SPUIJE 115 11 had geen zin! Want alle mensen begonnen om te keren en terug te gaan. Velen gingen via stoffige binnenwegen hun heil zoeken. Naar alle kanten reed en liep men, dwars door het land en over weggetjes. Ieder aarzelde en wist niet meer wat te doen. Grote stofwolken stegen op van het land door het geros over het krukdroge land. Een eindje van de hoofdweg af zijn we in 't gras gaan zitten om onze gedachten eens te ordenen. Rooskleurig zagen onze vluchtplannen er niet meer uit. We waren de pas afgesneden, dat drong nu tot ons door. Nog een klein poosje waren we misschien nog Frans, maar wat dan? De één of andere richting uitgaan had geen zin, er zat niet veel anders op dan afwachten. De kust met z'n strand, zoals we dat gezien hadden, leek ons zalig en rustig, maar was nu helaas wat veraf. We gingen tenslotte, met lood in de schoenen de hoofdweg maar weer op. Het was er druk en de mensen waren erg paniekerig. Op een gegeven moment haakte Marjo met haar knie aan een mandje van een andere fiets. Ze kreeg een prik in haar knie die flink pijn deed. Er kwam een donkere druppel bloed uit. Stel je voor, dat er nu nog wondproblemen bij zouden komen. Een poosje later nog maar weer eens gerust. Iedereen zat als verlamd. Alle auto's stonden stil. Tot nu toe hadden we geen vermoeienis gevoeld, maar nu was het of we niet verder meer konden. Toch moesten we onderdak zien te vinden. Van de weg afdwalend, om een betere kans te hebben, vonden we na enig vragen bij een groentekweker te Rang du Fliers onderdak in een soort broeikas. Er lag hooi op de grond. Het dak was van plaatijzer op onge veer stahoogte. De zijkanten waren van een soort betonnen schuttingplaten en de voorzijde was van glas waarvan de helft stuk was of onbrak. Toch was het eigenlijk wel een gezellig hok. De mensen die ons onderdak verschaften sloofden zich voor ons uit. Overigens waren in de omgeving alle schuurtjes, varkenshokken en dergelijke soort bouwwerken stampvol met vluchtelingen. Op het erfje krioelde het van de gasten. Sommigen poogden op een houtvuurtje aardappels te koken. Wij rekenden uit dat, als dit land zo stampvol vluchtelingen zat, dat er dan na enige dagen gebrek aan van alles zou ontstaan. 's Avonds trokken we met een paar Belgen het dorp in om de nodige leeftocht te verzamelen. Onze enige oogst was een fles witte wijn die we 'thuis' onmiddellijk soldaat maakten. Toch was er een pak van ons hart gevallen, want middenin Rang du Fliers stond een Duitse militair, die doodgemoedereerd als verkeersagent voor de militaire colonnes fungeerde. Vrijwel niet bewapend. Dus we waren ongemerkt bezet door de Duitsers zonder enige strijd. Gelukkig geen zware gevechten en bombardementen meer. Een eindeloze rits van militaire wagens en tanks trok langs ons heen. Iedereen had er 'vrede mee'. Iedereen was opgelucht en men begon met iedereen over de terugtocht naar huis te praten. Het was voor ons te begrijpen dat de kustlijn niet veilig was en we meer oostwaarts een weg moesten vinden. Want er konden nog grote veranderin gen in het front komen. Niets was beter dan een paar dagen af te wachten. We maakten het ons zo gemakkelijk mogelijk. We sloten vriendschap met 3 Belgische politieagenten uit Antwerpen en Hasselt. 's Nachts hoorden we veel geronk van vliegtui gen, maar gelukkig er gebeurde niets. Woensdag 22 mei In het dorp ging de mare dat er brood te koop was om 2 uur bij de bakker. We gingen al vroeg in de queue staan een kregen 1 broodje van een pond te pakken. We kochten van bij een boerin aardappelen. We schooiden een beetje vet en azijn bij elkaar. Kochten bij onze hospes een krop of wat sla. Daarna sprokkelden we wat hout en leenden een pan en vorken. Na een paar uur op een primitief kacheltje was er een maaltijd bereid waarvan we allen, ook de agenten en de kinderen, smulden (de kinderen vroegen maanden later om nog eens zo lekker te koken). Alle mogelijke terugtochtkansen werden bekeken en besproken. 's Avonds werden om brood te sparen nog eens aard appelen gekookt, met gevulde magen gingen we in het hooi. De Belgische agenten gingen de volgende morgen op pad. Ze hadden kans gezien hun uniformen kwijt te raken en gingen te voet op stap. Ook wij zouden ons gastvrije 'kippenhok' vaarwel zeggen. De kinderen vermaakten zich best. Marjo vroeg me 's avonds laat, terwijl we al op een rijtje in het hooi lagen: Vader wat is tikkertje in het Frans?

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2022 | | pagina 13