5 Van nature treffen wij bepaalde vogelsoorten het gehele jaar in onze omgeving aan. Vogelsoorten als deze noemt men dan ook STANDVOGELSDeze soorten (huismus, merel, lijster, houtduif enz.) broeden in ons land en verplaatsen zich als regel niet ver van de broedplaats. In het winterhalfjaar komen soortgenoten uit noordelijk gelegen landen naar ons land. Hoewel deze niet_in ons land broeden, worden zij onder de STANDVOGELS gerekend. Vogels die alleen in ons land broeden en daarna naar zuidelijk gelegen landen trekken, noemt men ZOMERGASTENHieronder kunnen worden gerangschikt de zwaluwen, de koekoek, sterns, tortel en- vele soorten zangvogels. Tot de WINTERGASTEN kunnen -worden gerekend vogelsoorten die niet in ons land broeden, maar hier alleen in het v/interhalf jaar zijn waar te nemen. Dit zijn o.m. de wilde gans, de wilde zwaan, ver schillende soorten eenden en strandlopers Vogelsoorten die alleen op doortrek naar - of van het zuiden - ons land bezoeken, noemt men DOORTREKKERS. (Kraanvogels en ver schillende soorten lijsters). Ten slotte kunnen in ons land vogelsoorten worden aangetroffen die in ons land niet broeden en daar overigens ook zeldzaam zijn waar te nemen. Deze soorten noemt men DWAALGASTEN. Vogels dus die ver van hun oorspronkelijk woongebied zijn afgedwaald. Zee arenden, Sneeuwuilen enz. zijn dwaalgasten. Resumerend onderscheiden wij dus STANDVOGELS ZOMERGASTEN WINTERGASTEN DOORTREKKERS DWAALGASTEN Het moet voor de lezers, aan de hand van vorenstaande beknopte uiteenzetting, niet moeilijk zijn bij hun waarnemingen te kun nen zeggen onder welke categorie een waargenomen vogel moet wor den gerangschikt. Blijkens gegevens, ontleend aan de "Vogclgids(Uitgave Elsevier te Amsterdam), treffen wij in ons land ongeveer 2J0 vogelsoorten aan. In ons volgend nummer hopen wij een opgave "te verstrekken var- die vogelsoorten die op Schouwen-Duiveland broedend werden aan getroffen. Onze voederacties-. Nog vóór het invallen van de vorstperiode verschafte de Vogel wacht aan alle jeugdleden in Burgh, Haamstede, Renesse en Nocrd- welle oen z.g. "vetbal" om in de tuinen te worden opgehangen als voedsel voor de overwinterende, insecten etende vogels. Deze vet- ballen waren samengesteld uit verschillende zaadsoortcn welke met vet waren gemengd. Als U dit le nummer van "Sterna;i in Uw brievenbus vindt, is het voorjaar weer een stapje nader gekomen en ligt de strenge en langdurige vorstperiode in februari j.l. achter ons. Bij het strenger worden van de vorst in noord-Europa, namen veel vogels de wijk naar ons land en dit had tot gevolg dat vogel soorten in onze omgeving te zien waren: die zich slechts bij strenge winters hier laten zien. Hun komst duidde er op dat"de wateren in het noordelijk deel van Europa met ijs bedekt waren. Naarmate de vorst toenam bleef ook op Schouwen-Duiveland binnen dijks niet veel open water voor al dezo vogels meer beschikbaar. Doordat het gemaal "Flaauwers" vrijwel dagelijks enige uren in werking bleef is in de omgeving daarvan open water gebleven.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1956 | | pagina 3