Q&it uhu Sch&wiwv-
[)udveland/uLurv
kasteelbe/uj^es hLjk. £n de
le&ps de/i/tjd/ zynna^en&e^
allebe/imes ataeaAcuven
Jen Ruiden van het bt/iejje
aan de ffenvelsuve^ (micjt
de uvecjs &fnnenkeJLfk a^.
luecj. &m
'open
Berg en voorhof aan
de Heuvelsweg
heren waren in staat om mee te gaan met
deze ontwikkeling en lieten hun mottekasteel
omtoveren tot een waar slot, opgetrokken uit
baksteen. Denk hierbij aan de Berg van Troje
te Borsele, of de burchten in Oostvoorne of
Leiden. Een kasteel op Schouwen-Duiveland
zonder voorgeschiedenis als mottekasteel is
het slot Renesse (Moermond) dat rond 1230
in opdracht van Constantijn van Zierikzee werd
gebouwd. De transformatie van een houten
naar een stenen kasteel was voor het meren
deel van de kleine landadel niet weggelegd,
waardoor hun mottekasteeltjes in onbruik
raakten. In een enkel geval werd de hoogte
nog gebruikt om een molen op te plaatsen,
maar vaak werd het complex afgebroken en
verlaten. Ooit was Schouwen-Duiveland ruim
vijftig kasteelbergjes rijk. In de loop der tijd
zijn nagenoeg alle bergjes afgegraven zoals
bijvoorbeeld gebeurde met de herverkaveling in
de jaren vijftig. Tegenwoordig resteren slechts
twee bergjes op het eiland. Dit bergje en een bij
Scharendijke.
Foto van de berg van Duivendijke tijdens de afgraving in 1919. De onderste ophogingslagen zijn duidelijk
zichtbaar. (Zeeuws Archief, Zelandia niustrata n, inv.nr. 1757e)
Het voorhof, waar zich juist het dagelijks leven
afspeelde, wordt zelden belicht. De aandacht
gaat altijd naar het bergje. Dit blijkt eens te
meer uit het feit dat alleen de berg als monu
ment wordt bestempeld (en dus is beschermd)
en niet het voorhof. Op het bergje aan de
Heuvelsweg, en met name de locatie van het
bijbehorende voorhof, wordt nader ingegaan.
De mottekastelen werden zoals gezegd in de
Middeleeuwen gebouwd door de ambachts
heren. Welke heren dit zijn geweest is door
6
een gebrek aan historische bronnen niet na te
gaan. Uit historisch onderzoek blijkt echter dat
het bergje ten noorden van Zierikzee in de 17e
en 19e eeuw ook toebehoorde aan aanzienlijke
geslachten. Zo wordt mr. Rochus Hoffer
genoemd als eigenaar van de 'burghweije' in
het Valuwebevang en had in de 19e eeuw de
familie De Jonge van Ellemeet het bergje en het
perceel ten zuiden ervan in bezit. Hoewel het
bergje zijn functie als militair complex al lange
tijd verloren had, bleef het tot ver in de 19e
eeuw in bezit van de gegoede burgerij.
Aan de voet van het bergje lag het voorhof
alwaar de boerderij, schuren en stallen van
de ambachtsheer stonden. Het kasteeltje op
de berg werd gebruikt in tijden van militaire
dreiging maar diende voornamelijk als status
symbool van de ambachtsheer. Zowel het
bergje als het voorhof was omringd door
een natte gracht en beschermd door een
houten palissade. In de nabijheid van een
aantal bergjes werd door de ambachtsheer
een kerk gesticht die als katalysator diende
voor de dorpsvorming. Dit gebeurde echter
bij veel bergjes niet, zoals het bergje aan
de Heuvelsweg, waardoor ze op den duur
geïsoleerd in het landschap kwamen te
liggen. Het voorhof werd verlaten en al snel in
gebruik genomen als akkerland, het bergje als
herinnering aan vroeger tijden achterlatend.
Aan de hand van oud kaartmateriaal kan een
eerste stap worden gezet de locatie van het
voormalige voorhof te achterhalen. Er vanuit
gaande dat het wegenpatroon van vóór de
herverkaveling van oorsprong middeleeuws is,
kunnen onregelmatigheden een indicatie geven
voor de locatie van het voorhof. Ten zuiden van
het bergje aan de Heuvelsweg buigt de weg
opmerkelijk af. Het lijkt alsof de weg om iets
heen heeft gelopen. Ten noorden en westen van
de berg loopt direct de weg, dus daar is geen
ruimte voor het voorhof. Het lijkt erop dat het
voorhof ten zuiden van de berg heeft gelegen.
Dit is te toetsen door het verrichten van een
booronderzoek, maar uit eerder onderzoek
blijkt dat het vaststellen van de locatie van
het voorhof vaak ook mogelijk is door een
oppervlaktekarting uit te voeren. Met een
oppervlaktekarting wordt het oppervlak, in dit
Schetsmatige reconstructie van een mottekasteel.
Onderaan de heuvel bevindt zich het voorhof
alwaar gewoond, gewerkt en geleefd werd.