Een ooggetuige in 1809 Adri Meerman Het Gemeentearchief van Vlissingen beheert veel prachtige archieven en collecties die onder meer als bron dienen voor sommige artikelen in Den Spiegel. Regelmatig komen er nieuwe aanwinsten bij in de vorm van archieven van verenigingen, bedrij ven, kerken, overheden en personen. Zo komt er langzamerhand een bronnenverzameling tot stand waar Vlissingen met recht trots op mag zijn. Met iets minder grote regelmaat wordt het Gemeentearchief verblijd met egodocumenten zoals dagboeken. Zo kwam er onlangs een dag boek binnen van J. Chr. de Koster, waarin de schrijver een helder beeld schetst van zijn per soonlijke ervaringen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dit artikel handelt ook over een egodocu ment, dat opgetekend werd tijdens een oor logssituatie. Ditmaal in de vorm van een brief, die op 15 augustus 1809 werd ge schreven door een opvarende van H.M.S. Blake, één van de oorlogsschepen van de Engelse vloot, betrokken bij de aanval op het door de Fransen bezette Walcheren. De brief is aan het Gemeentearchief geschon ken door de heer P. Visser uit Amsterdam en is afkomstig van een familielid van de briefschrijver, die in Griekenland woon achtig is. De briefschrijver (Thomas Marmaduke Wybourn, 15-8-1775/4-3-1830) richt deze brief op zijn 34ste verjaardag aan zijn zusters in Engeland waarin hij hen deelge noot maakt van zijn ervaringen tijdens de ze bizarre strijd. Een strijd met grote gevol gen voor het stadje Vlissingen en haar inwoners. Een goede reden dus om deze bijzondere brief in Den Spiegel te publiceren en tevens een goede reden om de achtergronden van deze strijd nog eens te belichten. De Franse tijd In 1793 verklaart Frankrijk de oorlog aan Engeland en de Republiek. De ontwikkelin gen komen daarna in een stroomversnel ling terecht en Willem V vlucht op 18 janu ari 1795 naar Engeland. De regering van de nieuwe Bataafse Republiek, zeer be vreesd voor een Engelse aanval, moet een zware tol betalen bij het Haagse Vredes verdrag van 26 mei 1795. Er dient 100 mil joen gulden te worden uitbetaald als schade loosstelling. Maastricht, Venlo en Staats- Vlaanderen worden bij Frankrijk ingelijfd en de Republiek moet toestaan dat er Franse garnizoenen in Vlissingen worden gelegerd en dat zijn havens gemeenschappelijk ge bruikt worden. Het komt er in feite op neer dat Vlissingen Frans grondgebied wordt. Napoleon beseft dat zijn aartsvijand Engeland op zee de alleenheerser is. Zowel de Franse als de Bataafse vloot zijn vanwe ge de vele verloren zeeslagen vrijwel tot nul gereduceerd en daarom niet opgewassen tegen de sterke Engelse vloot. Hij besluit een andere strategie te kiezen en geeft op dracht een grote vloot te bouwen. Niet om de zeeslag aan te gaan, maar om een inva sieleger naar Engeland over te brengen om op deze wijze Engeland op de knieën te dwingen. De veilige haven van Antwerpen met haar vele scheepstimmerwerven moet daarbij een centrale rol spelen. Ook Vlissingen wordt bij de plannen betrokken, want ook deze stad beschikt over havens waar een gedeelte van de nieuwe vloot een ligplaats kan vinden. Bovendien speelt de ligging aan de monding van de Westerschelde hier in een belangrijke rol. Antwerpen wordt hierdoor keurig afgeschermd. 10 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2001 | | pagina 12