Onze gasten waren erg onder de indruk van de eerste aanblik van Saeftinghe maar ons zonk de moed in de schoenen toen we op het veek tegen de dijk onze eerste braakbal vonden. Die vogel zal wel niet voor niets op een voor hem zo ongebruikelijke plaats zijn gaan overnachten. Toch vonden we eenmaal op de slaapplaats aangekomen een vijf tiental braalbailen. Misschien zouden we die avond dan toch wat Blauwe Kiekendie ven op onze slaapplaats kunnen laten zien. Ondertussen namen we onze gasten mee naar enkele vogelrijke hoekjes van Saeting- he. De inmiddels na het jachtseizoen weer wat rustiger ganzen lieten zich goed bekij ken wat vooral op onze Franse gasten grote indruk maakte aangezien iedere gans in Frankrijk zich kan verheugen in grote belangstelling van een leger geweren. Ook waren er veel eenden en steltlopers te zien die onze vrienden niet dagelijks in zulke aantallen in de kijker kregen. Zelfs vlogen er meerdere Blauwe Kieken boven het schor. Enzag daar één van onze gasten niet een verdacht lange weidepaal? Zou dat misschien de Slechtvalk zijn die in dit deel van het schor die winter regelmatig werd gezien? Wat be ter kijken met de telescoop leverde wel een weidepaal mar geen Slechtvalk op. Dus maar gauw terug naar de slaapplaats om het aanvliegen van de Kiekendieven niet te missen. Gelukkig verschenen daar al gauw de eerste vogels. Die dag waaide het nog steeds waardoor de vogels langer dan gebruikelijk bleven rondvliegen. Kort voor zonsondergang kwamen de kiekendieven kort na elkaar snel naar de slaapplaats ge vlogen wat door de harde wind een fraai beeld opleverde van een soms als een grote groep vlinders boven het schor vliegende kiekendieven. Van fatsoenlijk tellen kon geen sprake zijn omdat de vogels alsmaar opvlogen; toch leek een recordaantal aan-, wezig. Vermeodelijk was er door het zachte weer al wat trek op gang gekomen. De enige manier om een juist beeld te krijgen va de aantallen was de volgende morgen voor het ochtendgloren aanwezig te zijn om de vogels te zien uitvliegen en ze dan te tellen. Na 's avonds nog een uitvoerige diavoorstelling van onze Engelse gast te heb ben gekregen overU raadt het al, Kiekendieven waren we de volgende morgen vroeg aanwezig. Het is zeer indrukwekkend om het langzaam licht te zien worden boven het schor. Vooral als er ook nog eens een flink aantal van die prachtiger kiekendieven voor je neus opvliegen. De telling leverde een hoog aantal op van maar liefst 31 vogels maar toch waren dit er niet zoveel als wij door het spectaculaire steeds weer opvliegen de vorige dag hadden verwacht. Daarna gingen we naar het deel van het schor waarvan we wisten dat daar die winter diverse Bruine Kiekendieven te zien zouden zijn. En inderdaad konden we deze soort die normaal zuidelijker overwintert hier goed bekijken. Om voor de Engelse coördinator het bezoek aan Zeeuws-Vlaanderen compleet te ma ken liet zich op de terugweg in de Hedwigpolder nog een Rode Wouw zien. Vooral in de winter is deze wouw zowel in ons land als in Engeland erg zeldzaam. Als laatste halte voor het weekend hadden we het Groot Eiland gepland waar zich alsnog een Slechtvalk aan ons vertoonde gezeten op een - 3 x raden! - weidepaal. Onze gasten waren erg onder de indruk gekomen en beloofden bij het afscheid snel nog een sterug te komen naar Zeeuws-Vlaanderen. André Bourgonje, Duchattelstraat 12, 2596 EL Den Haag 152

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1989 | | pagina 18