•BABY'S NACHTGEWAAD Het slachtoffer. Een smal linnen kantje aan den onderkant van het mouwtje. Het rokje wordt gerimpeld aan 't lijfje genaaid. Onze kleine schat in haar nieuw ponnetje. De patronen op de stof. (Foto's W. Verwey) De kantstrooken worden opgenaaid. Rieten matten worden met warm zoutwater sehoongeborsteld, we spoelen vervolgens met lauw water en laten de matten liggend drogen. Voor cocosmatten gebruiken we een sopje en spoelen Voorkom het achterblijven van gele kringen in de gordijnen. Zorg er daarom voor, dat zij een eind van het raam af hangen, want het vocht van de ramen maakt ze onmiddellijk vuil. Jonge moedertjes hebben het op het oogenblik niet gemakkelijk wat betreft de kleertjes voor baby. Wanneer ze echter handig zijn is er vooral voor de kleintjes uit allerlei oud goed veel te maken. Ditmaal is het een oud interlock broekje van papa, dat aan baby's toekomstigen opschik ten offer valt. Het broekje wordt langs de naden uit elkaar geknipt, behalve de midden-achternaad. Vervolgens teekenen we een patroontje op ware grootte met behulp van de op de foto vermelde maten. Het rokje is 35 cm breed en 24 cm lang, terwijl bij het lijfje de maten voor armsgaatjes, halsje en dergelijke even eens staan aangegeven. De lappen worden natuurlijk uit de beste deelen van het broekje geknipt en hoe dat in ons geval gebeurde, demonstreert de derde foto duidelijk. Het rokje en het lijfje liggen op de dubbel gelegde stof tegen de vouw, terwijl het mouwtje tweemaal onder elkaar uit de enkele stof wordt geknipt. Het is natuurlijk mogelijk dat de stof, die u bescliikbaar hebt, op heel andere plaatsen gesleten is, maar dat is van minder belang. We maken eerst op het lijfje een v ersiering met linnen kant. Hiervoor plooien we twee strooken van deze kant naast elkaar op het lijfje (zie foto). Ver volgens stikken we de schouder- en zijnaadjes en do zoompjes voor het split aan den achterkant van het lijfje. Ook van het rokje worden de naden gestikt en wordt de zoom erin gelegd. Daarna stikken we langs het halsje, den onderkant van de mouwtjes en den rokzoom een smal linnen kantje (zie foto). Dan worden de mouwtjes in de armsgaatjes genaaid en het rokje aan het lijfje gerimpeld. Ten slotte wordt het geheele ponnetje keurig gestreken. met water en azijn na om alle zeepresten te ver wijderen en de kleuren op te halen. Ook deze matten laten we liggend drogen; we leggen deze matten nooit in de zon om verkleuren te voor komen. Barnsteen kan uitstekend met wat melk worden schoongemaakt. Wij wrijven de sieraden daarna met een zachten doek glanzend. Donkerblauw goed wordt na het wasschen dikwijls vaal, door spoelen met water met azijn hebben we gewoonlijk reeds een goed resultaat. We kunnen het echter, wanneer dit middeltje niet baat, weer opknappen door het eenige uren te laten weeken in water, waarin blauwsel is opgelost. We gebruiken ongeveer 1 pakje per emmer water. We spoelen het daarna ving even door en hangen het met den linkerkant naar buiten te drogen. In het winterseizoen klagen onze huisgenooten dikwijls over koude voeten. Legt u in de schoenen eens een vierdubbel zooltje van krantenpapier, vernieuw het om de paar dagen. Nat bont wrijven we nooit af; het wordt flink uitgeklopt en daarna langzaam gedroogd. Het wordt, zoodra het geheel droog, is met een schuier opgeborsteld, tot het weer glanzend is. Echte bloedkoralen kunnen we schoonmaken door ze eenigen tijd in lauw sodawater te leggen. We laten ze als het mogelijk is in wat zaagsel drogen en wrijven ze daarna met een zachten doek op. Berg ongebruikt linnengoed op in blauw papier en bewaar het in een droge kast of in doozen op een droge plaats. We kunnen wit katoen, linnen en zijde op deze wijze zeer lang bewaren; er bestaat geen kans, dat het weefsel geel wordt. Practisctie tips voor de huisvrouw Maak uw bloemenvazen geregeld schoon, niets is onsmakelijker dan een vuile aanslag op het glas. Wasch ze daarom na het gebruik direct met warm water of sop. Wij kunnen de vazen ook uitstekend reinigen met wat scherp zand en water; ze worden met dit mengsel stevig geschud en daarna met water gespoeld. Het zand schuurt de wanden ge heel schoon en neemt ook den kalkaanslag mee. Als we aan het water een scheutje azijn toevoegen, is het resultaat nog beter. Voor het schoonmaken van mica-ruitjes van haarden en kachels gebruikten wij gewoonlijk spiritus, wij kunnen ze echter ook uitstekend met wat poetsextract, dat voor het reinigen van koper gebruikt wordt, opknappen. Witte vachten maken we schoon met een papje van magnesia en tetra. Wij wrijven het papje met de platte hand stevig in het haar en kloppen de vacht, zoodra de vloeistof geheel verdampt, is, stevig uit tot het poeder geheel verdwenen is. Een schape vacht kan ook in een lauw sopje van een goede zeepsoort gewasschen worden. Wij moeten dan echter voorzichtig zijn, dat alleen de haren met vocht in aanraking komen. Het vachtje wordt daar om bij stukjes behandeld, wij knijpen de haren tot aan het leer in het sop, spoelen vervolgens op dezelfde wijze en laten de vacht hangend drogen. Daarna worden de haren opgekamd. Bij een flinke beurt aan een kamer is het noodig om ook het behang stofvrij te maken. We wikkelen een ragebol in een doek en wrijven het behang regelmatig af. De doek moet geregeld worden uitgeklopt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 26