Ï2T «HM. De middeleeuwse bedijking van Noord-Beveland ...J*;» heiraat spuije 115 25 Afb. 1. Reconstructie van Noord-Beveland vóór 1530 (Naar: Hollestelle 1880, Beekman 1948, De Bruin en Wilderom 1961.) Bas Chamuleau Inleiding Dit artikel geeft een samenvatting van mijn onderzoek naar de verdwenen middeleeuwse dijken van Noord-Beveland. In dit onderzoek is getracht duidelijkheid te geven omtrent de aanlegperiode en -plaats van de middeleeuwse bedijking van Noord- Beveland. Voor het dijkenonderzoek waren er geen archeologische gegevens beschikbaar. Door de overstromingen van 1530 en 1532 met de daarop volgende afzettingen van jonge sedi menten is het bodemarchief verloren gegaan. Schriftelijke bronnen met betrekking tot de middeleeuwse dijken van Noord-Beveland zijn schaars en geven geen beeld over de tijd en plaats van de dijkenaanleg. We zijn dus afhankelijk van andere methoden om de locatie van de middeleeuwse dijken te achterhalen. Beekman (1880) en anderen Kaartreconstructie, ontwikkeling eiland Tijdens de Romeinse tijd vormde het gebied dat we later kennen als Noord-Beveland nog één geheel met Walcheren, Wolphaartsdijk en Zuid-Beveland. Het was een veenmoerasgebied dat al voor onze jaartelling onder invloed kwam van het zeewater. Door de ligging van het gebied aan de monding van de rivier de Schelde lag het binnen de directe invloedsfeer van de Noordzee. Daardoor kon zich op de noordwestrand van het gebied een duinrichel vormen die enigszins bescherming bood aan het achterland. Het veengebied waaruit later hebben eerder een poging gedaan om de loop van deze dijken in beeld te brengen. Of zij daarin geslaagd zijn is niet bekend. Daarom deze poging om hierin meer duidelijkheid te scheppen. □o5Ï O.nsüflt West Orfxrwf en toyepfaite 04 RwJ Snee kif

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2022 | | pagina 27