Het Sint Barbarabeeld aan de Gasthuiskerk
9
Bij de restauratie van de Gasthuiskerk in 2018 is het kleine kunststofbeeldje in de
nis boven de voordeuren van de kerk verwijderd. De wens was om een zo origineel
mogelijk Sint Barbarabeeld, passend in de vorm en afmetingen van de nis, terug te
plaatsen zodat de restauratie volledig afgerond kon worden. Met dit beeld wordt
de oudheid en het historische karakter van de kerk benadrukt. In 2019 is aan twee
kunstenaars opdracht gegeven om een nieuw beeld van Sint Barbara te maken.
Op 18 januari 2020 is dit beeld geplaatst in de nis boven de voordeuren van de
Gasthuiskerk.
Sint Barbara
Het gilde van Onze Lieve Vrouwe en het
gilde van Sint Barbara zorgden op het
moment van de bouw van de Nederkerk
in 1492/1493, nu Gasthuiskerk genoemd,
voor het bestuur, de financiën en de
verzorging van de zieken in het gasthuis.
De beschermheiligen waren dan ook als
beelden duidelijk aanwezig in het gasthuis
en de Nederkerk. Hoewel met de inge
bruikname van de Nederkerk op 22 april
1590 door de protestanten de band met
de twee gilden werd verbroken, bleven het
Mariabeeld in de naald van de voordeur
en aanvankelijk ook het Sint Barbarabeeld
bewaard.
Naast schutspatronen van de gilden waren
er in de Middeleeuwen ook bescherm
heiligen en geneesheiligen die bij allerlei
plagen, ongelukken, natuurrampen,
ongemakken of gevaren werden aange
roepen door de gelovigen. Toen de kerk
in 1492/1493 werd gebouwd was deze
volksdevotie op zijn hoogtepunt. In de
Nederlanden werden ruim 180 rampen,
plagen en gevaren gedefinieerd - vari-
erend van beheksing, boze geesten en
brandgevaar tot kaalheid en stemverlies -
waarvoor een heilige om hulp kon worden
aangeroepen.
Meer dan 400 heiligen waren in die tijd
bij de gelovigen en de gilden bekend waar
een beroep op kon worden gedaan. Deze
heiligen waren mensen die door een won
der waren aangeraakt of volgens de over
leveringen zelf wonderen hadden verricht
en daardoor heilig waren verklaard. Welke
heilige bij welk gevaar, plaag of ramp werd
aangeroepen verschilde per streek. Zo was
de heilige Anna patrones van de kleer
makers in Brugge en Maastricht, terwijl
zij elders gold als beschermheilige van
binnenschippers of schrijnwerkers. Sint
Barbara wordt gerekend tot een van de
veertien helpsters in nood, specifiek tegen
de pest en in stervensnood. Op grond van
haar levensverhaal geldt zij als bescherm
ster tegen brand en bliksem en tegen een
plotselinge dood. Gelet op de doelstelling
Simon Jongepier en Jaap Minderhoud
van een van de gilden verbonden aan het
gasthuis om palliatieve zorg te verlenen
aan zieken in het gasthuis, lag het voor de
hand dat dit gilde Sint Barbara als hun
beschermheilige koos. Niet alleen gilden
gericht op stervensbegeleiding of begraven
(begrafenisondernemers en doodgravers)
maar ook gilden die in hun beroepsuitoe
fening te maken hadden met zich plotse
ling voordoende gevaarlijke situaties met
een mogelijke haestige dood tot gevolg,
hadden Sint Barbara als hun beschermhei
lige. Dit waren onder meer de artilleristen,
tunnelbouwers en mijnwerkers maar ook
brandweerlieden en dakdekkers.
Over Sint Barbara is weinig met zekerheid
bekend. Dat zij heeft bestaan, staat histo
risch vast. Het jaar van haar dood is onze
ker hoewel het jaar 306 vaak wordt ge
noemd als de datum van haar marteldood.
Wat van haar leven en sterven bekend is,
berust puur op de vele legendes die over
haar leven bestaan. Volgens deze legendes
was Barbara de dochter van rijke heiden
Dioskurus, een belangrijk persoon in
het Romeinse keizerrijk. Zij leefde waar
schijnlijk in Nicomedië wat nu de Turkse
stad Izmit is. Barbara was een jong, nobel
en beeldschoon meisje. Om haar tegen de
buitenwereld en al te opdringerige aanbid-