I I 1" 11
parochiearchief van 's-Heerenhoek. Van
der Lisse, die Jansenist was, bleef hier tot
9 december 1670; op 6 januari 1671 werd
hij opgevolgd door Guilielmus van Dijk, die
op 9 maart 1677 als stadspastoor werd
aangesteld. Als pastoor van het land werd
toen benoemd een zekere Van der Moer;
doch deze werd door de overheid niet toege
laten zijn ambt uit te oefenen, waarop Cor
nells Oosterlaan werd aangesteld, die op 15
maart 1677 zijn werk in de landsparochie
begon. Pastoor Oosterlaan trok het land
door; veelal als timmerman verkleed om
onbekend te blijven. Al op 17 december
1679 werd hij overgeplaatst naar Boskoop.
Amandus van Nispen werd zijn opvolger;
echter ook niet voor lang, want hij was
slechts van 9 januari 1680 tot 29 septem
ber 1682 pastoor in deze parochie. Ook de
volgende pastoors bleven maar kort: Joan
nes Kelders van 29 september 1682 tot
28 februari 1686 en Joannes Wilmes van
5 maart 1686 tot 17 juli 1688. Beide laat-
sten waren, evenals Van der Lisse en
Overlaan, volgelingen van Jansenius. De
bekende geschiedschrijver Post geeft de
volgende verklaring voor de korte ambtspe
rioden van de pastoors: 'De eenzaamheid,
de Zeeuwse koortsen, de onbegaanbare
wegen, de uitgestrektheid van de parochie
en de vijandigheid van de andersdenkende
boeren zullen, niet vreemd geweest zijn aan
de snelle opeenvolging van de pastoors'.
Jansenisten
Veel pastoors in die tijd waren volgeling
van Jansenius. Het Jansenisme was een
pessimistische geloofsopvatting waarbij
de leer van Augustinus over zonde en
genade op strenge wijze werd uitgelegd.
De leer werd door het kerkelijk opperge
zag verboden. Vooral pastoor Wilmes
kwam openlijk voor zijn Jansenistische
overtuiging uit, wat hem veel moeilijkhe
den bezorgde, en waardoor hij uiteinde
lijk moest verdwijnen. Op 4 augustus
1688 werd Wilmes opgevolgd door Henri-
cus Lanzink. Na aanvankelijk door
tegenwerking van de plaatselijke macht
hebbers veel moeilijkheden ondervonden
te hebben bij het uitoefenen van zijn
ambt, wist Lanzink te bereiken dat de
godsdienstoefeningen later ongestoord ver
richt konden worden op boerderijen door
het hele eiland.
Twee vaste kerkhoeven voor het plat
teland
In 1691 kocht de parochie twee boerderijen
die als schuilkerken werden ingericht: één
boerderij in Ovezande en één in Dijkwel,
een gehucht nabij Kapelle. De plaats te
Ovezande waar deze hoeve stond heet nog
steeds 'De Tempel'. De ene zondag werd de
H. Mis gelezen in Dijkwel, de andere in
Ovezande, met uitzondering van de tijd
van anderhalf jaar dat pastoor Lanzink een
kapelaan had. In die tijd woonde hij zelf op
de hoeve in Ovezande en deed de kapelaan
de diensten te Kapelle. Genoemde kape
laan was een zekere Dierout, na wiens ver
trek er geen andere voor in de plaats
kwam.
Het oproer in 1697
Beide schuilkerken van de landsparochie,
zowel die te Ovezande als die te Dijkwel,
werden op 25 maart 1697 door protestantse
oproerkraaiers geplunderd en volledig ver
nield. De onmiddellijke aanleiding daartoe
was de volgende. Marinus Pieterse Vroon
land, een protestantse jongeman uit 's-Hee-
renhoek moest gaan trouwen met de katho
lieke Catharina Pover uit Heinkenszand.
De ouders van de bruid stemden niet toe in
een huwelijk en stuurden hun dochter naar
Antwerpen, waarschijnlijk naar een kloos-
■gil
Afb. 1. Eerste katholieke kerk van 's-Heerenhoek.
De eerste steen werd gelegd op 21 juli 1796.
(Collectie Gemeentearchief Goes.)
33