BOEREN IN ZEELAND (4) Koeflattenpreparaat, koraalalgenkalk, boompap, boerenwormkruidpoeder, gemalen bergkiezel HIEUW ZEELAND 5 De alternatieve landbouw is niet zo alternatief meer. Voor deze milieuvriende lijker tak van onze voedselproductie is een leerstoel ingeruimd op de Landbouwhoge school in Wageningen en er zijn zelfs twee voor de helft door de overheid betaalde landbouwconsulenten die alternatieve boe ren met raad en daad terzijde staan. De groei zit er overal flink in, maar in Zeeland is het mondjesmaat. Op een totale hoeveelheid cultuurgrond van 120.000 hectare is onge veer 150 hectare in 'biologisch' gebruik, dat is iets meer dan 0,1 procent. Het biologisch-dynamische landbouwbedrijf Loverendale neemt daar weer het leeuwendeel van in beslag: 104 hectare. Dat is ook verreweg het oudste bedrijf (bijna 50 jaar), zodat de Zeeuwse oogst aan nieuwe biologische bedrijven sinds de Amsterdamse kabouters met hun groenplannetjes kwamen slechts 45 hectare meet. Het kan iets meer of iets minder zijn, want er zijn acht methoden voor alternatieve landbouw en de ene richting weet vaak niet wat de andere doet; een waterdicht overzicht is dus moeilijk te geven. Maar of het nu om macrobiotische, organisch- biologische, biologisch- dynamische of ekolo- gische methoden gaat, er zit bij vrijwel allemaal een veelomvattende levensfilosofie achter. Zonder uitzondering gaat het om meer dan alleen een milieuvriendelijke voedselproductie. Bij de biologisch-dynamische landbouw is de praktijk zelfs niet te begrijpen zonder de gedachtengangen daarachter te kennen. Waarom doet een b.-d.-boer bijvoorbeeld zoiets raadsel achtigs als het leggen van koehorens, die eerst vol mest zijn gestopt, in de bouwvoor? Dat heeft te maken met de inwerking van de aardse en kosmische krachten in de aarde. Directeur Dick Schafer van Loverendale vertrouwde me eens toe dat de horen stond voor de omhoog strevende naar de kosmos gerichte krachten en de mest voor de naar beneden gerichte aardse krachten. Gezamelijk moeten ze zorgen voor een prima aardse structuur in de bouwvoor (een goed wortelstelsel is het gevolg) en een goede ontvangst van kosmische invloeden (de plant schiet omhoog). Deze ietwat wollige en in elk geval onbewijsbare theorie maakt de b.d.-boer liever niet wereldkundig, omdat daar altijd de draak mee wordt gestoken. Deze sfeer van geheimzinnigheid heeft vooral bij andere biologisch werkende boeren veel kwaad bloed gezet. Als je een bepaalde filosofie en bijbehorende landbouwmethode aanhangt, moet je daar ook rond voor uit komen, is hun redenering. Dat is zeker het geval, voeg ik daaraan toe, als je in je filosofie zoveel zaken stopt die met de huidige wetenschap niet te bewijzen zijn. Ik zal even diep moeten gaan en dat eist wat doorzettingsvermogen van de lezer. Steiner De b.d.-landbouw is gebaseerd op de door de Zwitser Rudof Steiner ontwikkelde leer van de antroposofie, die er van uit gaat dat de aarde (en ook de mens) allerlei stadia van ontwikkeling doorloopt en zo steeds op een hoger plan komt. Dit heet verdichtingsproces: van het warmte- stadium vormde zich via een gasvormig en een vloeibaar stadium de huidige vaste aarde. Bij dit proces ontstonden omhullingen die met de aarde als een geheel bleven functioneren. De antropo sofie ziet dit ruim: niet alleen de dampkring, maar ook de planeten en hun invloedssferen behoren tot die omhulling en vandaar stromen buiten aardse (kosmische) krachten naar de aarde. Dit dynamische geheel wordt weer bewogen door de sterrenwereld, de astrale krachten. De uitwerking van deze krachten blijkt in de ritmische processen in de aardse natuur, zoals