Zo ontstonden inlaag na inlaag, poldertjes dus waarvan de "bruikbare grond was afgenomen voor het leggen van een nieuwe dijk. Zulke stukken land noemde men "inseten", later "inlagen" (in N.Beveland "kuipen"), zijn om hun hcge waterstand een heerlijke plaats geworden voor de waad- weidevogels Yan een grcot belang voor de vogels zijn ook de "karrevelden" of "uits Zij zijn meestal ontstaan na plaatselijke doorbraken van de dijk of door verhogingen. Het lag voor de hand, dat men bij een dijkdoorbraak onmidd lijk begon het gat te dichten en de daarvoor benodigde grond zo dicht 1) haalde als mogelijk was. Op dezelfde wijze ging men te werk wanneer het dig was de dijk te verzwaren. Verhoging of verzwaring was nodig door rijzen van de zeespiegel. Men nam de grond daarvoor dan weg aan de bin zijde van de dijk en deed dit met twee-wielige karren, waardoor men de geslagen grond "karrevelden" noemde. Slechts een enkele maal, zoals geleden bij Scharendijkewordt nog wel eens een inlaag gemaakt, maar i een heel klein stukje. Na de stormramp in 1953 ontstonden er ook bij l stroomgat te Ouwerkerk, na het sluiten daarvan, enige nieuwe inlagen, Men is nu zuiniger geworden op landbouwgrond en in het algemeen neemt men de bovengrond of teelaarde niet meer weg van go6de grond, want jt dat deel wat men vroeger wegnam was "baatgevend" Tegenwoordig doet men het tegenovergestelde en tracht men de inlagen karrevelden te verbeteren, door er goede teelaarde op te brengen, zee tot schade voor de waad- en weidevogels, die daardoor een broed- en l rageplaats verliezen en daarvoor helaas elders op ons eiland geen coi pensatie vinden. P.v.Beveren. Het zoeken van eieren. "In mei, in mei, dan leggen alle vogeltjes een ei. En waar zij sitten broeien, daar zullen wij niet stoeien!" Aan deze versregels uit onze schooltijd hebben wij ook het afgelopen vi jaar weer dikwijls terug moeten denken, want hoe vaak wordt de rust o] om onze eilandelijke broedterreinen niet verstoord. Zodra de eerste kievitseieren gelegd kunnen zijn, staan er nog altijd; sonen te popelen om zich daarvan meester te maken. Zogenaamd vindt mi het een sport, naar eieren van weidevogels te zoeken. Wij zouden hier wel begrip hebben, ware het niet, dat de gevonden eieren ook worden: genomen. Het beoogde doel, het halen van eieren, ligt er dan ook wel boven op. Tot 12 april mogen in Zeeland eieren van kieviten worden gi en geraapt door de grondgebruiker, dan wel met diens schriftelijke vei ning en telkenjare blijkt dat het gilde der elerzoekers nog niet is ui sterven. Zelfs troffen wij dit voorjaar eierzoekende jeugdleden van dl gelwacht aan, die dit bedrijf - overigens wettelijk bevoegd - in gezel: van hun vader uitoefenden. In de Westhoek vergrijpt de jeugd zich nog; al te vaak aan de nestjes' zangvogels en een langs de weg of pad nestelende merel of lijster is i niet veilig. Is het broedseizoen in volle gang, dan komen de vogelfo graf en in actie. Yoor de wijze waarop zij met oneindig geduld een broei de vogel op de plaat weten te krijgen, hebben wij veel respect, al ont| ons de noodzaak van het jaar op jaar fotograferen van dezelfde vogel ten. Geen waardering hebben wij voor de z.g. "da.gf otograf en"dat zijn die voor een dagje naar Schouwen komen om daar eens vlug enige broedi vogels (kluten en sterns) te fotograferen. Wij hebben zelf geconstate dat lukraak bij een klutenest een tent werd neergezet, waarna werd af wacht tot de vogel op het nest terug zou keren. Dit gebeurde natuurl niet, omdat de op de vlucht gejaagde vogel eerst aan het bouwsel bij nest moest wennen (een kwestie van langer dan één dag!) Het resultaat was, dat de bebroede eieren te lang bloot lagen en het sel verloren ging. Het is dit voorjaar wel voorgekomen, dat in één i laag 4 schuiltenten van fotografen in gebruik waren. Andere rustvers ders zijn de zeekraalsnijders die bij dag en bij dauw naar de inlagen tr om daar hun bedrijf uit te oefenen. Zonder deze personen van eierroof betichten, staat toch wel vast, dat de broedende vogels genoodzaakt den voor lange tijd hun nest te verlaten, waardoor de eieren gevaar 1 te veel af te koelen. Een andere categorie rustverstoorders zijn de personen, die er tegenw dit een sport van maken zoveel mogelijk jonge vogels te voorzien van ring van een vogeltrekstation. Dit ringen is om later over trekgegev enz. te kunnen beschikken. In het belang van de wetenschap is dit nu werk maar een zekere coördinatie op dit gebied ware tooh wel nodig, dat uitwassen anders niet uitblijven. Er zijn gevallen,?bekend, dat per

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1960 | | pagina 4