DE INSEKTEN DOE MIDDAG.
Pagina
2
door Lucien Calie
Op zaterdag 12 augustus 1995 werd op de kinderboerderij te Terneuzen een
Insekten Doe Middag georganiseerd. Aan deze middag werkten diverse
insektenspecialisten van De Steltkluut, een aantal ouders, vrijwilligers en veel
kinderen uit de jeugdgroep van de Steltkluut en de NJN (Nederlandse Jeugdbond
Voor Natuurstudie) mee. In totaal deden er zo'n 50 mensen mee. Door het prach
tige zonnige weer waren er ook heel veel insekten present, die zich "min of meer"
vrijwillig lieten onderzoeken.
De werkwijze was zo opgezet dat
iedereen, van oud naar piepjong, van
enthousiaste beginner tot deskundige,
een taak kreeg. De kinderen konden
zich heerlijk uitleven in het vangen van
de insekten. Daarvoor kregen ze
lensloeppotjes en vlindernetten. Het
enthousiasme van de kinderen
was aanstekelijk, de instructies
waren nog maar amper
gegeven, of al rennend zoch
ten ze de insekten op. De
buitgemaakte insekten-
trofeeën werden dan even later
trots op de onderzoektafel
uitgestald. Daar stond een hele
batterij aan microscopen,
tabellen en overige literatuur
voor het onderzoek gereed. De
insektenkenners hielpen dan de
overigen met het determineren van de
soorten. Als de naam van een zo'n
beestje was gevonden werd het direct
weer vrijgelaten en kon ze, zich nog
verbazend over zoveel belangstelling,
zijn vrije weg weer gaan. De namen van
de diertjes werden dan op grote vellen
geschreven, gesorteerd naar de het
biotoop waar ze gevangen werden.
Er werd in de omgeving van de
Otheense kreek, in 12 verschillende
biotopen gevangen: 1 Gesloten bos, 2
Open bos (open plekken in het bos) 3
Bosrand. 4 Boomweide, 5 Bloemarme
berm (veel gemaaid), 6 Bloemrijke
berm (weinig gemaaid), 7 Bloemarm
grasland (veel gemaaid), 8 Bietenakker,
9 Bloemrijke tuinen, 10 Kreekoever, 11
Oever Westerschelde (stenen water
kering) 12 Strand Schelpenhoekje. In
totaal werden er 56 soorten van een
naam voorzien. Een flink aantal daar
van hoefde niet te worden gevangen
omdat ze in het veld gemakkelijk
konden worden gede
termineerd. zoals alle vlinders.
De verschillende biotopen
gaven een sterk verschillend
beeld te zien, ongeveer zoals
we dat van tevoren wel hadden
verwacht. We geven hieronder
van de verschillende biotopen
de aantallen waargenomen
soorten: Gesloten bos 9, Open
bos 7, Bosrand 25, Boomweide
5. Bloemarme berm 3,
Bloemrijke berm 13, Bloemarm
grasland 6, Bietenakker 3, Bloemrijke
tuinen 7. Kreekoever 12, Oever
westerschelde 1Strand 1Het hoogste
scoorde dus de bosrand. Dit is goed
verklaarbaar omdat er hier zowel soor
ten uit het bos, als van de omringende
graslanden voorkomen. Ook een heel
opvallend verschil tussen de bloemrijke
berm (13) en de bloemarme variant (3).
Langs de Westerschelde werden weinig
insekten gevonden omdat daar op dat
moment nogal veel wind zat.
Hieronder worden de resultaten in
tabelvorm samengevat. Niet ieder
insekt kon tot op de soort worden
gedetermineerd. Dan wordt in de tabel
wel de groep vermeld waartoe de soort
behoort, Ook een indicatie van de