dat te achterhalen is aan de hand van de
bewaarde tekeningen. Vormgeving in
engere zin kwam er nauwelijks aan te pas.
Voor zover het aanzicht van het gebouwde
een rol speelde, verwerkte hij er bogen
(bogenwerk) in. Naar wij mogen aannemen
in de trant van zijn leertijd in Brugge,
begin negentiende eeuw. Zijn ontwerpen
voor de Korenbeurs en de nieuwe 'School
voor 300 kinderen van mingegoeden' getui
gen daarvan.
De vertimmeringen ten behoeve van de
scholen zijn te beschouwen als utiliteits
bouw.
Daar komt bij: hij leefde en werkte in een
arme periode, waarin er economisch en
maatschappelijk nauwelijks ruimte was om
nieuw te bouwen. De gemeente wilde in die
tijd, met uitzondering van de Korenbeurs,
geen nieuwe gebouwen stichten. Zuinig
heid van de gemeente speelde ook een rol
door er bij de totstandkoming niet direct
een bruikbaar gebouw van te maken.
Trouwens ook niet na 1854.30)
Het besluit om De Lannée te ontslaan was
eveneens een van de gevolgen van de struc
turele bezuinigingen binnen het gemeente
lijk apparaat in 1853.
De verbouwingen van Slot Barbesteyn, de
Ganzepoort, de N.H. kerk te Ovezande, en
het voormalig Schuttershof van de Hand
boog, ontnamen de oude luister aan deze
gebouwen. Men was nog niet toe aan een
besef van de oudheidkundige waarde. Van
restauraties in de vorm van terugbrengen
in oude stijl kon geen sprake zijn. Daarvoor
ontbrak het zowel aan geld als aan kennis.
Men was ook niet van mening, om welke
reden dan ook, dat voor een kerk gotiek het
beste zou passen. Voor het in die tijd gang
bare model zou de Nieuwe Kerk te Zierik-
zee als voorbeeld kunnen dienen (1848).
Opleiding, werkkring en huwelijk:
alles binnen de grenzen van het ene
Groot-Nederland
Een belangrijk punt is mogelijk dat hij
meer 'Belg' is geweest dan Nederlander.
Zijn levensgeschiedenis is onlosmakelijk
verbonden met de troebelen in de jaren
1815-1839. Hij werd geboren in de tijd dat
Frankrijk de Zuidelijke Nederlanden en de
Bataafse Republiek, in 1795, had gedwon
gen een vrede te sluiten, waarbij onder
meer afspraken werden gemaakt over de
vrije doorvaart op de Schelde. Doordat de
Zuidelijke Nederlanden in 1815 met het
Koninkrijk verenigd werden, speelde deze
problematiek toen nauwelijks. Met de
afscheiding van België, in 1830, ontstond
een geheel nieuwe situatie. De Lannée
leefde toen weer in een twee-eenheid, net
zoals dat het geval was geweest in 1815.
Nu door een huwelijk en baan in Neder
land. Er is in die veranderde omstandighe
den geen beroep op hem gedaan vanuit
België.
De nieuwe staat voelde de louter militaire
afsluiting van de Schelde als een bedrei
ging voor de toekomst. Tot 1839, toen er
een verdrag tot stand kwam met betrek
king tot de Scheldekwestie, moet hij afge
wacht hebben hoe de grenzen zouden gaan
lopen. Hij bleef echter in Goes wonen.
De Stadstekenschool sloot haar deuren in
1852-1853. Daardoor kwam er een einde
aan zijn leraarsbaan. Op 24 maart 1853
werd tevens het besluit genomen om de
betrekking van architect en onderarchitect
af te schaffen en een opzichter voor de
gemeentewegen en -werken aan te stellen.
In een latere vergadering merkte de voor
zitter op dat het niet de bedoeling was om
in die functie iemand te benoemen die over
veelzijdige capaciteiten beschikte, die in
staat was grote gebouwen of plans van
werken op te stellen. Mocht het nodig zijn
dan zou men vanzelf, tegen gewone
betaling, de toevlucht moeten nemen tot de
heer De Lannée of enig ander bekwaam
persoon.31'
Het ontslag ging op 1 januari 1854 in. Ook
na zijn, overigens eervol, ontslag bleef hij
in Goes wonen. Hij zag zelf geen aanleiding
om Zeeland te verlaten. Je verwacht dat
iemand met zo'n naam over kruiwagens
beschikt die hem verder zullen brengen.
Maar ondanks de voor zijn tijd voortreffe
lijke opleiding - Koninklijke Academie te
Brugge - strandde zijn carrière in Goes.
Daarbij valt te bedenken: het Goes van
1823-1854. Heeft hij niet geprobeerd om
weg te komen? Of heeft hij het geprobeerd,
maar is het niet gelukt?
8