VOGELEXCURSIE
HELLEGAT -
2 februari, 1991
door W. de Koek
We hadden het echt getroffen.
Prachtig helder weer, een beetje
vorst, een licht briesje uit het Z.O-
en. Het waren de echte vogellief
hebbers, die kwamen opdagen voor
deze excursie o.l.v. de specialist op
dit gebied Marcel Capello. Bij opko
mend tij werden de wad- en waad-
vogels opgedreven naar de kant
waar wij stonden. Kijkers en tele
scopen paraat, zodat niets ons ont
ging. Een volledige lijst van de
waargenomen vogels te geven is
niet de bedoeling. Het ging er voor
namelijk om hoe je ook zonder vo-
gelgids (boekje) de soorten kunt
herkennen. Een veldkijker en in het
bizonder een telescoop zijn prachti
ge hulpmiddelen, maar de echte vo
gelkenner herkent de soorten aan
hun gedrag, het fourageerterrein,
het silhouet en de afmetingen t.o.v.
andere soorten. En dat kwam in de
uitleg van Marcel prima naar voren.
Een ideale gelegenheid om zich
(verder) te bekwamen in de fantas
tische wereld van de vogels. Waar
om b.v. vliegen plevieren in grote
formaties, terwijl ze al zwenkend ge
heel synchroon om beurten de bo
ven- en onderkant van hun vleugels
tonen? Hoe kun je zien of b.v. de kol-
ganzen die bij ons overwinteren
een al of niet succesvol broedsei-
zoen in het noorden van de Sovjet-
Unie achter de rug hebben? Wat
doet een torenvalk als hij\zij al bid
dend boven bermen en dijken
"staat". Ziet zo'n vogel vanaf die
hoogte een muis tussen het gras?
Allemaal vragen waarop de excur
sie-leider antwoord gaf. Over het
aanbod van vogels hadden we ze
ker niet te klagen. Naast enkele
honderden wilde eenden, waren
ook bergeenden, slobeenden, pijl
staart en wintertaling aanwezig. Met
de laagstaande zon kwamen deze
vogels doorde telescoop prachtig in
beeld. Kluten, rosse gruto's, wul
pen, scholeksters, steenlopers, ze
waren er allemaal. Een schitterend
gezicht was ook de geweldige aan
tallen bonte strandlopers, die ge
heel onafhankelijk van elkaar
fourageren, terwijl ze bij het opvlie
gen direct de formatie opzoeken.
Een blauwe kiekendief-vrouwtje en
een sperwer toonden dat door hun
aanwezigheid een gezonde vogel
stand gegarandeerd wordt. De
zwakke exemplaren worden eruit
gehaald en dienen als voedsel voor
de prooivogels. Rietgorzen in win-
terkleed lieten zich op korte afstand
bewonderen, alsook kleine groep
jes oeverpiepers. Overtrekkende
kramsvogels en een grote lijster
brachten de nodige afwisseling. De
zilverplevieren bleven op het wad.
Goudplevieren trokken in kleine
vluchten over. Een enkele grote
mantelmeeuw bleef op afstand z'n
kans afwachten. Deze grote meeuw
103