4
Plattegrond van de voor protestante diensten verkleinde kerk van West-Souburg volgens de bouwtekening uit 1594
(RAZ. Archief Rekenkamer van Zeeland, RGG, mv nr. B 24642)
er kerkelijke dienaren aan te stellen Hij
vond het de taak van de Staten van
Zeeland hiervoor te zorgen. Hij wilde de
verbouwing wel voor zijn rekening nemen,
mits Gecommitteerde Raden hem de
opbrengsten uit de geestelijke goederen
van West-Souburg gunden, alsook enige
cijnzen waarmee hij als ambachtsheer
belast was. Daarmee zou hij de kosten
kunnen dekken. Want die reparatie zal
"apparentelick van groote becostinge"
zijn, wil men er eerdaags "Godes dienst
installeren ende continueren", Op 18
augustus 1581 gingen Gecommitteerde
Raden van Zeeland accoord met het
voorstel..ten eijnde die gemeijnte al-
daer niet voorder en verwoeste ende ver-
wildere" 5).
De buurgemeente Oost-Souburg had al
sinds 1578 een predikant. De
Westsouburgers gingen daar ter kerke,
tezamen met inwoners van andere omlig
gende dorpen. De Oostsouburgse predi
kant had aanvankelijk ook nog Welsinge
en Ritthem en het kasteel Zeeburg
(Rammekens) onder zijn hoede. Mede
daarom verzocht hij Gecommitteerde
Raden een schoolmeester tevens zieken
trooster te benoemen, hetgeen hem toe
gestaan werd. In 1581 werd de kerk van
Oost-Souburg verbouwd en opgeknapt6).
Rond de kerk van West-Souburg is het
dan lange tijd stil. Pas. op 14 januari 1593
slaat in de "notulen" van de Staten van
Zeeland te lezen dat de heer van Sint
Aldegonde "...heeft versocht asistentie
tottet opbouwen van de kercke van
Westersouburch, mitsgaders tottet onder
houden van eenen kerckendienaer,
schoolmeester etc., aengesien die mid
delen eertijts daer toe vergunt, zijn
bevonden van geender weerden te
wesen, immers nyet zulcx dat daer uyt
eenige reparatie zoude connen gedaen
worden". Op 7 juli 1594 werd Mamix' ver
zoek om het vrijbezit te hebben van de
tienden op zijn landen vooralsnog afge
slagen. De door hem kennelijk ten
onrechte bezeten tienden, werden vervol
gens publiekelijk verpacht.
Een week later deed Marnix een nieuwe
poging. Op 23 juli van dat jaar besloten
de Staten dan toch eens te gaan kijken in
welke staat de kerk nu eigenlijk verkeerde
en hoeveel de wederopbouw zou gaan
kosten. De kwestie van de tienden zou
ook nog eens nader bestudeerd worden.
Marnix verzocht bij het bezoek aanwezig
te mogen zijn om toelichtingen te kunnen
geven. Dit had succes. In vervolg op het
rapport van de inspectie werden er
bestekken gemaakt. De kosten werden