19 - -U&md&Mr, <ht. /t&Y./csW?, c/c c/tcrys> toaadt^ <xtjdse£y en veii/ete.^c/t</i/>e<ir '/rJcnysn t'w/ _^K -^M?. <S$r.Y vii.&rffc f/9? .f, c/t o/b/t metc-^ó^t/ee?2- r? r^f /H&Tf/zez/ls o/e^ffreezes /s r/eY*/ er/ff// r/ct iy^f'/?rr/è/2r/e ^/ee/r./j e/e-f Jc///^sv/s^, br}/ve/srt<//s?f/: TX GBAVENHACRby JC EUHBI. lSSf Kaart van de Lucipara-eilanden met de verblijfplaatsen van de schipbreukelingen van het stoomschip Willem 1,1837, anoniem, 1837. (Rijksmuseum Amsterdam.) Ocean U- Tent Dan dat. Gouverneur en. andere TamtLten b Ptortr Maycvcytv o Tent van drie. Paiirylen. di Luit Konirn.' der Stoomboot, c. Waterton en. Waterbak enet*. Zeilen om het. r^eiuvaJber op te. vangen. J' Kleine /uitten, g Jfaipttaah. hhh. Tenten, voor 'da Militairen i. Tent. der Muchiruten Ie. Gebouird. vlot met vent chaining ul. Eerste reddingsplan Er waren twee sloepen beschikbaar, waar van er maar een geschikt was om uit te varen. In deze sloep konden maar weinig mensen. Reeds op zondag 7 mei werd overeengekomen dat de eerste stuurman met enkele anderen naar Amboina zou varen om daar om hulp en redding te verzoeken. Vrijwel de hele dag zag men de sloep onder sterke regen en windvlagen tegen de hoge golven worstelen, zonder veel oostelijker te komen om Amboina de bereiken. Laat in de middag kwam de sloep terug en keerde de bemanning terug aan boord. Sindsdien wisselden De Stuers en Lammleth regelmatig met elkaar van gedachten over hoe ze gered zouden kun nen worden. Tweede reddingsplan De Stuers besloot om luitenant Rauws te zenden, omdat hijzelf nodig was voor de goede orde op het rif en zijn vrouw niet alleen wilde achterlaten. Om de zaak meer kans van slagen te geven werd aan de pas sagiers voorgesteld om luitenant Rauws en stuurman Müller van geld te voorzien. De Stuers droeg 300 Nederlandse gou den guldens (NLG) en 1.200 NLG aan bankpapier bij, ds. Veekmans 750 NLG aan banknoten zilver. Ook andere pas sagiers gaven een bijdrage. Mevrouw De Stuers-de Koek gaf nog een parelsnoer en enkele juwelen mee. Ook werden brieven meegegeven in de Franse en Engelse taal. De sloep stak enige dagen later onder bevel van Rauws met stuurman Müller, een stuurmansleerling, een Europese ma troos en vier inlandse roeiers, met gunstig weer de zee in. Deze keer om koers te zetten naar Timor-Dilli. Dit is de tegen gestelde richting van waar men eigenlijk naar toe wilde, maar blijkbaar achtte men de slagingskans groter. Dit zal met name te maken hebben gehad met de stroming en windrichting op de Bandazee. Op de avond van 11 mei ter hoogte van het ei land Wetter, werd de sloep door Mangan- danese roversprauwen omsingeld en wer den de opvarenden van alle bezittingen beroofd. De bemanning werd ontvoerd. De Europese bemanning werd uiteindelijk tegen losgeld vrijgelaten op 19 mei aan de monding van de Bima. De vier Javanen bleven gevangen. Ziektes en voedsel Ds. Veekmans hielp en ondersteunde De Stuers, voor zover zijn sukkelende gezond heid dit toeliet. Het ging dus duidelijk niet goed met ds. Veekmans. Overigens was ds. Veekmans niet de enige. Er heers ten verschillende niet-gevaarlijke ziektes en iedereen had wel ergens last van. Dit kwam door de verwondingen, het slechte eten en het weer. Het eten bestond veelal uit oesters, die diarree en hevige kolieken veroorzaakten. Op 14 mei overleed de eerste schipbreukeling. Het was een Ja vaanse matroos, die de eerste dagen veel geleden had door het gebrek aan zoet ^vater en niet meer op verhaal gekomen was. Op het rotsachtige koraalrif kon niemand begraven worden. Daarom werd de overledene op een plank vastgebonden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2020 | | pagina 19