3 Hoe men elders lacht. c m A ■•suf" A SR ,,Ik heb een flesch brandewijn verloren. Is die soms op 't bureau afgeleverd „Neen, maar de man, die ze vond, is hier wel afge leverd." (Der Wahre Jakob). De melkman „Nou begin ik toch te gelooven dat de lui werkelijk de stad uit zijn." Dorpsveldwachter ,,U moet hier in 't dorp met ge sloten knalpot rijden." Automobilist „Ik heb heelemaal geen knalpot." Veldwachter „Zie er dan een te krijgen en houdt 'm dicht." De vrouw van den vischmaniak „Bobby lijkt precies op jou. Hij vertelt aan den buurjongen hoe groot z'n goud- visch is." (Passing Show). De zoon van den beroemden jager op groot wild zet de traditie voort. (Passing Show). Mevrouw (die haar dienstbode een biljet voor den schouwburg heeft gegeven) „En Anna, heb je je gister avond goed geamuseerd Anna „Fijn mevrouw, vooral bij dat deel, waarin de meid haar mevrouw de waarheid zegt." (Passing Show).

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1928 | | pagina 20