24
zich verzetten tegen een rechtvaardig
staatsbesluit. dat hij zelf vaak had opge
steld, was hij vrij van iedere partijdigheid;
bij alle verscheidenheid van onderwerpen
en bij alle wisselvalligheden van de repu
bliek hield hij zijn stand en waardigheid
ongeschonden. Der dagen zat stierf hij
beweend en zeer gemist bij alle vaderlan
ders op 3 januari 1697 op de leeftijd van
75 jaren.
Zijn zeer bedroefde kinderen hebben (dit)
laten plaatsen 3).
De oudste zoon van de raadpensionaris
was mr. Anthonie de Huybert (1645-
1702), die zijn vader opvolgde als heer
van Burgh. Hij was raadsheer in het Hof
van Vlaanderen, later baljuw van Veere
en tenslotte lid van de Hoge Raad. In
1668 was hij in het huwelijk getreden met
de achttien lentes jonge Anna Maria
Velters (1650-1670), die net voor haar
20ste verjaardag in het kraambed kwam
te overlijden. Zij werd in de kerk van
Burgh begraven en aan haar was een
gedenksteen gewijd. Deze steen is als
gevolg van de brand in 1924 verloren
gegaan.
Johan(nes) de Huybert
De familie was deftig geworden. Uit de
epitafen zal ook wel duidelijk zijn dat de
heren en dames bepaald goed in de
pecunia zaten. Niet gaarne wilde men
herinnerd worden aan stamvader Neelle
Jans, die slechts stuurman was geweest.
Ook de familienaam De Huybert klonk
hen niet aangenaam in de oren. Men stel
de het op prijs als De Huber te worden
aangesproken 4).
Een andere zoon van de raadpensionaris
was Johan(nes) de Huybert (1652-1701),
die voor een carrière in het leger koos. Hij
werd tenslotte luitenant-generaal in dienst
van de Republiek. Zijn tweede echtgeno
te was Catharina Cornelia de Huybert,
een verre nicht. Hun beider portretten zijn
aangebracht op de epitaaf, die ter nage
dachtenis aan hen werd opgericht. Dat
we hier met een militair van doen hebben
bewijzen de oorlogsattributen aan de
onderzijde en de afgebeelde veldslag.
Ter weerszijden zijn achttien kwartierwa
pens van De Huybert en van zijn echtge
note aangebracht Blommendael was ook
van deze epitaaf de maker. Ook hier een
deftig Latijns opschrift/waarvan de ver
taling luidt:
Grafschrift van de beroemde en edelmoe
dige heer, opperbevelhebber der cavale
rie, Dr. Johannes de Huybert, Heer van
Burg en Crayestein.
Sterken brengen sterken voort.
(In zijn aderen) stroomt vermengd met
bloed DEUGD.
Zijn befaamde vader volgt hij na met gelij
ke stappen, Johannes de Huybert.
Beiden hebben vanaf hun jongelingsjaren
in verschillende staatsambten conse
quent het geloof, de vrijheid, de staat en
het vaderland in vrede en in oorlog met
adviezen, wapenfeiten en vermaarde
gezantschappen, in toga en uniform,
gene tot gevorderde ouderdom, deze tot
rijpe leeftijd, geëerd en verdedigd, zodat
alle vaderlanders zijn overlijden betreur
den. Hij sterft te Utrecht, 6 april 1701. Wij
te land, zij ter zee. Waeckt Huybert
De almachtige God zij de eer 5).
David de Huybert en zijn
schoondochter
Nadat zowel Anthonie als Johan waren
overleden werd de jongste broer David
de Huybert (1659-1719) ambachtsheer
van Burgh en Kraaienstein. Hij werd
schepen, raad en burgemeester van
Middelburg, bewindhebber van de Oost-
Indische Compagnie en raadsheer in het
Hof van Vlaanderen. Deze epitaaf, die
wat afmetingen betreft heel wat kleiner
was, werd vervaardigd door de
Antwerpenaar J.P. van Baurscheit senior.
Deze David de Huybert had slechts één
zoon, die naar zijn grootvader werd
genoemd. Deze Pieter de Huybert II (geb.
1687) volgde zijn vader op als heer van
Burgh en Kraaiestein, werd schepen van
Middelburg en bewindhebber van de
Oost-Indische Compagnie. In 1707
huwde hij met de Leidse burgemees
tersdochter Barbara Theodora van
Willigen. Zij overleed reeds op 33 jarige
leeftijd in 1719 en werd in Burgh begra
ven. Op haar epitaaf, eveneens vervaar
digd door Van Baurscheit de oude, wordt
ons verzekerd dat zij een "voornaam cie-
raad harer kunne en een uitmuntend
voorbeelt van huwelijks liefde en trouwe
geweest is".
