De bewaard gebleven documenten en bouwresten geven geen aanwijzingen voor een verbouwing. Dat zou betekenen dat de kerk slechts één bouwfase kent, die van circa 1325. Dat is zeer atypisch voor kerken met een lange geschiedenis in een (voorheen) aanzienlijke stad. De torenspits was vermoedelijk aanvankelijk scherp. Later (begin zeventiende eeuw?) werd deze door slecht onderhoud of ge deeltelijke instorting uit voorzorg of door herstel vervangen door een stompe spits. Het interieur Over het interieur van de kerk is weinig bekend. Het telde een hoogaltaar, gilde- kapellen en altaren van rijke notabelen. In een schatkamer werden de kerkschat, waaronder de relikwieën bewaard. Een deel van de rijkdom van de kerk moet tussen 1578 (overgang naar de partij van Prins Willem van Oranje) en 1604 (ver overing door Prins Maurits) door plun deringen en verkoop van kerkschatten verloren zijn gegaan. De kerk telde vele graven in de vorm van tombes, grafkelders, vloerzerken en monu menten. Zij dateerden van de veertiende tot de achttiende eeuw. Ook buiten de kerk werd begraven. Ze zijn vrijwel alle door plundering (circa 1578), verplaat sing (1614, 1811-1825), ruiming (1721), verwoesting 1811of verkoop (na 1811 verloren gegaan. Meerdere delen van beschilderde graf kelders zijn door opgravingen bewaard gebleven. Twee worden tentoongesteld in het Belfort, twee worden bewaard in het Zeeuws Archeologisch Depot in Mid delburg. Van de vloerzerken, zowel van individuen, gezinnen als families, zijn verscheidene tientallen exemplaren grotendeels of frag mentarisch behouden gebleven. Enkele worden tentoongesteld in het Belfort in Sluis en het Zeeuws Museum in Middel burg. De meeste liggen op of onder het Sint-Janskerkhof. Twee eeuwen Sint-Janskerkhof (1811-heden) Na de brand: hetSint-Janskerkhof(1811 1948) Zoals eerder vermeld raakte de kerk bij re paratie aan het dak op 16 september 1811 in vlam. Binnen korte tijd brandde het ge hele gebouw af. In 1823 werden de over blijfselen van de kerk opgeruimd. Slechts een beperkt deel van de grafmonumenten en zerken bleef en dan nog zwaar bescha digd. Een aantal van de kapotte grafstenen is gebruikt als fundering bij de bouw van de nieuwe hervormde kerk aan de Lange Wolstraat. Een deel van de bakstenen, die bij de sloop van de kerk vrijkwamen, werd verkocht en is vervolgens gebruikt bij de bouw van de katholieke kerk aan de Oude Kerkstraat. Zo kregen ironisch genoeg deze middeleeuwse stenen opnieuw met een wijding volgens de katholieke traditie te maken. Het terrein van de voormalige Sint-Jans- kerk bleef onder de naam Sint-Janskerk hof tot 1948 een weiland waar her en der grafstenen boven de grond uitstaken. Er werd van gemeentewege weinig aandacht aan besteed, maar liep vanwege de geringe bevolkingsgroei van Sluis ook geen gevaar te worden geruimd. Plannen voor een stadspark 1948) Na de oorlog werden plannen opgesteld om de zwaar verwoeste stad te herbou wen. Ook werd gedacht aan herstel van de economische activiteiten, in het bijzonder winkelnering en kooptoerisme. Om de stad ook aantrekkelijk te maken voor cul tuur- en natuurtoeristen werden plannen ontwikkeld voor restauratie van enkele groenvoorzieningen. In dat kader nam een aantal vrouwelijke studenten uit Delft het initiatief voor de aanplant van bomen op de stadswallen en de aanleg van een stadspark. Wat betreft het laatste lieten zij hun oogvallen op het Sint-Janskerkhof. Vooraleer hun plannen te realiseren ver zocht het gemeentebestuur aan de pas opgerichte Rijksdienst voor het Oudheid kundig Bodemonderzoek een archeolo gisch onderzoek uit te voeren vanwege de historische waarde van het terrein. Archeologisch onderzoek 1948-1949) Het onderzoek vond, onderbroken door perioden van schorsing, plaats van juli 1948 tot en met juli 1949. De leiding berustte bij de wetenschappelijk medewer ker van de dienst, J. Ypey. Zijn onderzoek had vooral ten doel zicht te krijgen op de fundamenten en de precieze plattegrond van de kerk. Er werden negen beschil derde grafkelders opgegraven. Een aantal was tijdens de opgraving al in zo'n slechte conditie dat behoud onmogelijk bleek. Slechts een beperkt aantal kon worden gered, geconserveerd en gerestaureerd. Groenplek (1949-c. 1975) De opgraving liet het terrein van het voor malige kerkgebouw verdiept achter. Van wege de historische locatie en de vondsten besloot het stadsbestuur van Sluis na de opgraving van het Sint-Janskerkhof de plannen van de Delfste studenten aan te passen. In plaats van een stadspark met uitsluitend groen, moest het kerkhof een toeristische attractie worden voor zowel natuur- als cultuurliefhebbers. De contouren van de kerk werden daartoe aangegeven door middel van muurtjes. Basementen van zuilen in hardsteen gaven de plaats aan van de oorspronkelijke zui- Sarcofaag in de voormalige Sint-Janskerk te Sluis. (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.)

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2019 | | pagina 9