Dames- en Heeren-Kapsalon van JOH. VAN EYSDEN Parfums, Toiletartikelen, enz. ANEf-VEH WEGHALEN VOOD. "DEJEUGDd Beleefd wordt U uitgenoodigd tot een bezoek aan de GANZENPOORTSTRAAT 3 - GOES Ruime sorteering 16 ONS ZEELAND PRINS ST1PAN door C. v. L. (Vervolg). Jimmy's oogen glinsterden, de man en de vrouw luisterden aandachtig, de lakeien beloofden den man hun best voor hem te doen en daar ondertusschen het weer gelukkig opgeklaard was, gingen ze nu spoedig naar huis toe. Op het kasteel waren ze allemaal erg ongerust en kleine Stipan werd dan ook dubbel geliefkoosd. Toen hij met zijn tante alleen was, zei Stipan „Tante, ik wil onzen dokter hebben.' „Waarom?" vroeg deze verschrikt. „O, voor mijn vrindje, voor Jimmy, en ook lekkere vruchten, en ik zal hem een heele- boel speelgoed brengen, want hij is zoo ziek en hij kan niet eens loopen." „0, mijn lieve kleine jongen, zei ze toen, „wat vreeselijk, zoo ziek, en wat zei je, heeft zijn vader geen geld voor een dokter Ik zal er morgen heen gaan hoor en jij mag mee, misschien. Maar nee, ik zeg niets en haar oogen glinster den ondeugend. Den volgenden dag gingen ze werkelijk naar de hut op de heide. De man was niet tehuis, maar tante Angelica vertelde wie ze was en vroeg toen om de kleine Jimmy mee te nemen naar het kasteel, waar een goede dokter hem kon onderzoeken en waar het veel ge zonder was dan in die benauwde donkere hut. Dankbaar knikte de vrouw en tante liet nog wat geld achter met de belofte, dat ze er wel meer van zouden hooren. Stipan was dol blij, zijn nieuw vriendje zoo dicht bij zich te heb ben en wilde hem steeds meer vra gen en vertellen, maar zijn tante waarschuwde hem, daar het kind PRlNt) bTlPAN heel zwak was. Hij keek met zijn groote donkere oogen maar naar die deftige dame en zijn kleine vriendje, met dat aar dige gezichtje, waarop nu gelukkig een vroolijke te vreden trek lag, zoo heel anders dan die kleine on tevreden Stipan die we eerst kenden. Thuis gekomen, werd de zieke voorzichtig uit het rijtuig getild en Stipan moest naar de kamers van zijn De 'dokter onderzocht den kleinen patiënt en vond hem wel zwak, maar dat zou met goed eten en frissche lucht wel in orde komen, zei hij, en verheugd keek het smalle gezichtje hem aan. Toen hij sprak van binnenkort weer naar buiten toe, glinsterden zijn oogen. Hij lag nu in een heerlijk luchtige kamer, die uitzag op bosschen en velden en de heerlijke blauwe lucht. De dagen die hierop volgden, zat kleine Stipan het meest bij Jimmy, die zienderoogen beter werd. Wordt vervolgd). GEDIPLOMEERD KAPPER TELEFOON 322 DE GOUDEN DASSPELD door HANS DE LA RIVE BOX. Het was tijdens een treinreis van Weenen naar Pa rijs, dat ik door een toeval het vreemde avontuur ver nam, dat majoor W. van het regiment Grenadiers uit den Haag, ergens in de buurt van Brussel meemaakte. Een geweldige sneeuwstorm noodzaakte onzen express zeer voorzichtig te rijden en hoewel het reeds over elven in den avond was, schikten we gezellig om een der tafeltjes in den Speisewagen bij en in het genot van een goede Hollandsche sigaar, die een van ons heel behendig meegesmokkeld had, luisterden wij naar on zen verteller, die evenals ik voor zaken naar de licht stad moest. Ongeveer tien jaar geleden, de majoor was toen juist bevorderd tot kapitein, wandelde hij op een prachtigen zomeravond van de zoogenaamde Waals- dorpervlakte, een diepe duinpan nabij het militaire kamp van Waalsdorp, in de richting van de tram halte op den straatweg van den Haag naar Scheve- ningen, toen hij bemerkte, dat hij sinds enkele mi nuten gevolgd werd. Kapitein W. had een gedeelte van de avond-oefening in de duinen van de Grenadiers meegemaakt en het was reeds bij twaalven en zeer donker. Hij was echter niet in uniform, daar zijn aan wezigheid niet verplicht was geweest, en omdat de straatweg schaarsch verlicht was en hij bij ondervin ding wist, dat er dikwijls vreemd volk in de duinen zwierf, was hij op zijn hoede en hield hij het midden van den weg. Plotseling echter haalde de achtervolger hem met enkele sprongen in, greep hem krachtig bij zijn schou ders en smakte hem achterover op de steenen. De officier probeerde zich te verdedigen, doch alles was zoo gauw gegaan, dat hij enkele seconden versuft bleef liggen. Hij voelde hoe een ruwe hand naar een portefeuille zocht, doch toen de kerel begreep, dat

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1928 | | pagina 16