mW®> OD OD QD qd
Od OD OD
EEN ONTMOETING MET
JOHANNA LOUWERINA NIEMANTSVERDRIET - LEENHEER, GEBOREN 1 APRIL 1926 IN ROTTERDAM
na de oorlog en na de ramp van 1953 veel werk
aan de winkel was. „We woonden vlakbij de
haven in Rotterdam-Zuid. Het was een heel apart
wereldje, met veel vertier. We waren thuis met
drie kinderen." Mevrouw Niemantsverdriet ver
loor op 12-jarige leeftijd haar moeder. Op een
kwetsbare leeftijd, zo aan het begin van de
puberteit. „Mijn vader heeft daar veel onder
geleden. Hij wist niet goed, wat hij met de situ
atie aan moest en ondertussen moest zijn werk
gewoon doorgaan. We hadden bovendien een
groot huis, waar veel onderhoud aan was. Er
kwamen huishoudsters bij ons in huis, zodat
alles toch zo goed mogelijk kon verlopen. Het
was een heel gemis, maar mijn vader heeft alles
naar zijn beste vermogen opgevangen."
Mevrouw J.L. Niemantsverdriet
(foto redactie)
Ze was - vanaf september 1979 - 12 jaar burge
meester van de gemeente Westerschouwen en
de eerste vrouwelijke burgemeester in Zeeland.
Een WD-er in hart en nieren. „Ik ben recht voor
z'n raap en er zijn veel mensen, die dat waarde
ren, ook binnen de politiek."
„De liberale gedachte is me werkelijk met de
paplepel ingegoten," vertelt mevrouw
Niemantsverdriet, „bij ons thuis was er een grote
interesse in politiek en er werd voortdurend over
politiek gesproken. Ik werd door mijn vader en
later door mijn man meegenomen naar bijeen
komsten van wat eerst de Partij van de Vrijheid
heette en later de VVD. Het hoorde er gewoon
bij, dat ik meeging naar lezingen. Het kwam niet
in me op, om me daar tegen te verzetten, want
in die tijd deed je nog gewoon wat je vader en
later watje man je zei. Mijn man en ik raakten al
bevriend met elkaar, toen we nog in de stad op
school zaten, dat was in oorlogstijd. Later werd
het liefde en zijn we getrouwd."
Vader Leenheer was directeur van een bergings-
en transportbedrijf in Rotterdam. Een bedrijf met
drijvende bokken en sleepboten, waarvoor vooral
Na de HBS begon ze in 1942 aan een huishoud-
kundige-opleiding aan de Graaf Florisstraat in
Rotterdam. „Ik denk daar nog vaak aan terug,
hoe je je door die oorlogstijd heen moest slaan.
Er was overal gebrek aan, ik zat 's avonds bij een
kaarsje mijn huiswerk te maken. Je wist toen ook
nog niet hoe lang die oorlog zou gaan duren. Je
moest maar overal het beste van zien te maken.
Na de oorlog was alles om ons heen ontregelt
en kapot. Ik wilde graag studeren, maar bij het
bedrijf van mijn vader was er een berg werk te
doen. Ik moest bij hem op kantoor aan de slag,
de boekhouding doen. Mijn vader had geen rij
bewijs, hij durfde eigenlijk niet goed auto te
rijden. Hij vond, dat ik mijn rijbewijs maar moest
halen. Hij had een eigen chauffeur, maar die
begon op een gegeven moment met een eigen
bedrijfje. Zo werd ik de particulier chauffeur van
mijn vader. Eigenlijk ook manusje-van-alles en
daarbij kwam ik in een pure mannenwereld
terecht, daar heb ik later wel profijt van gehad.
Ik ging overal mee naar toe. Het was in die tijd
heel ongewoon, dat er een jonge vrouw bij
belangrijke besprekingen zat. Dat ze er boven
dien ook nog een eigen mening op nahield, dat
was helemaal nieuw. Mijn vader kreeg echter
steeds meer vertrouwen in mijn doen en laten en
zo gebeurde het steeds vaker, dat hij mij het
13