OPMERKELIJKE INSEKTEN IN 1991 (1)
Dromedarisluis.
Woldopluizen.
Meidoornrozetgalmug.
door Luciën Calle
De bomenwerkgroep houdt al sinds enige
jaren bij wat voor soort organismen er in
onze streek op de bomen en struiken is aan
te treffen. De gegevens van de jaren '88,
'89, en '90 werden in verslagvorm gepubli
ceerd. Hieronder enkele opvallende zaken
die we in 1991 tegenkwamen.
Al enkele jaren kenden we deze luis van
een Bittere wilg, die groeide langs de
Otheense kreek. Deze luis is niet zo maar
een luis. Een dik lijf, hoog op de poten
staand en met opvallende bulten op de rug,
vandaar de naam. Door een microscoop
gezien worden het helemaal fantastische
schepsels, met al die kleuren en uitsteek
sels zien ze er science-fiction achtig uit.
Huiveringwekkend ook (nu is het toch vaak
heerlijk griezelen achter de microscoop).
In '89 en '90 breidde deze luis zich explo
sief uit in Zeeuws-Vlaanderen. Ze werd
veel aangetroffen op de takken van knot
wilgen. Als je zo n tak beetpakt, en er zit
een Dromedarisluis op, dan blijft er een
rode bloedvlek in je hand achter.
Ororrvzdori5lu«5
In het najaar van '90 was de luis zo alge
meen dat de handen van onze trouwe knj
ters vaak rood van het bloed zagen,
hadden we al die jaren dat er geknot wej
nog niet eerder meegemaakt. Toen kw
de stenge vorst in februari '91. En dirJ
was het gedaan met deze luizen, we he|
ben er niet één meer gezien.
Ook de Woldopluizen waren de laatste j
ren explosief toegenomen. Inmiddels zi
deze opvallende beestjes bij velen beken
Het meest valt de witte eizak op, tegen ta
ken of aan de onderkant van de bladere
De luizen zelf zijn ongelooflijk plat, ze hes
ben eigenlijk alleen een lengte en ei
breedte, geen hoogte. In jong stadium ku
nen ze kruipen en zijn ze doorzichtig.
snelle toename is in '91 plotseling gestoj
Deze luizen kwamen in '91 beduidend mis
der voor als in de voorgaande jaren. Is oo
hier de strenge vorst de oorzaak?
Nu we het toch over luizen hebben. Een
heel bijzonder gedoe namen we waar c
10 oktober. Het was een prachtige dag n
een hoge luchtdruk. We waren aan de S
Jansdijk bij Spui en keken naar een Ita
aanse populier. Op de takken en de sta
krioelde het van de bladluizen, gevleuge
en blauw-grijs van kleur. Wat opviel was di
alle luizen naar beneden toe kropen. H
lager aan de stam, des te dikker de laag lui
zen. Aan de stamvoet was de laag wel e|
kele centimeters dik. Hoeveel miljoen!
bladluizen in deze optocht meeliepen,
wat het doel van deze reis mocht zijn is crl
onbekend. Dezelfde dag namen we aan dl
Zaamslagsedijk dit verschijnsel nog een)
waar, al was het in een mindere mate
betrof het hier een Vereecken-populier.
Niet altijd zijn de weersomstandighece
van doorslaggevend belang voor de popi
latiegroote. Dat bleek bijvoorbeeld bij dl
Meidoornrozetgalmug in een strook Me
doorns langs de Otheense kreek. Een de^
van die strook was in '90 afgezet tot op dl
46