SPUIJE 115 5 Woensdag 15 mei Om half zeven werd de Ford van onze fa. Van der Straaten op gang geholpen, wij zouden te 's-Heerenhoek schuilloopgraven gaan maken. De sluisknechts en verder personeel van de lucht- en brandwacht waren 's woensdags ook uit Hansweert geëvacueerd. De Franse troepen hadden de hele zaak op de sluizen overgeno men. Zij zouden het kanaal door Zuid-Beveland verdedigen. Onze boekhouder van de fa. V/d Straaten, Johannes Griep die pas uit Hansweert kwam, en bij slager Brand in 's Heerenhoek was inge- kwartierd, stelde die middag voor, om maar de benen te nemen, nu er nog een kansje was om met de boot naar Zeeuws-Vlaanderen gaan.3) Eerst leek me dat nog te vroeg, maar het onheil hing zwaar in de lucht. De capitulatie waarvan wij nog niet geheel overtuigd waren, bleek uit de mededeling van de Engelse zender als een voldongen feit en vandaag bestond er nog een kans om te vluch ten. Met Evelien heimelijk overleg gepleegd, het bleek een zware en moeilijke beslissing. De kinderen een zo ongewisse reis bezorgend, het achterlaten van al onze bezittingen, deden ons twijfelen tot 's avonds. Het heimelijk verdwij nen was ook nog een probleem. Maar de angst van de verwachte krachtige ver dediging van de Franse troepen, wat gepaard zou gaan met zware gevechten en het idee opgesloten te zitten op een eiland deden ons, de familie Luykx in ons geheim delend, beslui ten een kans te wagen. De heer Theenaert, die op de Prov. boot had gevaren van Terneuzen naar Hoedekenskerke, werd gevraagd naar de overzetmogelijkheden daar. Dat deed ons besluiten het daar te wagen. Om half zes 's morgens zouden we weg gaan. We stonden met een schamel beetje bagage gepakt en gezakt gereed. Alle spullen, die bij dokter Luykx waren, aan hun lot overlatend. Joh. Griep kwam echter met betraande stem vertellen dat z'n vrouw Maatje ervoor terug deinsde en zij dus niet mee gingen. Maar wij zetten toch door en gingen op pad. Maar Maatje vatte toen toch ook moed en ging vlug over valse geruchten en een voortdurende ver binding met de Ned. Generale Staf. Een capitu latie leek ons onmogelijk, hoewel de Koninklijke familie al naar Engeland was gevlucht. hun boeltje inpakken en ze kwamen ons achter na gereden, met Jaapje van 3 jaar op de stang. Van den Boomgaard was 's middags, op de fiets, teruggekomen uit Hansweert. De Ford van de fa. Van der Straaten was te Wemeldinge en bij Vlake zo beschoten dat hij deze had moeten achtergelaten. De Vlake-, Bonzij- en Postburg waren inmiddels opgeblazen. Over Ovezande fietsend zagen we veel mensen uit Hansweert op straat. We deden maar of we nog een eindje rond gingen fietsen. Dicht in de buurt van Hoedekenskerke gekomen zagen we een Prov. Boot net weg varen. Even later sprong m'n achterband en we moesten verder lopen. Te Hoedekenskerke gekomen gingen we verder op informatie uit over de mogelijkheden om naar Zeeuws-Vlaanderen over te varen. Bij het handelshaventje troffen we een kennis en rustend schipper, De Jong, aan, die met z'n sloep daar geëvacueerd was. Geen van de daar aangetroffen schepen kwam in aanmerking om ons over te zetten. Verder naar de Prov. Haven. De heer Levy, de ponton en walagent, gaf ons een goede kans als er maar een boot kwam. De wachtdoende officier stond ons toe over te varen, mits we een evacuatiebewijs hadden. De burgemeester van Hoedekenskerke gaf ons een bewijs. In Hoedekenskerke liep het intussen vol met Holl. militairen die uit Hansweert kwamen. Alles was uit Hansweert weggetrokken. De Franse troepen daar stonden blijkbaar tegen over een Duitse overmacht. Een officier zou ons waarschuwen als er een boot kwam. Om 11 uur gingen we nog eens infomeren. Er lag een boot waarmede Franse troepen over waren gekomen vanuit Zeeuws-Vlaanderen. We mochten er op en haalden vlug vrouwen en kinderen. Deze hadden gastvrijheid verkregen bij de fietsenmaker, die inmiddels mijn band had vernieuwd. De kinderen lagen daar te slapen op de grond. We zagen ondertussen een brandlucht uit de richting Hansweert. We geloofden niets anders dan dat geheel Hansweert in vuur en vlam stond. Door de nacht gingen we aan boord en werden in de 1e klas hut geholpen. De boot bleef echter liggen en we sliepen al zo'n beetje toen de kapitein meedeelde dat hij niet uit durfde te varen omdat er magnetische mijnen zouden liggen. Commando Zeeland dirigeerde de boot naar Walsoorden en wij moesten eraf.

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2022 | | pagina 7