6
ADOLPHE DE RIBAUCOURT
gelegd dat de machtiging voorlopig was
en in afwachting van de nader te noemen
beslissing omtrent de vestigingsplaats der te
stichten kerk en pastorij ten behoeve van de
eventueel in te stellen parochie.
De minister had een uitgesproken me
ning. Hij vond het gehucht Hansweert,
vooral vanwege het moerassig karakter
van de bodem volstrekt ongeschikt voor die
vestigingsplaatsaangezien dat gehucht te
afgelegen iseen zeer lagen en moerassige
bodem heeft, daarom gelijk de ondervin
ding leert voor de gezondheid der bewoners
door het aldaar heerschen van kwaadaardi
ge ziekten voortdurend gevaarlijk is en
ten eenenmale onbruikbare gronden voor
het aanleggen eener begraafplaats bevat.
Een nogal angstaanjagende formulering.
Volstrekt onduidelijk is waar de minister
deze wijsheden vandaan haalde. Krabben-
dijke zou beter geschikt zijn. Mogelijk was
de minister geadviseerd door de in Goes
gestationeerde ingenieur van de Water
staat voor de regio Zuid-Beveland.
Van de zijde van Gedeputeerde Staten
werd er nog een schepje bovenop gedaan.
De vraag werd gesteld of er wel voldoende
afstand was tussen de te bouwen kerk en
de begraafplaats en voldoende afstand
tussen de begraafplaats en de bebouwing
op grond van de nieuwe wet op de be
graafplaatsen.
Er ontbrandde een felle strijd over de
plaats waar de nieuwe parochie gevestigd
zou worden. Over de afloop citeren we
pastoor A. van Schijndel: Zooals dat op
vele plaatsen het geval is, was ook hier een
groote strijd over de plaats, waar de nieuwe
kerk zou gebouwd worden. Sommigen
verlangden zelfs, dat de kerk zou komen te
staan te Krabbendijke. De hemel zij geze
gend, dat dit niet gebeurd isl Men zou in
dat geval de kerk spoedig voor afbraak heb
ben kunnen verkoopen, daar er te Krabben
dijke geen katholieken hoegenaamd wonen
tenslotte werden al deze bezwaren
overwonnen, en werd Hansweert door Mgr.
definitief aangewezen als de plaats, waar
kerk en pastorie zouden moeten gebouwd
worden.
Het dubbeltje was de goede kant op geval
len.
Rooms-katholieke Kerk Onze Lieve Vrouwe Onbevlekt Ontvangen: Overzicht westgevel met
kerktoren en voorgevel pastorie. Gefotografeerd voor Monumenten In Nederland Zeeland,
bladzijde 121. (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.)
H. Maria Magdalena te Goes. De grens
tussen de beide parochies werd in het de
creet nauwkeurig aangegeven (zie bijlage
1). Op 1 mei 1868 volgde de benoeming
van een viertal kerkmeesters. Dit waren de
leden van de eerder ingestelde commissie.
Door deken Tomas werd op 9 juni 1868
pastoor Petrus Slaman als eerste pastoor
van de nieuwe parochie geïnstalleerd. Op
15 juli volgde de koninklijke erkenning
van de parochie, met vaststelling van een
Rijks-jaarwedde voor de pastoor ten be
drage van 400,-.
Gedurende enkele jaren bleef het nog
behelpen met de hulpkerk.
Het bouwproces
Het was de architect Theo Asseler, al een
aantal jaren actief in het bisdom Haarlem,
die de opdracht kreeg bestekken en teke
ningen voor de kerk en toren en voor de
pastorie te maken. De kostenraming van
de architect kwam uit op 18.000,-. De
dag van de aanbesteding was bepaald op
woensdag 17 augustus 1870.
Acht aannemers hadden ingeschreven op
De parochie geïnstitutionaliseerd
Het was bij decreet van 31 maart 1868
dat bisschop Gerardus Petrus Wilmer van
Haarlem, nadat belanghebbenden door
ons gehoord zijn, met toestemming van ons
Kathedraal Kapittel, de nieuwe parochie
afscheidde van de parochie van de
DE EERSTE STEEN IS GELEGD
DOOR GRAAF
DEN 28 Al BIL 187L
Gedenkplaat ter herinnering aan het leggen van de eerste steen. (FotoT. Lepoeter-Boes.)