wel zien is dat op basis van het Franse Keizerlijk
Decreet van 18 augustus 1811 de familie Lazarus vrij
snel voor de achternaam Van Broek heeft gekozen. Deze
len heer A. Morel, arts te Stavenisse, vóór diens woonhuis
aldaar, op woensdag 1 juli 1908, des voormiddags om elf
uur, wegens diens vertrek naar Rotterdam’ een publieke
boedelverkoop is.11 De opsomming van de goederen geeft
een aardige indruk van het huishouden van de dokter.
Zo kon men de nieuwe eigenaar worden van een ‘cylin
derbureau met bureaustoel’, ‘6 notenhouten stoelen’ of van
een ‘canapé met rood pluche’. Maar ook ‘dekens, waschteil,
tobben’ en een ‘ladderbak’. Daarbij gold tot een bedrag van
drie gulden: contant afrekenen.
Het gezin gaat in Rotterdam op het adres Schiedamse
Singel 17 wonen. In 1917 heeft dokter Morel zijn praktijk
op het adres Schiedamsche singel 55. Hij was een actief
lid binnen de Joodse gemeenschap. Lid van de commis
sie tot spijsverzorging aan minvermogende Israëlieten in
Rotterdam, bestuurslid van de ‘Israëlietische gezondheids-
kolonie Rotterdam’ en voorzitter van de Joodse Kinder-
zorg.
Rond 1930 vestigt hij zich te s-Gravenhage. Praktiserend
geneesheer is hij dan al niet meer en op 2 december 1942,
als hij noodgedwongen naar Amsterdam verhuist, doet hij
afstand van zijn bevoegdheid als arts. De bezetter had al
op 5 februari 1941 een aanmeldingsplicht voor Joodse art
sen en advocaten opgelegd. En vanaf 1 mei 1941 mochten
zij uitsluitend nog voor Joden werken. Een poging om op
de zogenoemde ‘Barneveld-lijst’ te komen - een lijst van
vooraanstaande Joden die niet naar het oosten gedepor
teerd zouden worden om daar ‘te werken - mislukte. Alle
vier zijn alsnog via Westerbork naar Sobibor gedepor
teerd. Misschien zal s-Gravenhage, als laatste woonplaats
van de familie Morel, nog eens een stolperstein ter nage
dachtenis aan hen plaatsen.
In het volgende deel gaan we verder met wat we tot nu toe
links hebben laten liggen: de Joodse inwoners van Sint-
Maartensdijk.
na Mimi Carolina (14 augustus 1899) die in 1935 lerares
Duits werd op de RHBS te Tiel.
De heer Morel studeerde geneeskunde in Amsterdam,
waar hij op 25 mei 1894 het artsexamen met goed ge
volg aflegde. Hij kwam naar Stavenisse als opvolger van
Jacobus de Visser die van 1861 tot 1894 de dorpsdokter
was geweest. In eerste instantie had de gemeenteraad op
14 maart 1894 de heer C. Grebe de Haan uit Koudekerke
bij Leiden benoemd, maar om onduidelijke redenen kwam
de man niet naar Stavenisse. Op 3 september 1894 wordt
vervolgens André Morel benoemd die wel komt.
De Eendrachtbode - hét Thoolse nieuwsblad sinds 1944
- schreef op 20 februari 1969 over hem: ‘Over dokter
Morel, wordt nog steeds door de ouderen met aangename
herinneringen gesproken. Veel verhalen zijn er nog over hem
in omloop. Voor de waarheid kan ik niet instaan, hoewel ik
anderzijds geen enkele reden heb, om de verhalen in twijfel
te trekken.
Zo vertelt men o.a. dat er een jonge man op de Molendijk
ernstig ziek was. Er brak aan de overzijde brand uit en dat
dokter toen eigenhandig het dak van het huis waarin de
jongen ziek lag, met water nat hield. Het was dus geen
wonder, dat de bevolking deze man zeer hoog achtte’
Een verhaal dat wel zeker voor waar kan worden aangeno
men verscheen in de ‘lerseksche en Thoolsche Courant’ van
20 januari 1906.10 Bij een eenzijdig ongeluk met de huifkar
van Ant. van Tilbeurgh, uit Oud-Vossemeer - van de
hofstede ‘Boshoeve’ - verleende hij ‘geneeskundige hulp’ en
constateerde twee gebroken ribben. Samen met dr. Jansen
vond hij ‘den toestand van dien aard, dat de gekwetste niet
naar huis kon worden vervoerd.’
Ondanks de goede berichten verschijnt in de lerseksche en
Thoolsche Courant van 6 juni 1908 het volgende bericht:
‘Daar dr. A. Morel binnen eenige dagen, tot spijt van alle
ingezetenen, onze gemeente gaat verlaten, om zich te Rotter
dam te vestigen, heeft genoemde heer aan de besturen dezer
gemeente, van Scherpenisse en van St. Annaland eervol
ontslag aangevraagd als gemeente-geneesheer. Eveneens aan
den heer Commissaris der Koningin als lid der Gezond
heidscommissie voor het eiland Tholen.’
En dan gaat het snel. Deurwaarder J. van Elsacker laat op
7 juni 1908 weten dat er ‘ten verzoeke van den WelEde-
3
Handtekening van Levi Lazarus van Broek.
2.
5.
6.
7.
9.
Stavenisse, ZB-PB 21206/1283
André Morel
(Joods Monument)
Noten
I. Messel, S. van, uit het gedicht ‘Retrospektief’: Het eeuwige leven,
Den Haag, 1972, p. 112.
Michman. J., H. Beem en D. Michman (red.), ‘Pinkas. Geschiedenis
van de joodse gemeenschap in Nederland’, Amsterdam/Antwerpen,
1999, p. 534.
3. Zeeuws Archief, locatie Zierikzee archief Schouwen-Duiveland (ZA/
ASD), PH-03. Tot 20 juli 1814 waren Oud- en Nieuw-Vossemeer één
gemeente.
4. Op 1 mei 1799. Zoon van Simon Levie en Esther Levi.
Vanaf 1821 vormde de Zeeland - met als hoofdsynagoge Middelburg
- het VlIIe ressort van het Tsraëlietisch Kerkgenootschap’.
Zeeuws Archief (ZA), Archief van de Nederlands-Israëlitische
Hoofdsynagoge te Middelburg (NIHS-Middelburg). Inv.nr. 55/23.
L.J.M. van de Laar. De Israëlitische begraafplaats te Bergen op Zoom
1793-1982. Sector archiefzaken Bergen op Zoom, 1997, nr. 6. De
basistekst is uit het Hebreeuws vertaalt door Ir. Max Cahen en waar
nodig door de auteur aangepast.
8. ZA, Archief van de rechtbank van Eerste Aanleg te Zierikzee 1811-
1838. Inv.nr. 12/597.
ZA, 994 Oorspronkelijke Aanwijzende Tafels (OAT’s) Zeeland, 1832
(1843)
10. De lerseksche en Thoolsche Courant is in 1885 opgericht. In de jaren
daarvoor was en al een courant met de naam ‘Thoolsche Courant’
In 1856-1866,1869 en 1883-1885, telkens met andere oprichters en
redacteuren.
II. lerseksche en Thoolsche Courant, 27 juni 1908.