SPUIJE 115 7
Afb. 3. Duitsers steken in rubberboten het Kanaal door Zuid-Beveland over. (Foto uit: De oorlog in
stukken, Goes 2009.)
zo kostbare papieren. Alles kwam echter vlug
terecht, de soldaat bracht na vele bedankjes en
verontschuldigingen de papieren terug.
Vlak voor de wind trapten we vlot naar Brugge.
Niemand stoorde zich aan een verbod en er
verschenen hoe langer hoe meer mensen op de
weg, die allen zuidwaarts trokken, waaronder
ook vele Hollandse militairen zonder officieren.
Te Brugge wilde Johannes naar de Ned. Consul.
Er gingen echter verhalen dat deze, om zijn
Duitse neigingen, gevangen genomen was.
Zonder oponthoud zetten we de weg voort naar
Oostende.
De weg met de vele bepakte auto's en fietsen
gaf al aardig het beeld van een vlucht en we
voelden ons een beetje meer opgejaagd. Als we
de kans kregen konden we beter naar Engeland
over steken en wie weet in Canada of Amerika
terecht komen.
Te Oostende bij de kaden aangekomen, was
er een ware paniek stemming. Bij een soort
marineschool stonden wel een 100 mariniers
uit Vlissingen. We kregen direct de hoop met
hun mee te mogen varen. Toen we het aan een
Belgische marineofficier vroegen kregen we
eigenlijk geen ja en geen nee meer. Misschien
kwam er een boot. Griep en ik gingen eens
naar de steigers van de Engelse veerboten.
Een stroom bepakte mensen stroomde naar
de loodsen. Er waren echter geen boten. Joh.
kreeg voor het loket de mededeling dat ieder
die het lukte aan boord te komen gratis mee
mocht mits er een boot kwam. Maar hierover
was geenszins zekerheid.
We wilden geen tijd verliezen, met het risico
in Oostende te moeten overnachten, met alle
kansen op bombardementen van dien. We
fietsen langs de kust verder. Toen we 's avonds
een bordje zagen met Patisserie in een zijstraat
van de plaats Westende, we besloten daar iets
te gaan eten en drinken. Het bleek een vrij
grote bakkerij te zijn. Er was een grote ruimte
ingericht als jeugdherberg welke grensde aan
de bakkersoven. De mensen nodigden ons
uit te blijven overnachten. Het was er lekker
warm en we sliepen op echte bedden, echter
wel zonder dekens. Enige andere vluchtelingen
uit Oost-België zouden de andere morgen ook