De familie Van Hoorn
Door vererving kwam Burgh in het bezit
van de Vlissingse patriciërsfamilie Van
Hoorn. Ook leden van deze familie wer
den in deze kerk begraven. Maar zij
waren heel wat bescheidener dan hun
illustere voorvaders. De herinnering aan
hen werd levend gehouden door overi
gens zeer fraai uitgevoerde rouwborden,
die deze kerk een nog deftiger en kleurrij
ker aanzien boden. Op het eind van de
18de eeuw werden deze rouwborden uit
de kerk weggehaald. Deze hangen thans
in de Hervormde kerk van Renesse 7). De
Franse revolutionairen, die ons land in
1795 zogenaamd kwamen bevrijden,
wensten gelijkheid. Daar hoorden geen
adellijke wapens bij. Van de epitafen wer
den de wapens afgekapt. Hiervan gingen
er heel wat verloren. Een groot deel kwam
echter terecht op slot Moermond. Door
de zorgen van J. Hoogenboom, architect
in Renesse, kwamen de wapentjes weer
terug in de kerk van Burgh, waar ze in
1922 opnieuw werden bevestigd op de
epitafen. Niet wetend welk een onheil de
kerk twee jaar later zou overkomen door
dat deze een prooi werd van het vuur.
Noten:
1). Peter Don, Kunstreisboek Zeeland, Zeist 1985, p.
57.
2), B.F.W, von Bruckeri Fock en P D. de Vos,
Genealogie der uitgestorvene familie De Huybert,
Middelburg 1905; P.D. de Vos, De Vroedschap
van Zierikzee van de tweede helft der 16de eeuw
tol 1795, Middelburg 1931; Encyclopedie van
Zeeland, II, Middelburg 1982, p. 81,82
3). Deze vertaling en die van het opschrift op de
andere epitaaf werden vervaardigd door dr. C.
van der Graaf te Brouwershaven, die ik daarvoor
hartelijk dankzeg.
De teksten op de epitafen zijn opgenomen in P.C.
Bloys van Treslong Prins, Genealogische en heral
dische gedenkwaardigheden in en uit de kerken
der Provincie Zeeland, Utrecht 1919, p. 43-48
Deze teksten zijn niet geheel nauwkeurig overge
nomen.
4). F, Nagtglas, Zelandia lllustrata, Tweede deel,
Middelburg 1880, p. 203,204 Hierin ook de
opschriften op de epitafen.
5). In het grafschrift zijn citaten verwerkt uit Horatius,
Carmina IV. 4,29 en Vergilius, Aeneis, II, 724. Het
familiedevies "Waakt Huybert" heeft een parallel
in."Waak Aeneas' uit Vergilius (Aeneis, IX. 229).
Vriendelijke mededelingen van de heren dr. C.
van der Graaf en drs, N, van der Blom te
Bergschenhoek.
6) De ambachtsheerlijke grafkelder werd gevonden
na het instorten van de kap van de kerk tijdens de
brand in 1924. Daardoor ontstond een opening in
de vloer van het zuiderkruis. Voor zover kon wor
den nagegaan was deze kelder uitsluitend
bestemd geweest voor de leden van de familie
Van Hoorn. Onder meer werden aangetroffen
rood- en geelkoperen platen, die op de vergane
lijkkisten bevestigd waren geweest en die de
namen van de begraven personen bevatten.
(P.D. de Vos), Nog enkele bijzonderheden over de
kerk van Burgh, uit vroegeren en lateren tijd, in:
Zierikzeesche Nieuwsbode, 3 oktober 1924.
7). Zie voor deze rouwborden: H Uil en C Venema,
Wapenborden in de Hervormde kerk te Renesse,
in; Bulletin Stichting Oude Zeeuwse Kerken, nr.
29, november 1992, p. 9-13.
Op p. 10 van dit artikel moet in het bijschrift bij het
rouwbord van mr. Jan Cornells van Hoorn hel
sterfjaar gecorrigeerd worden in 1786, vergelijk p.
11.
Ten aanzien van het op p. 11 afgebeelde rouw
bord werd het vermoeden geuit dal het wapen
had toebehoord aan Johanna Regina van Hoorn.
Thans is met zekerheid komen vast te staan dat dit
moet zijn' Maria Elisabeth van Hoorn, geboren
Vlissingen 23 juli 1778, overleden Vlissingen 15
februari 1785, dochter van Jan Cornells van Hoorn
en Catharina Maria Isebree.
De rouwborden van de familie Van Hoorn werden
overgebracht naar slot Kraaienstein totdat dit in
1808 werd verkocht. De borden en de afgekapte
wapentjes werden daarna geborgen in slot
Moermond te Renesse
(P.D. de Vos), De grafmonumenten der familie De
Huybert in de kerk te Burgh, in Zierikzeesche
Nieuwsbode, 31 maart 1922.