BIERBROUWERIJ UE MEIBOOM Eric Hageman en Toon Franken Bier was, bij gebrek aan goed drinkwater, in de 17e eeuw volksdrank nummer één; Vlissingen kende in die tijd een tiental brouwerijen. In het midden van de 18e eeuw was dit aantal echter al gehalveerd. Als gevolg van de handel met de overzeese gebiedsdelen raakten koffie, thee en chocolade allengs populair tot in alle lagen van de bevolking wat de bierconsumptie drastisch deed afnemen. Toen in 1779 brouwerij Het Gekroonde Hart haar deuren voor goed sloot, waren er nog maar twee brouwerijen over: De Meiboom en De Flessche. In 1796 kwamen kre gen deze brouwerijen dezelfde eigenaar. In 1824 werd De Flessche verkocht en bleef De Meiboom als enige brouwerij in de stad over. In dit artikel wordt de geschiedenis van De Meiboom beschreven, een brouwerij die onge veer drie eeuwen lang een constante factor zou zijn in het Vlissingse leven en die voor even zelfs uitgroeide tot de belangrijkste fabriek van de stad, na scheepswerf De Schelde. Het begin Over de eerste helft van het bestaan van de brouwerij is zeer weinig bekend. De gevel steen die is ingemetseld boven de poort van het huidige flatgebouw in de Prins Hendrikstraat toont het jaartal 1669. Vol gens Winkelman' is de brouwerij begin 17e eeuw opgericht door de Fransman Buisson. De familie Buisson heeft de brouwerij lange tijd gerund. Maar hoelang precies? Daar over tasten we vooralsnog in het duister. Een eerstvolgend bericht vinden we pas in 1764, op 29 maart, wanneer geadverteerd wordt in de Middelburgsche Courant met de verkoop van 'de goede neringrijke brouwe rij De Meiboom, staande op de oostzijde van de Nieuwe Haven'. Tevens wordt ver meld dat er al meer dan 100 jaar met suc ces wordt gebrouwen. Dit laatste doet ver moeden dat de brouwerij eerder stamt uit het midden van de 17e eeuw, maar zeker heid hierover bestaat niet. Deze verkoop 'met den stokke' (per opbod), die plaats vond in herberg den Bienkorf, leverde niet het gewenste resultaat op. In de loop van 1764 wordt tot aan het eind van dat jaar ruim dertig keer geadverteerd met 'koop uit de hand'. Wie de uiteindelijke koper is geweest is niet bekend. Begin 1782 werd de brouwerij andermaal te koop aangebo den. De brouwerij was voorzien van twee koperen ketels (waarvan de een ten jaare 1770 nieuw) met een inhoud van 63 en 53 'tonnen nats' (een ton is ruim 150 liter), drie grote koelbakken, twee kuipen, alsook een mouterij. Daarnaast behoorden tot de brouwerij een 'hegt en modern' woonhuis en een dubbel pakhuis. Verdere inlichtingen waren te verkrijgen bij Matthijs Bekker Gerritz, boekhouder van de brouwerij. Wie de koper of kopers waren is andermaal niet bekend, maar het is mogelijk dat Wilhel mus Cornelis van Duuren sr. hier bij betrok ken was en een familiebedrijf werd gestart, dat honderd jaar stand zou houden. De periode 1782-1882, de familie Van Duuren - Dutilh In 1796 maakten Van Duuren sr. en Van Duuren jr. (die toen 22 jaar was) deel uit van de 'sociëteit' De Meiboom. De andere leden waren Leonard Constantijn van Sons, de erven van Johan Christiaan van Loon van Burgh en Cornelis van Ockenburg. In dat jaar kocht de sociëteit (een voorloper van de vennootschap, vergelijk de Franse benaming société) brouwerij De Flessche. Dit betekende dat de laatste twee brouwe rijen die Vlissingen nog telde, fuseerden.2 In de archieven vinden we in 1812 voor het eerst een vermelding wie de leiding had over de brouwerij: Wilhelmus Cornelis van Duuren (jr.). Toen de Franse bezetters de octrooirechten - de 'régies des droits réu- nies'- instelden, schreef Van Duuren een Januari 2002 3

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2002 | | pagina 5