De Steenuil bedreigt in Zeeuwsch-Vlaanderen
3
De steenuil is een standvogel. Vanaf eind
maart, medio april vindt de eileg plaats. De leg-
selgrootte varieert van 1 tot 6 eieren. Half tot
eind mei worden de eerste jongen geboren om
vervolgens na ongeveer 5 weken het nest te
verlaten.
De steenuil komt in heel Nederland voor in sterk
wisselende aantallen. Gebieden waar de soort
nog in hoge aantallen voorkomt zijn de Gelder
se Poort, het IJsseldal, de Zuidelijke Achterhoek
en de Liemers. Dertig procent van de Neder
landse populatie houdt zich op in het rivierenge
bied (Osieck Hustings), de zogenaamde kern
gebieden. Onderzoek uitgevoerd half de jaren
negentig leert ons dat de steenuil in Nederland
sterk achteruitgaat (Osieck Hustings/Vergeer
Van Zuylen). Uit het onderzoek blijkt dat de
soort in Zeeuwsch-Vlaanderen in de periode
1940-'80 met 65 is afgenomen. Boven de
Westerschelde blijkt het aantal zelfs met 95
teruggelopen te zijn. Bovenstaande cijfers impli
ceren dat het mogelijk slecht gesteld is met de
soort in Zeeuwsch-Vlaanderen. Ik leg hierbij
met name de nadruk op "mogelijk". De kantte
kening die bij de onderzoeken naar het voorko
men van de soort in vroegere jaren dient ge
plaatst te worden is dat deze niet gebiedsdek-
kend waren. Duidelijk is wel dat er in de loop
der tijd een groot aantal geschikte biotopen zijn
verdwenen. Zo is o.a. het areaal aan knotwilgen
in de loop der jaren belangrijk afgenomen.
Een betrouwbaar beeld van het voorkomen var
de steenuil in de jaren zeventig is het gebied ter
oosten van de lijn Clinge-Hulst-Graauw. Dit ge
deelte van Zeeuwsch-Vlaanderen is destijds,
grondig onderzocht door o.a. Mare Buisse. Me:
name voor de historisch reconstructie en de
vergelijking met latere jaren zijn deze gegeven;
bijzonder waardevol. Echter vanwege de reeds
genoemde partieel gebiedsdekkende inventa
satie is het erg lastig een betrouwbaar trendver
loop van het voorkomen van de steenuil r
Zeeuwsch-Vlaanderen te kunnen vaststellen.
De in Nederland gesignaleerde achteruitgang s
reden geweest om de steenuil in de loop van de
jaren tachtig op de Rode Lijst te plaatsen. Cp
de Rode Lijst zijn vogelsoorten geplaatst d e
vanwege hun kwetsbaarheid en/of hun geringe
aantal in hun voortbestaan worden bedreigd.
De Steenuil is met een spanwijdte van 54-58
cm en een grootte van 21-23 cm het kleinste
in ons land voorkomende uiltje. In zijn alge
meenheid roepen uilen bij vele mensen
mystieke gevoelens op. Op zich kan ik mij
daar wel iets bij voorstellen. Zijn grote gele
heldere ogen en afgeplatte kop geven de
steenuil een fel en streng uiterlijk. Zoals ve
le uilen leidt de steenuil een verborgen le
venswijze. Overdag houdt hij zich op in de
holten van oude knoestige knotwilgen, oude
fruitbomen, schuren en konijnenholen, 's
Avonds als men zich in het schemerdonker
in de polder waagt horen we vanaf medio ja
nuari zijn onmiskenbare roep.
Door: Alex de Sin1
3
s
1<
i<
18