Herinneringen
aan
's Heerenhoek
'Wij hadden een onderwijzer in de derde klas van de lagere
school in 's-Heerenhoek die de gewoonte had om leerlingen
die iets hadden uitgevreten aan beide wangen omhoog
te tillen.
En zo een minuut of vijf vast te houden.
Het slachtoffer liep daarna een halve dag met een paar
handvaten op z'n gezicht en roodbehuilde ogen rond. En thuis
zeiden ze dan: Je zult het wel verdiend hebben.'
'De hoofdonderwijzer van diezelfde school die de bijnaam
'keu' had gekregen venwege een grote krul op z'n voorhoofd,
liep altijd tijdens het geven van diktee's met z'n handen op zijn
rug tussen de rijen banken door. Merkte hij dat iemand zatte
spieken of af te kijken, dan liep hij er langzaam voorbij
alsof hij niets gezien had, draaide zich ineens om en gaf de
betreffende leerling een enorme dreun voor z'n kop. Het
20
gebeurde wel dat het slachtoffertje door het geweld van de
klap kompleet uit de bank werd geslagen. Soms hield iemand
er een hersenschudding aan over en mocht door degene die
naast hem zat naar huis gebracht worden. Die voelde zich dan
zo trots als een aap.'
'Voor het schoolplein liep een sloot die een enorme
aantrekkingskracht had op de jongens. Je kon er maar vanaf
één kant overheen springen omdat de andere kant te steil was.
De hoofdonderwijzer verbood iedereen slootje te springen,
gewoon omdat hij het niet wilde hebben. Natuurlijk deed
iedereen het toch. Ik werd tijdens het speelkwartier betrapt
en naar binnen gestuurd. Toen de lessen weer begonnen
moest ik voor de klas komen. Hij trok mijn korte broek naar
beneden, legde me over de knie en sloeg zo hard en lang dat
het bloed uit mijn billen kwam. Mijn moeder zei niets toen
ze het zag. Ze werd spierwit, trok haar jas aan en ging even met
de man praten. Wat er gezegd is weet ik niet, maar toen ze
terug kwam was haar gezicht knalrood. 'Die heeft z'n lesje wel
geleerd', zei ze en 'jij blijft van de week thuis.' Mijn moeder
loste die dingen altijd zelf op. Toen ik weer terug kwam op
school mocht ik tijdens de les de planten water geven. Dat was
een heel voorrecht. Hij heeft me daarna met geen vinger meer
aangeraakt.'
Deze en andere aantekeningen vond ik, weliswaar in simpeler
vorm, terug in oude dagboeken over mijn lagere schooltijd
in 's-Heerenhoek. Pedagogie in de jaren vijftig.
Lijfstraffen waren aan de orde van de dag en niemand vond het
abnormaal. Af en toe werd een onderwijzer op de vingers
getikt als hij het al te gortig maakte, maar echte sankties
bleven toch uit.
'Als je stom was op de lagere school was je min of meer
vogelvrij verklaard. Het gaf de meeste onderwijzers een vrij
brief om er bij elk fout gegeven antwoord op los te beuken.
Een keer heb ik een onderwijzer van de vierde en vijfde klas
met een stok zo zien in slaan op een jongen dat hij daarna
hijgend moest gaan zitten en een kwartier nodig had om bij te
komen, 's Middags tijdens de lessen stormden twee oudere
broers van de jongen de klas binnen en sloegen de
onderwijzer de hele klas door, tot alle banken en tafeltjes
ondersteboven lagen en de inktpotjes tegen de muren
knalden. De hoofdonderwijzer die op het lawaai afkwam kreeg
gelijk ook een beurt. Die jongens werkten in een sloopbedrijf,
dus ze wisten wel hoe ze dit aan moesten pakken. Later
hebben ze een fikse boete gekregen wegens mishandeling,
maar daar lachten ze gewoon om. Er was recht gedaan.'
'Een jongen in m'n klas werd door de onderwijzer eitje
genoemd vanwege de vorm van z'n hoofd. Onnodig te zeggen
dat hij daar vreselijk mee gepest werd. Op een dag waren een
aantal jongens hem op het schoolplein aan het sarren toen hij
een mes tevoorschijn haalde en een van hen neerstak. Daarna
werd hij in een opvoedingsgesticht geplaats.'
In mijn laatste schooljaar begon het verzet de kop op te steken.
Individueel werd er met de onderwijzers wel eens gevochten
en soms kwam de politie op school om onder bedreiging van
celstraffen met droog brood met groene zeep en spelden de
orde weer te handhaven. De grootste uitbarsting kwam op
een dag toen het schoolplein vernieuwd moest worden en
vrachtwagens zand aanvoerden voor de herbestrating. Dat
zand haalden ze van een plaats waar vroeger een kerkhof had
gelegen en die nu tevens uitgegraven moest worden om plaats
te maken voor een brandvijver. Tot onze grote vreugde rolden
de doodskoppen en de botten bij tientallen over het plein.
Toen de onderwijzers in paniek om zich heen begonnen te
slaan om te voorkomen dat wij er mee zouden spelen,begon
iedereen ermee te gooien. De zaak eskaleerde volledig en een
uur later lagen alle ruiten uit het schoolgebouw en in alle
klassen lagen doodskoppen. De pastoor heeft er 's zondags
op de preekstoel in een donderpreek nog schande van
gesproken.
Een jaar later werd het schoolgebouw afgebroken en
verdwenen ook de onderwijzers. Drie van hen werden
direkteur van een andere school, met hen verdween ook het
fysieke geweld en maakte plaats voor verbaal geweld.
Een iets subtielere vorm van machtsmisbruik.
Raats