1 S5 w
8 SPUIJE 115
Afb. 4. Provinciale boot Koningin Emma aan de steiger in Hoedekenskerke, vóór juli 1934. (Zeeuws
Archief, Fotoarchief J. Torbijn, Goes, nr HDK-18.)
Zondag 19 mei
Na bij een bakker nog enige broden te hebben
ingeslagen gingen we weer op stap. De stroom
vluchtende mensen groeide met het uur.
Het werd een ware vluchtelingenstroom. Er
waren veel mensen te voet met de meest
verschillende vervoermiddelen bij zich, alles
was gepakt en gezakt. Toen we het riviertje
de 'IJser' waren gepasseerd, hadden we het
idee, dat we wat er ook gebeuren zou, wij
wel beneden de frontlinie zaten, dus aan de
geallieerde kant van het front (zoals in de 1e
wereldoorlog).
Toch reden we verder en naderden al gauw
de Franse grens. Alles wat liep of fietste werd
rechtsaf gestuurd, blijkbaar om de auto's gele
genheid te geven om beter op te schieten. Het
weer verder trekken. 's Avonds liepen we naar
buiten, op het geschreeuw van voorbijgangers
af. Er stortte een vliegtuig brandend neer en
viel waarschijnlijk in de Noordzee.
was al vrijwel één file waarin weinig schot zat.
Een paar honderd meter van de grens was het
een ongelofelijke opstopping. Van verschillende
zijden schoof een grote mensenstroom op de
grensafzetting af. Voetje voor voetje werden
we vooruit gedrongen. De passen al wel een
half uur gereedhoudend. In de opening van
de prikkeldraadversperring werden de passen
bekeken. De controle was niet streng, maar
gaf veel oponthoud. Het was een geschreeuw
en een geroep van allerlei mensen. Maar al
dringend en duwend waren wij er toch na
een uurtje doorheen en konden we weer
verder fietsen. De weg was goed, we hadden
bovendien de wind in de rug. Zo scharrelden
we op onze fietsen op Duinkerken aan. Deze
stad was, volgens verschillende voorbijgan
gers, zwaar gebombardeerd in de afgelopen
nacht. We vroegen daar aangekomen naar de
mogelijkheid van het overzetten met de boot
naar Engeland, maar we verwachtten er niet
veel van. Er was dan ook geen sprake van een
T7"- WWI1 zhi