INTERVIEW MET DE NIEUWE
EN OUD-UOORZITTER(S)
31
ÜNB105 2O22
Carlos de Smit en Lau Oosthoek
Meningen van de gaande en komende
voorzitter
Woensdag 2 november begonnen
ondergetekenden aan hun laatste
interview voor het Contactblad.
Het interview vindt plaats bij Lau in
Schoondijke. Adrie komt me ophalen
en we wandelen van mijn huis naar het
huis van Lau. Een klein beetje in een
nostalgische stemming, we hebben
per slot van rekening vele jaren samen
opgetrokken. Om precies 14.00 uur
komen we bij Lau aan. Even later
arriveert ook Carlos en beginnen we
aan het interview.
We starten met drie vragen voor Carlos.
meer “knokken” voor hun bestaan.
Ook de opstelling van de ouders
van nu is anders dan de opstelling
van de ouders van vroeger. Kregen
de leerlingen vroeger op school een
reprimande dan werd die thuis vaak
nog eens herhaald. Tegenwoordig
wordt de leraar meer geconfronteerd
met boze ouders die snel verhaal
komen halen. “Een geheel andere
wereld”.
Ook de intrede van de ICT bracht een
grote verandering met zich mee. Als
heel sprekend voorbeeld noemt Carlos
de coronatijd. De leerling volgde thuis
op de laptop de lessen.
“Voor de rest is er echter in essentie,
ondanks de vele vernieuwingen, niet
zoveel veranderd. De docent legt uit,
en de leerlingen gaan aan de slag,
maken de leerstof zich eigen.”
We gaan nu verder met vraag 2.
“Je hebt een onderhoud met minister
Dijkgraaf. Welke vraag welk
onderwerp stel je als eerste aan de
orde?
De reactie van Carlos: “Poeh”. Dan
nadenkend en enigszins glimlachend
stelt Carlos enige zaken aan de orde.
Carlos noemt als eerste de grootte
van de klassen, vaak meer dan dertig
leerlingen. In deze klassen zitten
vaak ook leerlingen met allerlei
problemen, denk aan ADHD, dyslectie,
zwaarlijvigheid, autisme. Dit komt
allemaal op het bordje van de docent!
Carlos: “Het is goed dat er aan deze
leerlingen de nodige zorg, begeleiding
en aandacht wordt gegeven, maar
het moet wel beheersbaar blijven!!”
“Soms lijkt het of we meer een
zorginstelling zijn, dan een
leerinstelling”
Is er een maatschappelijk probleem,
het wordt de school toebedeeld.
Denk bijvoorbeeld aan de verdikking
van onze generatie, het wapenbezit,
de omgangsvormen. “Besteed de
onderwijsgelden aan het primaire
onderwijsproces!” Een hartenkreet van
Carlos.
Ook de administratieve druk vindt
Carlos een ramp. O.a. de vele
protocollen, verslagen van individuele
begeleiding. “Diep verschrikkelijk!”
En “laat de docent lesgeven!” Deze
woorden worden boos uitgesproken.
Lau, Adrie en ik hebben ook
een onderwijsachtergrond. We
ondersteunen Carlos’ woorden voor de
volle 100%.
“Je bent decaan op het Zwin College.
Je hebt zelf als leerling op deze
school gezeten. Welke kenmerkende
verandering constateer je tussen toen
en nu?”
Carlos vertelt dat hij naast de functie
van decaan voor de HAVO en het VWO
ook docent maatschappijleer is en
dat hij tegenwoordig bezig is met het
project Voortgezet onderwijs Primair
onderwijs in Zeeuws-Vlaanderen, het
betreft de scholen voor voortgezet
onderwijs in Oostburg, Terneuzen en
Hulst. Het doel van dit project is de
overstap van de leerlingen van het
basisonderwijs naar de “grote school”
gemakkelijker te maken.
Als groot verschil noemt Carlos het
verschil in de aanspreekvorm van de
docenten. Vroeger was het meneer en
mevrouw, Carlos geeft er de voorkeur
aan bij zijn voornaam genoemd te
worden. “Een gelijkwaardiger contact,
zonder uit het oog te verliezen dat ik
de docent ben.”
Carlos vindt ook dat de leerlingen
vroeger strijdvaardiger waren dan nu.
Nu komen ze meer in een gespreid
bedje, ze hebben alles. Bijvoorbeeld
een eigen kamer, een computer, een
televisie en ze hebben veelal een
baantje hetgeen inhoudt dat ze ook
meer te besteden hebben. Vroeger was
dit anders, toen moesten de leerlingen
REUNISTENUERENIGING ZWINEOLLEGE