In 1899 werd een vergunning aangevraagd
tot het plaatsen van een tweede, grotere
stoomketel. Dit leidde tot grote bezwaren
van 32 omwonenden. Zij klaagden over het
roet en de dikke rook, die al van de éérste
stoomketel in de lucht werd geblazen. Zo
was het onmogelijk om in de buurt de was
te bleken en 'daarbij drong de zwarte mas
sa tot in de naden der vensters.' Uiteindelijk
werd Dudok van Heel de vergunning ver
leend, mits hij aan een aantal voorwaarden
zou voldoen, zoals het plaatsen van een
schoorsteen van 25 m hoog, voorzien van
een vonkenvanger.38
In 1903 waren er weer plannen tot uitbrei
ding in de maak. De Vlissingsche Courant
van 1 december 1903 meldde dat de pro
ductie enorm was gestegen: waar de laat
ste jaren onder Van Duuren Dutilh nog
slechts 800 hl. per jaar werd gebrouwen,
was de productie in 1888 gestegen tot
3300 hl. en in 1898 tot 7000 hl. In de vijf
jaren die volgden verdubbelde de productie
nog eens tot 14.000 hl. per jaar. Het ging
zeer voor de wind en de rek was er nog
lang niet uit. Optimistisch voegde de jour
nalist eraan toe: 'Wij hopen in het belang
uan onze stad dat de directie uan 'de Mei
boom' het exporteren van haar bieren zoo
zal weten uit te breiden, dat zij eenmaal
aan honderden menschen brood verschaft,
en ook in eigen spoorwegwagons door ge
heel ons land haar product zal verzenden.'
De uitbreidingsplannen manifesteerden zich
in het bijbouwen van een machinekamer
met ketelhuis, kolenbergplaats en pom-
penkamer. Dit ondanks de nog steeds er-
Flessenetiket van De Meiboom.
(Collectie Eric Hageman)
varen overlast bij de buurtbewoners. Zij wa
ren nog steeds niet af van 'het weke geraas
der condensator en de zwarte roet op bloe
men en planten'. In de machinekamer werd
een nieuwe ijsmachine volgens het 'zwar-
tigzuursysteem' geplaatst en ook de oude
ijsmachine werd daar naar toe gebracht. In
de pompenkamer kwamen vier pompen
ten behoeve van de ijsmachine. Voor de
schoorsteen van het ketelhuis werd een
hoogte van 20 m bepaald, iets waar de bu
ren niet bepaald blij mee zullen zijn ge
weest.39 Na deze verbouwing berichtte men
in de Vlissingsche Courant van 1 augustus
1905, dat De Meiboom, na De Schelde, de
belangrijkste fabriek voor de stad is gewor
den, gezien de groei die zij doormaakte.
Daarbij konden nu met de nieuwe ijsmachi
ne in betrekkelijk korte tijd ijsbalken wor
den gemaakt van het heldere duinwater.
Tevens werd voldaan aan de strengste ei-
schen van betreffende afkoeling, verwar
ming en luchtzuivering het toenemend
debiet is een bewijs dat hare producten ge
wild zijn. Wij koesteren de overtuiging, dat
deze tak van nijverheid binnen een niet
lang tijdsverloop een hoge vlucht zal ne
men: de krachtige leiding van den bekwa
men brouwmeester, den heer de Groen, is
daarvoor waarborg.
En het bleef inderdaad goed gaan: naast
bier was de ijsomzet ook winstgevend. In
1910 werd het kapitaal van de vennoot
schap nog eens verhoogd met 10.000,-
naar 120.000.-.
Rond 1912 droeg Dudok van Heel sr. de
leiding van de brouwerij over aan zijn zoon
Dudok van Heel jr. In 1909 was Dudok van
Heel sr. in Vlissingen consul van Duitsland
geworden en dat bleef hij tot de Eerste
Wereldoorlog. Hij overleed in 1925 in Den
Haag.
Ook onder Dudok van Heel jr. werd de stij
gende lijn voortgezet. Volgens het Gemeen
teverslag Vlissingen was in 1914 de bier-
omzet groter dan in voorgaande jaren. Dat
kwam mede doordat gedurende de laatste
drie maanden van dat jaar een groot aantal
Belgische vluchtelingen (ook) naar Vlissin
gen was gekomen. Het oorlogsgeweld had
echter nadelige gevolgen voor de leverng
12
Den Spiegel