Afb. 2. Leerlingen en leraren van de hbs, 1870-1871. (Foto uit het boek.) 46 SPUIJE 115 door algemeen vormend onderwijs. In tegen stelling tot bijvoorbeeld de gymnasia, Franse en Latijnse scholen was de hbs voor kinderen uit vrijwel alle standen van de samenleving bedoeld. Het onderzoek van Blokker voorziet dus in een leemte. Hoewel hij zich naast Goes richt op een elftal andere gemeenten in het land, besteedt hij veel aandacht aan de situatie in Goes en daarom is een bespreking in een lokaal histo risch tijdschrift als de Spuije alleszins gerecht vaardigd. De keuze voor kleinere gemeenten is daarbij geen toeval. Dergelijke gemeenten waren vrij om al dan niet een school voor middelbaar onderwijs in te richten. De stich ting van een hbs was dus niet opgedrongen door de overheid, maar een welbewuste keuze van het gemeentebestuur. Vrijwel alle gemeenten (Hoorn, Sneek, Warffum, Veendam, Sappermeer, Assen, Enschede, Zaltbommel, Helmond, Venlo, Roermond en Goes) lagen buiten het verstedelijkte Holland. Hoe groot de onderlinge verschillen ook waren, ze hadden één ding gemeen: alle hadden zich uit vrije wil en vol enthousiasme achter de komst van een hbs geschaard. In Goes waren het de liberalen en vrijdenkers die alles in het werk stelden om de komst van een hbs naar de stad mogelijk te maken. Hoewel de meerderheid van de Goese bevol king meer sympathiseerde met hun orthodoxe en conservatieve tegenstanders, waren het de liberalen die dankzij het censuskiesrecht in de lokale politiek de lakens uitdeelden. Van de elf raadsleden waren er maar liefst acht liberaal. Het voortgezet onderwijs stelde in Goes lange tijd weinig voor. Reeds in 1788 was de Latijnse school verdwenen en aan de Franse school werd vanaf 1863, toen de hoofdon derwijzer overleed, praktisch geen onderwijs meer gegeven. De komst van de hbs opende dus de mogelijkheid om het middelbaar onderwijs geheel nieuw in te richten. De liberalen zagen de hbs als onderdeel van een

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2022 | | pagina 48