TESTAMENT A. 291
Item geve ick den gaflhuys in Middelburg!) xx. gulden. Item
geve ick den armen gevangen in Middelburgh xii. gulden.
Item geve ick den fiecken buyten der Noortpoort van Middel-
lurch xti. gulden. Item geve ick den armen huyffitteren in
Middelburch enen halven nobel. Item geve ick der kercken van
Sinte Laurens buyten Middelburch tot barer timmeragie drie
pont groot. Item geve ick myn Prochipaep inder felver kercke
enen nobel. Item geve ick elcken Capellaen in der kercken
aldaer mit eender miflen van requiem aldaer geaaen 24. gul
den. Item geve ick elcken altaer in der kercken voerfz vier
gulden. Item geve ick onfer Vrouwen gilde boven xx. Ryns
gulden. Item geve ick onfer Vrouwen in Oefierzouburcb twin-
tich nobelen eens voor al omme te houden bernende een lam-
pe ten euwigen dagen voor onfer Vrouwen beelt opten thoren.
Item geve ick onfer Vrouwen tot Aerdenburcb oock twintich no
belen eens voor al omdaer te barnen een euwige 'lampe. Item
geve ick onfer Vrouwen te Halle oock xx. nobelen eens voor
al omme daer te barnen een euwige lampe. Item geve ick tot
onfer Vrouwen love in Duvelantte weten ter Oudcrkercketer
Nywerkerlceende in dat Oojllant elck iv. fchellingen grooten
s'jaers ende des fullen fy lefen an onfer Vrouwen hoff over
mvn (ieleMiferere mei Deuscum confaetis. Ende defe voorfz
1 v. fchellingen grooten s'jaers bewyle ick elcker kercken be-
fonder op een gemeet landts binnen haarder parochie, t'welck
gemeet lants elck van den Kerckmeefters kiefen fal binnen haer-
dtr parochie binnen den jare. Item geve ick ter Capelleri te
Viancn in Duvelant tot haerder timmeragie ende die ornamen
ten een pont grooten Vlaems. Item geve ick dat Catbuyfer
Kloolter buyten Utrechtgeheten dat Nieuroe-Licht ende dat
Catbuyfer Cloolter buyten Brugge, item dat Catbuyfer kloolter
buyten Zierickzce genaemt Sion, elck vier pont grooten s'jaers
Vlaems pavements, euwelick geduyrende tot eender pitantien
wyns. Ende des fu'.len fy alle drie voornoemde cloollcrcn,
en elck byfonder, alle dage lefen Miferere mei Deus, ende De
profundis, cum confietis naer hare maeltyt, ende elck byfon
der doen jaerlycks vier jaergetyden mit vigiliën ende negen
leifen des avonts ende des morgens fmgende nffTe van Re
quiem, ende deelen als dan den armen over myn fiele in bro
de acht fcell. grooten jaerlicx. Ende defe voerfz, x 11. pont
O 0 z bewyle
Gedeelte van de tekst van het testament van heer Adriaan van Borsselen. uit A. Matthaeus, Veteris aevi analecta, 1738.
Middelburg in de jaren zeventig van de
16e eeuw, is de kerk zwaar beschadigd.
Nadien is slechts een klein gedeelte
hersteld. Dit deel heeft nog als kerkgebouw
dienst gedaan tot 1832, toen de hervormde
kerkelijke gemeente van West-Souburg
werd samengevoegd met Oost-Souburg.
Het bouwvallige kerkgebouw is toen
afgebroken.
Voor de vestiging van de parochie Oost-
Souburg moeten we terug naar het midden
van de 13e eeuw. Bisschop Otto van
Utrecht bevestigt op 28 mei 1247 de
abdijbezittingen van de Middelburgse abt
Theobald. In dat charter wordt Subburch
(West-Souburg) - niet meer Sudburch of
Sutburch - genoemd als moederkerk van
de Zuidwatering, met de afhankelijke
kerken Subburghendyk of Catz (op Noord-
Beveland), Zinoudskerke (op Zuid-
Beveland), Vlissinghe, Commerskerke
(Nieuwerve), Oistersubburch (Oost-
Souburg) en Ritthem.
De kerk van Oost-Souburg was dus in
1247 één van de afhankelijke kerken van
West-Souburg. Vermoedelijk was het toen
echter nog niet meer dan een Mariakapel
en een overblijfsel van een klooster, dat is
verhuisd naar Middelburg. Als
stichtingsjaar van de parochie wordt
namelijk het jaar 1250 aangenomen. Dit is
het jaartal van het charter van
Theodoricus, bisschop van Verona en
apostolisch provisor van het bisdom
Utrecht, aangaande de wijding van de kerk
tot zelfstandige parochie. Dit op verzoek
van Petrus Wilhelmuszoon van Subburch,
naar alle waarschijnlijkheid ambachtsheer.
De grenzen van de nieuwe parochie Oost-
Souburg worden dan als volgt
aangegeven: 'De plaats die genaamd
wordt Sudhoeck (Zuidhoek) en al die
aldaar wonen, de hoeve waarop Helgher
woont (in de omgeving van Groot Abeele)
en de weg die oostwaarts loopt naar
Loidweghe (Loodweg); en al die wonen bij
Loidweghe naar het Oosten. Zoodat
genoemde grenzen zich nergens
westwaarts uitstrekken. Riethem en al die
aldaar wonen binnen genoemde grenzen
tot aan den dijk, zullen zijn de grenzen en
limiten der bovengenoemde kerk.'
Behalve de pastoors of cureiten waren aan
de kerk verschillende vicarissen of
kapelaans verbonden. Zij moesten hun
eigen gebied verzorgen, de vicarie of
capelanie, en kregen daarvoor op hun
beurt de inkomsten uit de landerijen in hun
gebied. De nieuwe kerk van Oost-Souburg
verkreeg in de loop der jaren twee
kapellen. Eén daarvan was de vicarie van
Sint Nicolaas. Deze houdt waarschijnlijk
verband met de vissers die in Oost-
Souburg woonden. Hij was hun
patroonheilige. De tweede is de kapel van
de Allerzaligst Moeder Maria, die in 1346 is
gesticht.
De plaats van het kerkgebouw vanaf 1250
is zonder enige twijfel dezelfde als de
huidige plaats. De kerk zelf was gewijd aan
de Heilige Maagd Maria.
Bedevaartplaats
Oost-Souburg was één van de
bedevaartplaatsen die Zeeland rijk was. In
de stompe toren, die ver boven het
geboomte uitstak, was een nis gemaakt in
één van de hoeken. In die nis stond een
beeltenis van Maria. Onder de naam 'Onze