strak maalbeheer geen enkele zin. Hier lig
gen prachtige kansen voor ontwikkeling
van flora en fauna. Daartoe kan een exten
sief maaibeheer (1 a 2 maal per jaar), of
hoollandbeheer, worden toegepast. Het
maaisel moet dan afgevoerd worden De
bodem wordt dan wat schraler waardoor
veel bloemen een kans krijgen, bv. Veld
lathyrus, Agrlmonle, Knoopkruid, Mar
griet, Pastinaak, Jacobskrulskruid,
Boerenwormkruid, Gele morgenster en
Vogelwikke Op armere bodem of bij ver
dere verschraling kan bv. Reukgras, Gras
klokje, Klein streepzaad, Echt walstro,
Muizeoor, St. janskruid, Zandblauwtje, Vo
gelpootje. Knolboterbloem, Hazepootje
en Mannetjes ereprijs worden verwacht.
Op plaatsen waar speel graswelden aan
bosplantsoen grenzen is het belangrijk om
aan de randen heel extensief te maaien (1x
per 2 a 5 jaar). Daar ontstaat dan een zg.
Ruigtkruidenvegetatie, ongeveer ander
halve meter hoog en als natuurlijke over
gangszone zeer belangrijk voor veel
insekten Hier vinden ze een geschikte
overwinteringsplaats In de holle stengels
van o.a. Bereklauw, Boerenwormkruid,
Smalbladig krulskruid, St. janskruid, en
Knoopkruid.
HEESTERVAKKEN
Heestervakken worden gewoonlijk vrij van
"onkruid" gehouden, wat weinig ecolo
gisch, maar wel zeer arbeidsintensief en
dus duur is. Een overgang naar een meer
natuurvriendelijk beheer zal dus moeten
lelden tot een vermindering In oppervlakte
van dit soort borders met uitheemse hees
ters en/of een grotere tollerantle van het
"onkruid" erin.
BOSPLANTSOEN
Enkele decenla terug begon met de aan
plant van inheemse struiken in groenstro
ken een nieuwe ontwikkeling: het
bosplantsoen. Het gebruik van inheemse
soorten was een positieve ontwikkeling.
Het bosplantsoen kent echter nog vele
problemen.
Zoals uit een zeer aanbevelingswaardig
artikel van E. De Meijer (3) blijkt, wordt In
West Zeeuws Vlaanderen bosplantsoen in
steeds dezelfde mengverhoudingen aan
geplant en bestaat er dikwijls geen zinvol
Ie relatie tussen de aangeplante struiken en
de ondergroei van krulden. Zonder dit met
gegevens te kunnen staven lijkt dit beeld
me ook voor Oost Zeeuws Vlaanderen te
kloppen.
Bosplantsoen wordt in O. Z.VI. doorgaans
beheerd als hakhout. In een dicht plantver
band opgroeiend, beginnen de struiken al
snel om het licht met elkaar te concurre
ren. Hele stroken tegelijk worden dan
ineens afgezet. Het is bij zo'n regelmatige
grove Ingreep dat er zich slechts enkele
pionierplanten kunnen handhaven. Een
geleidelijker beheer, dus hier en daar een
struik terugzetten verstoort het mlcrokli
maat minder, een meer gevarieerde flora
zal ervan kunnen profiteren. Bovendien Is
79