1.
2.
23.
36 SPUIJE 115
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
18.
19.
20.
21.
22.
24.
25.
26.
27.
28.
29.
13.
14.
15.
16.
17.
Galle P.H., Beveiligd bestaan, Leiden 1963.
Gottschalk, M.K.E., Stormvloeden en rivieroverstromingen
in Nederland, 3 delen. Assen - Amsterdam 1971-1977.
Jelgersma.S. Holocene zeeniveau veranderingen in
Nederland; in: Mededelingen van de Geologische Stichting,
Maastricht 1961.
Dijkema K.S. e.a., Monitoring van kwelders in de
Waddenzee. Alterra rapport 1574. Wageningen 2007.
Henderikx P., geschiedenis van Zeeland, dl.1., Zwolle 2012.
Hollestelle A., Geschied- en waterkundige beschrijving van
Noord-Beveland, 1880.
Koch A.C.F., red., Oorkondenboek van Holland en Zeeland
tot 1299. I: Eind van de 7e eeuw tot 1222, vol. 1, 83 (nr. 44),
’s-Gravenhage 1970.
Kuipers, S.F., Een bijdrage tot de kennis van de bodem van
Schouwen-Duiveland en Tholen naar de toestand vóór
1953, Versl. Landbk. Ond. 65.7; 192 pp., 104 fig./phot., 2
fold. col. maps, plus 5 append., 1960.
Leenders, K.A.H.W. De dynamiek van land en water en de
verdronken oorden in westelijk Noord-Brabant. Tijdschrift
voor Waterstaatsgeschiedenis 16 (2007), webversie 2008. 1.
Priester, L., Campen en Soelekerke. De middeleeuwse
geschiedenis van twee ambachten in het westen van Noord
Beveland. Middelburg 1994.
Tys D, Jaarboek voor de Middeleeuwse geschiedenis nr 7,
p. 31-83. Domeinvorming in de ‘wildernis’ en de ontwikke
ling van vorstelijke macht in het IJzerestuarium, 900-1200,
2004.
Tys.D. De inrichting van een getijdenlandschap. De proble
matiek van de vroegmiddeleeuwse nederzettingsstructuur
en de aanwezigheid van terpen in de kustvlakte: het
voorbeeld van Leffinge (gemeente Middelkerke, prov. West-
Vlaanderen) in: Archeologie in Vlaanderen VIII - 2001/2002,
257-279.
Vlam A.W., Historisch morfologisch onderzoek, Leiden 1942.
Vos, P.C.en Van Heeringen R.M., Holocene evolution
of Zeeland, Nederlands instituut voor toegepaste
Geowetenschappen TNO, Haarlem 1997.
Vos, P.C. en Van Heeringen, R.M., Paleografische kaarten
van Zeeland, Holoceen. Uitg. Rijks Geologische Dienst.
Haarlem 1996.
Vos, P.C., Origin of the dutch coastal landscape. Utrecht
2016.
Websites:
006c uitgaven Provincie Zeeland
http://www.cultureelerfgoed.nl/onderwerpen/
bronnen-en-kaarten/overzicht
https://www.dinoloket.nl/ondergrondgegevens https://
www.nationaalarchief.nl/onderzoeken/archief/4.VTHR:
Verzameling Binnenlandse Kaarten Hingman.
https://www.archivesportaleurope.net: NL HaNA 4VTH
2802A - 2806.
Noten:
Het veenoppervlak werd gevormd door hoogten en
laagten. De hoogten worden veenkoepels genoemd.
Deze veenlaag in de bodem van Zeeland en Holland
wordt het ‘Hollandveen’ genoemd.
AD: Anno Domimini na Christus.
Chamuleau en Jongepier 2016: Poldersedijk,
Archeologische waarnemingen dijkprofiel; Poldersedijk
te ’s Heer-Arendskerke, gemeente Goes, Zeeland.
(gedeponeerd EZ).
Dijken rond de akker bij de nederzettingen/dorpen.
Dekker 1971, p. 91.
Dijken rond het gehele eiland.
Jan J.B. Kuipers en R. Swiers, 2005: Het verhaal van
Zeeland.
Schorcomplex voor de zeedijk.
Hieronder wordt hierop nader ingegaan.
Gottschalk, Stormvloeden dl.1.
Het leggen van inlaagdijken is noodzakelijk op plaatsen
waar dijkvallen worden verwacht. Dit was het gevolg
van kusterosie door uitbreiding van de Schelde en
Zuidvliet.
Reygersberch, Dye Chronijcke van Zeelandt,
Gallé 1963, Beveiligd bestaan. p. 171. Instructie van
G. Mulert in dijkzaken 1952: OTAR, 37. p. 133-149
Resten van dijken.
https://www.dinoloket.nl/ondergrondgegevens.
Het oorspronkelijke land van tijdens de eerste
bedijking.
Zo wordt de veenlaag in de bodem genoemd.
De bodem die onder het Hollandveen ligt.
Zie profielnummers 18 t/m 20 en 53j t/m 53l in het
onderzoeksverslag.
Zie grafiek verlandingsproces hieronder.
Vliete lag, representatief voor Noord-Beveland, centraal
op Noord-Beveland en aan de Oosterschelde.
Zoals we dit nog kunnen zien bij Koudekerke op
Schouwen.
Priester, 1994: Campen en Soelekerke, p. 30-57.
De Bruijn en Wilderom, 1961:Tussen afsluitdammen en
deltadijken, dl.1. Noord-Beveland. p. 10-18.
Zie het onderzoeksverslag.
Reconstructie van de bodemvorming.
Zie afbeeldingen hieronder.
Dekker, 1971, Zuid-Beveland. p.337. V.d. Wal 2014, Cats
voor 1530. p. 10, 14. In 1334 verdronken.