li
i ONS ZEELAND
Zeeuwsche Geschiedenis.
Weekblad tot Bevordering van Zeeland's Handel en Industrie
Tevens Officieel Orgaan voor cfe Zeeuwsche Vereenigingen in Nederland
Eerste Jaargang No. 4 12 Februari 1926
Aanvragen omtrent ad-
vertentièn in dit Week
blad richte men uitslui
tend tot G. Martius Jr.,
Tetterodestraat 44, Haarlem
Uitgave der N. V. Uit
gevers-Mij. „DeOogst"
Blaricum
T el.393.Girono. 100339
Stukken bestemd voor
Redactie te zenden aan
M. P. Cornelisse,
Coltermansstr. 14 rood,
Haarlem
Losse nummers a f 0.15
op aanvraag bij de Uit
geefster. Abonnements
prijs f 1.25 p. kwartaal.
Advertentieprijs f 0.35 p.r.Bij contract
lager tarief, op aanvraag verkrijgbaar
Door DE Z.
3e gedeelte.
Ie en 2e gedeelte komen voor in 2e en 3e nummer van
Ons Zeeland.
Het kenmerk van den vrijen man, gedekt hoofd,
brengt men wel eens in verband met de gewoonte van
de Walchersche boeren, om den hoed zoo min mogelijk
af te zetten. Een vrij man kon misdrijven boeten met
weer- of zoengeld, zoodat lijfstraffen weinig voorkwa
men. Alleen bij tempelroof of landverraad volgde dood
vonnis. De schuldige werd opgeknoopt aan een dorren
boom, liefst een wilg, die altijd „in kwade geruchte stond".
Soms werd de gevonnisde in een moeras versmoord of
in zee verdronken, doch steeds met het gelaat naar het
Noorden, waarom nog eeuwen later de galg „noorder
boom" werd genoemd. Enkele der hier vereerde goden,
werden door schier alle Germaansche stammen aange
beden. Een in Walcheren hoog-vereerde God was Wo-
dan, Wuotan of Odin. Door de Romeinen werd Odin
met Mercurius vergeleken, als beschermer van den han
del, en uitvinder der kunsten. De korenschoof in Wal
cheren en in Vlaanderen, na den oogst, zoo het heet,
voor de vogels achtergelaten op den akker, is vermoe
delijk nog afkomstig van een offergave aan Wodan's
vermaard achtvoetig paard „Sleipner", waarop hij het
woedende heir in de lucht aanvoerde. Bij de Christenen
werd deze God vereenzelvigd met St. Nicolaas, den
patroon der zee- en handelssteden, met zijn witten
schimmel, hoewel anderen in hem St. Maarten zagen en
in den eerstgenoemden bisschop, den zeegod Njord
vereerden. De paardenschedel, eertijds nog dikwerf door
de boeren aan de staldeur bevestigd, riep den ouden
godsdienst in het geheugen. Daardoor werd men be
schermd voor de nachtmerrie, (mar of maar beteekende
oudtijds paard), een boozen geest die de paarden af
reed, plaagde en de manen verwarde. Ditzelfde spook
sel benauwde ook de menschen, die daarom 's avonds
hunne schoenen met het open einde naar het bed moesten
zetten. Na Wodan werd Thumar of Thor het meeste
vereerd. Zijn moker of hamer schijnt op het bronstijd
perk te wijzen, waardoor zijn aanbidding dus nog ouder
zou zijn. Hij was Donar, de dondergod, aan wien ons
Donderdag nog herinnert. Hij werd later als Jupiter
vereerd en komt op de opgegraven Domburgsche altaren
voor. Onder de mindere goden had men Hercules, ver
bonden met den halfgod Sahsnoot, dikwerf voorkomen
de met den naam Macutanus; in Zeeland vereerde men
hem als moerasdrooger. Zijn gedenksteen wordt te Mid
delburg in het Museum bewaard.
Verder had men Holda, beschermvrouw der vlasteelt
en ook Njord, later als Neptunus aangebeden. Nog
beter is ons bekend Vehalennia, altijd voorgesteld in
een lang opper- en onderkleed en met het nationale
schoudermanteltje, het hoofd gedekt met een kap, op
haar schoot een korf met vruchten en aan de voeten
zit een hond. In het Museum te Middelburg wordt een
altaar bewaard van de in kleiner kring gevierde Dea
Borozina. In de tweede eeuw onzer Jaartelling was er
te Domburg een bedehuis, waarvan in 1647 een vloer
ontdekt werd. In dit gebouw stond w.l. het groote Vic-
toriabeeld, waarvan het onderste gedeelte in het Museum
ie Middelburg wordt bewaard. De eerste verzameling