6 SPUIJE 115 Donderdag 16 mei Toch konden we daar in de bioscoop nog wat slapen en gingen 's morgens, na even bij oom Gerard geweest te zijn, op pad. We waren erg opgelucht dat we de goede kant van de Schelde hadden bereikt en fietsten vrolijk verder. We dachten: het moeilijkste deel van onze tocht ligt achter ons, de hele wereld licht voor ons open. De kinderen hadden een vakantiegevoel en wij waren vol goede moed. Konden we in enige dagen Frankrijk bereiken dan zouden we daar de oorlogshandelingen een jaartje afwachten. Een probleem zou misschien de grensoverschrijding naar België kunnen zijn. Maar dan zouden we vlak bij de grens wel wachten tot er een vlucht ontstond en we dan bij de eersten zouden kunnen zijn om de grens over te steken. We gingen over Philippine-IJzendijke naar Oostburg. We probeerden nog geld te wisselen maar alles was reeds gesloten. Men raadde ons aan bij Aardenburg de grens over te gaan omdat er bij Sluis moeilijkheden waren. Te Aardenburg aan gekomen, namen we op het Postkantoor nog 4 x fl. 25,- op van onze spaarbankboekjes. Het gelukte ons zonder moeite en zonder visum de grens over te komen. De dag was bijna om en we zochten bij een boer een onderkomen. Door vriendelijke mensen werden we via een school, naar een boerderijtje gebracht. Waar we op strozakken, die de vorige nacht door Belgische vluchtelingen gebruikt waren, de nacht doorbrachten. Het leek tot nu toe een Het was koud en winderig. Na enige tijd achter het wachthuisje gewacht te hebben kwam er weer een boot. Enige auto's kwamen eraf en wij er weer op. Weer vol zorg de kinderen op de kussens leggend. Elk lichtje moest worden vermeden. In de pikdonker met zwemvesten aan, gingen we om 1 uur 's nachts op pad. Marjolein had het geruststellende idee, dat we samen naar de kelder zouden gaan. Na lang varen, in een pikdonkere nacht kwamen we toch in Terneuzen aan. Na enig zoeken kwamen we in de bomvrije kazerne aan, en kregen we onderdak in de bioscoop. Daar lagen een paar pakken stro, waarop we ons neervlijden. Een uur later stormden er honderden Hollandse soldaten binnen, die de stropakken waarop we lagen moesten hebben. Zij trokken de pakken uit elkaar en ploften er op neer. Zaterdag 18 mei We zouden deze dag maar stil afwachten. We waren toch al zo ver, het kon ons niet hinderen, voordat de Duitsers de kust zouden bereiken, dan waren we ze allang voor. Om half elf kwamen er echter 2 meisjes op de fiets met brood rond. Deze hadden op de weg niet veel van het verkeersverbod gemerkt, waarop wij vlug besloten om verder te fietsen. Een half uur later waren we op pad. Na eerst nog door een soldaat gecontroleerd te zijn of we geen 'verkeerde elementen' waren. De man bleek uiterst gemoedelijk, maar ging met onze passen naar een luitenant. We beleefden angstige ogenblikken, over de in deze situatie tam avontuur, hoewel mijn vrouw Evelien moeite had met de slaap. Ze had het gevoel dat Aardenburg een betere verblijfplaats was. We hadden echter A gezegd en meenden er B op te moeten laten volgen. We waren erg benieuwd hoe de krijgsverrich tingen verder verliepen. We vroegen bij een boer die een radio had of we eens mochten luisteren. Deze was echter achterdochtig en durfde ons niet toe te laten. Bij een winkelier waar we nogal wat kochten lukte dit beter. Draaiend aan een zeer primitief toestelletje hoorden we de Belgische omroep, die geen bijzonderheden door gaf. Het gehucht waar we waren heette 'Den Hoven' en hoorde bij de gemeente Moerkerke. De mensen, hoewel erg boers, waren bijzonder hartelijk, terwijl ze diep in de put zaten door de angst weer onder een Duitse bezetting te komen. Vrijdag 17 mei 1940 Voor dat we op stap gingen hoorden we dat overal aangeplakt stond dat niemand zich vóór zondagmorgens 8 uur op de openbare weg mocht begeven. Iedereen hield zich daaraan, dus bleven wij stil waar we waren. We vonden het niet zo heel erg hoewel 2 dagen wel erg lang leken. De eerste dag ging vrij vlot om, met wassen, radio luisteren en een beetje luieren. De berichten waren flink verwarrend. Antwerpen was nog Belgisch en het scheen dat het de Duitsers niet erg naar de vleze ging. Er was zelfs een punt aan het front waar ze 19 km terug waren geworpen. Onze gastheer moest 1 of 2 fietsen inleveren aan de Belgische Staat, tot groot verdriet van z'n 16-jarige zoon.

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2022 | | pagina 8