VISDIEFKOLONIE TERNEUZEN 1987
De visdiefkolonie bij de Middensluis te Terneuzen was ook in 1987
weer bezet.
Haar schatting hebben dit jaar zo'n 15 paar Visdieven gebroedt.
Ter vergelijking: in 1985 waren dat er ca. 50; in 1986 41.
Over deze afname van het aantal broedpaar kan slechts gegist
worden. Mogelijk is de zeer natte en koude maand mei hier debet
aan. Vel is het zo, dat in 1987 op geschikte terreinen in de buurt
hogere aantallen Visdieven tot broeden*kwamen; bijvoorbeeld in de
Nieuw-Neuzenpolder 2 werd een toename in 1987 ten opzichte van
het jaar daarvoor gekonstateerd van 145 naar 250 (P. Meininger
1987, Aantallen van enkele soorten broedvogels in het Deltagebied
in 1986; in voorbereiding 1987).
Zoals in voorgaande jaren was er voor schuilgegelegenheid gezorgd
door Rijkswaterstaat in de vorm van betonnen rioleringsbuizen.
Deze worden door de jonge vogels gebruikt bij slecht weer, vooral
als ze enkele weken oud zijn. Naast de
bekende kolonies n.l. Hooge Platen,
Saeftinghe en Nieuw-Neuzenpolder 2,
komt de soort op slechts enkele
plaatsen voor in Zeeuws-Vlaanderen.
In totaal werden in het binnenland van
Zeeuws-Vlaanderen in 1986 minder dan 10
broedpaar geteld (P Meininger 1987).
Dit geeft goed het belang aan van de
kolonie aan de Middensluis te Terneuzen.
Ve moeten dan ook beslist zuinig zijn op
onze Visdieven, waarvan het aantal lande
lijk gezien de laatste jaren gelukkig weer toeneemt.
Een andere zeldzaamheid die werd aangetroffen is de Strandplevier
Totaal werden een 4-tal broedpaar geteld. Dit is bijna 1% van de
gehele Nederlandse populatie, die op 500-700 paar wordt geschat
(SOVQN, Atlas van de Nederlandse Vogels, 1987)
Het broedbiotoop omvat terreinen als zandplaten, kiezelstranden en
opspuitterreinen. Veel van de 2 eerstgenoemde terreintypen zijn
in beslag genomen door de rekreatie, terwijl laatstgenoemde
terreinen veelal slechts tijdelijk gebruikt kunnen warden.
Het aantal broedpaar in Nederland neemt de laatste jaren af.
Ve mogen dan ook terecht blij zijn met de hier aanwezige vogels.
Door de inzet van Rijkswaterstaat en ons lid B. v/d Berg was het
jaar 1987 ondanks het minder hoge aantal Visdief toch succesvol te
noemen. Van belang is ook, dat het gebied vrij weinig verstoring
kent. Ve hopen dan ook, dat in 1988 de vogels zoveel mogelijk ge
vrijwaard blijven van verstoring. De immer zeer gewaardeerde mede
werking van Rijkswaterstaat is daarbij van vitaal belang.
Vim Visse, Herman Heijermansstraat 45, 4532 GJ Terneuzen
55