het dag- en nachtritme, de wisseling der s'eizoenen, eb en vloed en de regenrijke dagen vlak na volle maan. In de zaaikalender, die men elk jaar opstelt, wordt onder meer ook met de maanstand rekening gehouden. In deze benaderingswijze is de bodem een levend onderdeel van het 'natuur-organisme' en de plant een 'brug tussen aardse en buitenaardse krachten.' Bemesting is dan niet slechts het toedienen van voedingsstoffen aan de plant, maar het steunen van de levensprocessen in de bodem. De plant wordt opgevat als een resultaat van de inwerking van materiële krachten Na de artikelen over bestrijdingsmid delen (Nieuw Zeeland 1), bemesting (Nieuw Zeeland 2) en de fruitteelt (Nieuw Zeeland 3) tot besluit van deze serie over de boer en het milieu, de alternatieve landbouw. Prof. dr. ir. Vervelde, die in december vorig jaar afscheid nam als buitengewoon hoog leraar plantenteelt aan de landbouw hogeschool in Wageningen, houdt het erop dat de alternatieve landbouw de klok zo 'n 50 jaar terug zet. 'Door het gebruik van chemicaliën zoals bestrij dingsmiddelen en kunstmest bij voor baat af te wijzen, houden ze maar een heel beperkt arsenaal van mogelijk heden over, eigenlijk vrijwel niets', is Vervelde 's overtuiging. Maar de biologische landbouwers noemen de composthoop het hart van hun bedrijf. En met het koeflattenpreparaat, de koehoornmest en koraalalgenkalk kan ook alles groeien. Tegen vogels en insecten kun je knoflookpoeder op je veld strooien, kamille-extract helpt bij de bestrijding van bladluizen en het voorkomen van ziekten als meeldauw. Equisetumthee bestrijdt schimmel- zieken en dan heb je ook nog brandnetelgier, boompap en boeren wormkruidpoeder, vlierextract, alsem- thee en zeewierextract. En je hebt gemalen bergkiezel die de inwerking van kosmische krachten op de plant bevordert. Hoe milieuvriendelijk is de biologische teelt? (voedingsstoffen) en kosmische krachten. Deze krachten zorgen voor een 'ritme van uitbreiding en samentrekking' dat de plant op steeds hoger plan brengt: van zaad via kiembladen tot volgroeid blad, vervolgens samentrekking in de kelk, uitbreiding in de bloem, samentrekking in de meeldraden en uitbreiding in de vrucht. De antroposofen verdelen de kosmische krachten dan nog in levenskrachten (etherkrachten) die in de plant doorwerken en astrale krachten die van buiten inwerken en de plant vorm geven. Dat werkt, in de woorden van voorzitter Tideman van de Nederlandse Vereniging tot bevordering der biologisch-dynamische Landbouwmethode, als volgt: 'De levenskrachten houden de stoffen in de levensprocessen bijeen. Deze levenskrachten uiten zich in de levensverrichtingen, de fysiolo gische processen vormen als het ware een stoffelijke afspiegeling van de levenskrachten. Zij staan dus zeer dicht bij de materie, doordringen deze als het ware geheel, doch dienen desalniet temin als kosmische krachten beschouwd te worden. Immers, bij het ophouden van de levensprocessen, als de dood intreedt, worden de substanties weer uitsluitend aan de fysisch- chemische wetmatigheden van de natuur onder worpen en vallen de organische structuren uiteen. De levenskrachten en de astrale krachten verhouden zich als polariteiten: de levens- en de geestpool. Zij worden door de plant tot groeiimpuls verbonden. Zo kan die wel weer, zult u denken. Nog even de term biologisch-dynamisch uitleggen. Biolo gisch staat voor het ondersteunen van de levensprocessen in de natuur en dynamisch voor het hanteren van de op de natuur inwerkende krachten. Uit het voorgaande blijkt wel dat de antroposofie de behoefte heeft aan alles heel veel betekenis toe te kennen. Het is een zingevende, religieus getinte filosofie die alles wil verklaren. De taal wordt dan nogal eens wollig, zo niet mysterieus, maar als je de wol er af scheert, blijft er toch een bruikbare landbouwmethode over. De praktijk vergeet de b.d.