48 SPUIJE 115
De hbs was de Goese conservatieven,
aangevoerd door de jurist J.J. Pompe van
Meerdervoort (rechter en redacteur van de
christelijke Nieuwe Goessche Courant), C.C.
van den Bosch (een van de oprichters van de
gereformeerde school Nathanael) en PJ. van
Voorst Vader (rechter), echter een doorn in
het oog. De drie raadsleden stemden dan ook
tegen alle voorstellen over de hbs. Ze wezen op
de gigantische kosten van de school die zwaar
op het gemeentelijk budget drukten.
En daar hadden ze een punt. In alle gemeenten
waar middelbare scholen werden gebouwd,
verdubbelden de gemeentelijke uitgaven.
Alleen al de constructie van een geheel nieuw
schoolgebouw betekende een forse aanslag
op het budget van de gemeente. Werden de
kosten aanvankelijk geraamd op 30.000,-, al
spoedig bleek dat dit bedrag veel te laag was,
waardoor het gemeentebestuur met maar
liefst 44.000,- over de brug moest komen
om de financiering rond te krijgen. Maar het
waren vooral principiële overwegingen die de
conservatieven tegen de 'goddeloze' school
hadden. Een door de staat gesubsidieerde
school zonder godsdienst was uit den boze. Ze
hadden dan ook liever helemaal geen school
dan een godsdienstloze school. Van den Bosch
stelde zelfs dat de oorzaak van prostitutie
gelegen was in openbaar onderwijs!
Verder vonden ze het te gek voor woorden, dat
ook de gereformeerden moesten betalen voor
een school die ze niet wilden. De school diende
volgens hen uitsluitend het belang van een
elite, en die welgestelde burgers waren volgens
de gereformeerden gemakkelijk in staat om
zelf de kosten te dragen.
De liberalen toonden echter geen enkel begrip
voor het standpunt van hun tegenstanders.
Integendeel zelfs. Net als veel hedendaagse
populisten werd Van den Bosch beschuldigd
van partijzucht, stemmingmakerij en opruiing
van het gewone volk. Het liberale raadslid
O. Verhagen stelde dat de kerkelijke partij
mannen niets ontzien om zoo mogelijk
de jeugd uitsluitend in handen te krijgen, ten
einde het opkomend geslacht met hun ‘fana
tiek gif' te kunnen bezoedelen, en langs dien
weg het volk weder onder het ijzeren dwangjuk
der kerkelijke hiërarchie te kunnen brengen,
doordrongen als ze zijn met gelijken ijver, als
de volgelingen van Loyola, om het ‘onderwijs
der jeugd te bemagtigen ten einde de toekomst
te kunnen beheerschen'.
Duidelijk was dat conservatieven en liberalen
geen enkele poging deden tot ook maar enige
toenadering. Daarvoor waren ze al te zeer
overtuigd van het eigen gelijk. Ze preekten
slechts voor eigen parochie. Gezien hun
minderheid in de Goese raad beseften de
conservatieven dat ze slechts een achterhoe
degevecht voerden.
De hbs voorzag in een behoefte. De eerste
twee decennia na haar oprichting groeide de
school naar zo'n zestig tot zeventig leerlingen.
De leraren kwamen van heinde en ver. De
hoogte van de salarissen en de status die het
beroep in die tijd had, zullen daarbij ongetwij
feld een belangrijke rol hebben gespeeld. Ze
verdienden 1.600,- per jaar en dat was een
riant salaris, zeker als men dat vergelijkt met
dat van bijvoorbeeld de gemeentesecretaris
die 1.000,- per jaar kreeg.
De leraren van de hbs speelden een belangrijke
rol in het sociaal-culturele leven van de stad.
Zo namen ze zitting in de plaatselijke afdeling
van het Nut, de Gezondheidscommissie en
de Vereniging voor Volksbelangen en op die
manier versterkten ze het liberale klimaat in de
stad. Voor sommigen van hen was de school
een springplank voor een meer ambitieuze
carrière elders in het land. Zo waren Martinus
van Loghem en Taco de Beer een aantal jaren
aan de school werkzaam geweest, alvorens
ze in 1877 naar Amsterdam vertrokken om
daar De Groene Amsterdammer op te richten.
Zowel De Beer als Van Loghem waren veel
zijdige figuren die zich niet alleen richtten op
het lesgeven, maar ook op wetenschappelijk
gebied hun sporen verdienden. Met hun vele
en veelzijdige publicaties wisten ze een groot
publiek te bereiken.
Bedoeld als een school voor alle standen, is de
Goese hbs evenwel nooit uitgegroeid tot een
school voor de gehele bevolking. Zeventig leer
lingen is weinig voor een stad van ongeveer
zesduizend inwoners en daarbij is het achter
land niet eens meegerekend. De hbs bleef in
de negentiende eeuw een school voor de elite
en voor de orthodoxen was ze van het begin
af aan slechts een goddeloos, geldverslindend
bolwerk.