Schooff dat in de parochie van 's-Heer
Arendskerke lag. Alhoewel dit land qua
oppervlakte onbeduidend was, heeft het
voor de uitleg van het begrip goede dien
sten bewezen. Van een onzekere oorsprong
omstreeks het midden van de zestiende
eeuw, was de geschiedenis van het gaande-
land met zijn diverse possesseurs goed te
volgen. Men had zich dan ook netjes gehou
den aan de regels die hiervoor golden. In
het midden van de achttiende eeuw ging
dat veranderen. Het land bleef wel tot diep
in de negentiende eeuw als gaandeland
geregistreerd staan, maar de bezitters
waren geen nakomelingen van de funda-
teur. Pieter van 't Westeinde en zijn erfge
namen schijnen het land als normaal bezit
beschouwd te hebben. Het is niet zeker dat
zij de op het land rustende last betaald
hebben. Ik heb ook niet kunnen vinden dat
het land formeel aan hem was overgedra
gen. In het transportregister van 's-Heer
Arendskerke staat het niet geregistreerd.
Misschien is dat wel het geval geweest voor
de overdrachten naar Domus Vermet en
later naar Pieternella Lafort, maar ik heb
dat niet gecontroleerd.
Om de ingewikkelde familierelaties tussen
de possesseurs van het gaandeland duide
lijker te maken heb ik deze in een schema
samengevat (afb. 3.).
Het lijkt onwaarschijnlijk dat er na het
overlijden van Pieternella Gijsbrechts geen
gegadigde als possesseur meer in leven
was. De klein- en achterkleinkinderen van
Geert Dircx zullen gewoon niet geweten
hebben dat er, bijvoorbeeld in Amsterdam,
in de zeventiende en achttiende eeuw een
uitgebreide familie de Swaaf(f) gewoond
heeft, die afstamden van twee kleinzoons
van Barbera Dircx en Pieter Jansz Swaaf.
De ene, Pieter de Swaeff (geb. Goes 1664
- overleden Amsterdam 1716), was hoeden
maker en heeft in Amsterdam tien kinde
ren (hervormd) laten dopen, waarvan er
bij zijn overlijden nog vijf in leven waren.
De andere, Jan de Swaaf (geb. Goes 1671
- overleden Amsterdam na 1730), was grut
ter en heeft drie kinderen (hervormd) laten
dopen. In hun uitgebreide nageslacht zal
ongetwijfeld iemand geweest zijn die op
een gegeven ogenblik de oudste van het
geslacht was. Maar die zal niet geweten
hebben dat in Zeeland drie stukjes land
voor het grijpen lagen.
Noten:
1. Prae-1600-Club, bewerkingen Steenrollen Bewesten
Schelde, o.a.1566-1604.
2. 's-Heer Arendskerke, overlopers Oud 's-Heer Arends
kerke, Sint Pieters Polder, Danielspolder, Noordzak-
polder, Oude Nieuwland 1543, Polder van Anckevere
1546, en 's-Heer Arendskerke polder 1547, afkomstig
uit het familiearchief Overschie de Neerijssche, A.R.A.
Brussel, bewerkingen Prae-1600-Club 1990.
3. 's-Heer Arendskerke, Overlopers van het ambacht
van Oud 's-Heer Arendskerke, 1585 t/m 1859, Archief
Waterschap Zeeuwse Eilanden, bewerking PA. Hart-
hoorn, Amsterdam, 2001, niet uitgegeven.
4. Yerseke, overlopers 1547,1588, Waterschap Zeeuwse
Eilanden, bewerkingen door de Prae-1600-Club, 1990.
5. Yerseke, overloper 1518, afkomstig uit het archief
van het Kapittel van Oud Munster, inv.nr.844,
R.A.Utrecht, bewerking Prae-1600-Club, 1990.
6. capellerieën, de crucebroeders in Goes', 'die susteren
in Goes', 'tgasthuijs ter Goes' en 'papelijke provenden'
land van geestelijke ordes of bestemd voor het onder
houd van geestelijken ('papen') en voorlopers van
ziekenhuizen en oude mannen- en vrouwenhuizen.
7. Abr. Mulder, Retroacta van de Burgerlijke Stand in
Zeeland, 1925, p. 23, nr.26, 'Anniversaria meo tempore
fundata etc.' 1677-1709.
8. Jaargetij deregister van Monster (Borssele), Zeeuws
Archief Middelburg, aanwinst 1970, no.87, plaatsings
nummer 33.3.
9. De Spuije, aflevering 61, voorjaar 2004. pag. 14-28.
Paul Harthoorn: Het gaandeland van pastoor Willem
Wisse in 's-Heer Arendskerke.
10. In de overloper van 1606 wordt zij abusievelijk Janne
Tomas genoemd.
11. Mogelijk was zijn vader Michiel Jansz, die als tin
negieter in 1525 enige malen in het transportregister
van Goes vermeld wordt. In RAZE 2037, fol.27v., 1-10-
1562 staat hij als 'Willem Michiels zoon Scoof, poirter
der stede van der Goes, oud ontrent zevenenviertich
jaren alzoo hij zeijde'. Schooff is een oude Goesse
familie. Tussen 1498-1518 was een Willem Hendricksz
Schooff daar diverse malen schepen of burgemeester.
Kort daarna vinden we Cornelis Schooff (1522-1523)
en Jacob Simonsz Schooff (1537) als schepen van
Goes. De verwantschap tussen deze personen ken ik
niet.
12. Goes, notaris Pieter Levendale, RAZE 2041,
p. 492, 27-12-1601, verklaring betreffende Willem
Michielsz Schooff, tinneghieter.
13. Goes Weeskamer, VN28W, 10-7-1567, Janneken
Anthonisdr., nagelaten weduwe van Willem Machiels-
zoon, heeft overlegd een kopie van diens testament,
opgemaakt voor schepenen van Goes op 28-1-1567.
Hun oudste zoon Michiel Willemsz trad op als getuige.
14. Goes, nots. P. Levendale, RAZE 2041, fol.492, attestatie
27-12-1606. Hij was als pedagoge met Cornelis Jas-
parsz (als die Religie hier veranderde) naar Frankrijk
gereisd en sedertdien had niemand meer iets van hem
vernomen.
15. Goes, Weeskamer VN29W, p. 142. Alexander Wil-
lems was op 19-1-1585 voogd van de (niet bij naam
109