-boer namelijk nooit, de taal is meer om het aardse zwoegen in een groots perspectief te zetten. EKO De ekologische landbouw, na de b.-d. de belangrijkste in Zeeland, werkt niet met kosmische krachten. Wel wortelt ook deze methode in een maatschappij visie. Volgens het EKO- manifest moet 'de productie van en de handel in ekologische voedingsmiddelen leiden tot een andere samenleving. Deze niet geringe doelstelling wil EKO, zoals deze beweging zich kortweg noemt, bereiken door meer begrip te kweken voor het natuurlijke, ecologische evenwicht. De middelen zijn: een milieuvriendelijke voedselproductie, mensvrien delijke bedrijfjes met arbeiderszelfbestuur, pro ductie naar behoefte met prijsafspraken in plaats van concurrentie, eerlijke informatie over de producten en een groene politiek die breekt met links-rechts tegenstellingen. Hoe gaat dat nu in de praktijk? Jan de Zwart uit Oostburg bewerkt 5 van zijn ongeveer 50 hectare metende areaal op ekologische manier, een methode die weinig afwijkt van de b.-d.-methode. Er is dan ook een hechte samenwerking ontstaan. Het betekent dat Jan moet voldoen aan de EKO- richtlijnen om zijn producten onder het merk EKO te kunnen verkopen: onder meer een verbod op het gebruik van chemische bestrij dingsmiddelen en kunstmest. Door zes jaar lang op eenzelfde stuk grond het soort gewas steeds af te wisselen, worden al heel wat ziekten en plagen voorkomen. Het door elkaar zaaien van gewassen die een gunstige invloed op elkaar hebben, is ook een veel gebruikte methode. Zo heeft Jan de Zwart een groot veld bezaaid met karwij en capucijners. Met 70 verschillende soorten groenten en kruiden is zijn ekologische tuin een veelkleurige lappendeken. Maar plagen treden toch op. 'Als de nood aan de man is, mag je Tekening: Benno Vranken bestrijdingsmiddelen gebruiken die volgens de richtlijnen zijn toegestaan', meldt Jan de Zwart. Wel geldt de verplichting dat je het moet melden bij het Ekologisch Consulentschap. Het zijn biologische bestrijdingsmiddelen die door de Plantenziektekundige Dienst in Wageningen zijn goedgekeurd. Maar die zijn ook niet altijd even goed. Sommige middelen laten residuen achter in het gewas.' De Commissie Onderzoek Biologische Land bouwmethoden bevestigt in het 397 pagina 's tellende eindrapport Alternatieve landbouw methoden dat ook de biologische bestrijding soms kwalijke gevolgen heeft. Over de effecten is nog niet zoveel bekend, omdat de alternatieve landbouw nog maar kort enigszins serieus wordt genomen en er dus nog niet zoveel onderzoek naar is gedaan. Zo doodt het plantaardige middel nicotine bijvoorbeeld niet alleen het kwaad dat bestreden moet worden, maar ook nuttige hulpen in de huishouding als lieveheersbeestjes, sluip wespen en roofmijten. Ook pyrethrum en rotenon doden meer dan goed is voor de biologische landbouw. Van rotenon kan ook nog gezegd worden dat het dodelijk kan zijn voor regenwormen, die voor de bodem vruchtbaarheid onmisbaar heten. Hoewel in de alternatieve fruitteelt ook vrij intensief moet worden gespoten en niet altijd bekend is welk effect een middel heeft op het bodemleven, constateert de commissie toch dat de alternatieve landbouw milieuvriendelijker werkt dan de gangbare. Het is een nuanceverschil, vindt de commissie, vooral veroorzaakt door het Lees verder op pag. II.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nieuw Zeeland | 1984 | | pagina 5