4 De Slag bij Sluis in 1340. Miniatuur uit de Kroniek van Jean Froissart, vijftiende eeuw. (Bibliotheque Nationale de France, MS Fr. 2643, Folio 167.) Hebreeuwse Johanan, dat 'Jahweh is gena dig' betekent. Sinds zijn jeugd woonde Johannes in de woestijn van Juda. Hij had een verwilderd uiterlijk, droeg een kleed van kamelenhaar en at sprinkhanen. Johannes trad in de woestijn op als boeteprediker en verzamel de rondom zich een groep discipelen. Zijn preken trokken veel belangstellenden. Hij werd de Doper genoemd, omdat hij de mensen wees op het Laatste Oordeel en hen perspectief op een beter leven bood, door zich te laten reinigen in het water van de rivier de Jordaan. Ook Jezus liet zich dopen. Tijdens diens doop werd aan Johannes Jezus' 'messiaanse zending' geopenbaard. Johannes wees hem dan ook aan als het Lam Gods. Na deze doop en openbaring begon Jezus aan zijn eigen missie. Rond 28 na Christus kwam Johannes in conflict met Herodes Antipas, de vorst van Galilea. Hij sprak zich uit tegen een affaire tussen Herodes en Herodias (diens nicht en tevens de vrouw van zijn broer). Herodes vreesde als gevolg van de preken voor een volksopstand tegen zijn bewind en liet Jo hannes daarom arresteren. Onder invloed van Herodias liet hij Johannes de Doper niet veel later onthoofden - volgens één lezing op wens van zijn stiefdochter Salomé. De cultus van Sint-Jan de Doper Sint-Jan de Doper was gedurende de mid deleeuwen bijzonder populair als heilige. Hij werd gezien als verkondiger in de zin van de oudtestamentische profeten, als de wegbereider van Jezus en als de bood schapper van de komst van het messiaanse rijk. Daarom kreeg hij een aparte plaats in de christelijke traditie. In de liturgie werden twee feesten aan hem gewijd: zijn geboorte (24 juni) en zijn dood door onthoofding (29 septem ber). Hij was beschermheilige van onder andere de wevers, de leerlooiers en de koetsiers. Charitatieve monniken en rid ders (de Johannieters) wijdden zich aan zijn cultus. In de loop van de middeleeuwen werden in steeds groter hoeveelheden relieken van Sint-Jan getoond. Over de authenticiteit (van bijvoorbeeld de vele Sint-Janshoof- den) werd al in de twaalfde eeuw stevig gediscussieerd. Tegenwoordig claimen nog onder andere de Nótre Dame-kathedraal te Amiens en het klooster van Saint-Jean- d'Angély het hoofd te bezitten. Ook de Sint-Baafsabdij te Gent pretendeert over een hoofd van Johannes de Doper te be schikken. In aansluiting op de uitgebreide relie kenverering ontstond een omvangrijke iconografie. Vele kerken, kapellen, vorsten, broederschappen en gilden die zijn be scherming kozen, bestelden afbeeldingen met Sint-Jan. In elke doopkerk en -kapel was het kerkbestuur bovendien volgens de Romeinse Ritus verplicht een afbeelding van de Doper aan te brengen. Vooral voor stellingen van de geboorte van Sint-Jan, de doop van Jezus en de dood door onthoof ding waren geliefd. Ook in middeleeuwse profeten- en pas siespelen, muziek en de literatuur werd het verhaal rond de dood van Johannes de Doper prominent onderwerp. Kerken van Sint-Jan In de gehele christelijke wereld zijn vele religieuze gebouwen, zoals kloosters, ka pellen, begijnhoven en kerken, gewijd aan Sint-Jan. Zowel in de oosters-orthodoxe Aert Meuris, 1621, De Slag bij Sluis, op 26 mei 1603 tussen een Zeeuwse vloot onder leiding van Joos de Moor en een Spaanse onder leiding van Federico Spinola. Sluis was toen in Spaanse handen en dat bleef het ook na deze slag. (Collectie Legermuseum Delft.)

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2019 | | pagina 4