3 Paapje Patrijs Pimpelmees Putter Ransuil Roek Roodborst RoodstaartJe Ringmus Rietgors Scholekster Strandplevier Slobeend Stormmeeuw Steenuil Spreeuw Spotvogel Sprinkhaanriet zange r Tapuit Tureluur Tortelduif Turkse tortel Tuinfluiter Tjiftjaf Velduil Vlaamse gaai Vink VisdiefJe Ve1dlo euwe rik Watersnip Waterhoen Wielewaal Winterkonink Je Witte kwikstaart Wulp Wilde eend Wintertaling (vorm Zanglijster Zoracrtaling (vorm.) Zilvermeeuw Zwartkoptuinfluitor Vermoedelijk broeden nog andere kleine soorten vogels in bepaalde ge- bicden van het eiland welke nog niet zijn opgemerkt. De redactie» wordt gaarne op dc hoogte gesteld indien een lid een niet in-de_ lijsjfcwermclde vogelsoort tJpodend waarneemt. 't:-_ b i zoen 1956 Hoewel wij dc leden gaarne eep zo volledig mogelijk overzicht zouden wil len geven van de resultaten van het broodseizoen 1956, noopt plaatsgebrek jO.ns^ïm meer algemene zin hierover te schrijven. 'Het v/as voornamelijk de !!Westhoek" die zich o'ok dit Jaar weer kenmerkte als een groot broedgebied van talloze vogels. Daarnaast waren ook andore meer verspreide broedplaatsen op het eiland goed bezet. Beginnen wij onze denkbeeldige tocht langs de broedplaatsen bij do Koude- kerkse inlage waarin een behoorlijk aantal kluten hebben gebroed. Er was dit seizoen nog onmiddellijk toezicht van dc hoor Quist die nog niet naar Burgh v/as verhuisd. Dc Wcstonschouwense inlagen zijn als broedgebied van voel minder belang geweest. Eerstens v/as de waterstand dermate laag dat vele sloten droog kwamen, maar bovendien word dit gebied nogal eens door ciorzoekers bezocht en heerste er niet voldoende rust. Veel broedsels zijn daar dan ook niet terecht gekomen. Hiettcmin blijven deze inlagen een belangrijke pleisterplaats voor allerhande trekvogels. In de 'domanialo duinen broedden een tot een verantwoord aantal terugge brachte zilvermeeuwen. Voorts enige paren mantelmeeuwen, stormmoouwen, visdiefJes en scholeksters. Bovendien kwam daar het broedsel van dc- brui ne kiekendief terecht. In do "Verklikkerduincn" broedden wat stormmeeuwende Grauwe kiekendief, enige paren torenvalken en ec-n behoorlijk aantal scholeksters. Ook broed de daar voor het eerst de velduil. Hot aantal wulpen in deze duinen ver toonde geen toename maar nam ook niet in aantal af, Dc nieuwe strandduintjes"herbergden een groter aantal visdiefjes, dwerg- sterns on strazidpluviertjes dan voorgaande jaren. Deze toename is ken nelijk een gevolg van het feit, dat dit gebied rustiger bleef doordat het publick daartoe geen toegang had. Ook do inkrimping van het aantal zilvermeeuwen v/as daar merkbaar. Wij hebben echter kunnen constateren dat jonge dwergsterns nog andere belagers hebben, nl. do scholeksters die wij persoonlijk een jonge stem zagen doodpikken, Dc bij het slot "Haamstede:i behorende duinen, het vliegveld en omliggen de terreinen on voorts de duinpoldons tot Rcnesse, waren goed met weide vogels bezet. Wij hebben de indruk gekregen dat het aantal kieviten een achteruitgang vertoonde maar dat wulpen, grutto s en scholeksters in gro ter aantal voorkwamen. Dit was ook het geval mot dc tureluur. Er was een duidelijke toename waar te nemen van het aantal bergeenden. Wilde eenden broedden in oen behoorlijk aantal. Echter zijn weinig slob eenden en talingen waargenomen. De beboste gedeelten van dc Westhoek" herbergden zc-cr veel zang- en an dere bosvogels. Waarschijnlijk door het koude weer, liet de nachtegaal zich sporadisch horen. Ook dc wielewaal word niet vaak gehoord. Do inlagen aan dc zuidkant van het eiland waren zeer goed met meeuwen on sterns bezet. Dit v/as ook het geval met de broedplaatsen te Zonnemairc Dc kolonie Hoordse sterns bij Plaauwers is dit jaar door zeekraalsnijders dermate verstoord dat van een mislukt broedseizoon kan worden gesproken.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1956 | | pagina 3