Vlinder- en Libellenexcursie in de waterwingebieden van Delta Nuts
Op zaterdag 8 juli 2000 organiseerde de in
sectenwerkgroep een vlinder- en libellenex
cursie voor onze collega's/vrienden van bo
ven de Westerschelde (van de Vlinder- en
Libellenwerkgroep Zeeland), de leden van de
Steltkluut en andere belangstellenden in het
waterwingebied van Delta Nuts in de Ge
meente Hulst.
De weerberichten waren niet best. Bewolkt
met kans op regen, 16 graden en behoorlijk
wat wind. Voor veel liefhebbers voldoende
reden om thuis te blijven.
Waterwingebied Clinge
Om elf uur werd er verzameld op de parkeer
plaats aan de Molenstraat te Clinge. Een half
uur voor vertrek kregen we een flinke regenbui,
die gelukkig maar van korte duur was. Toen we
even na elven naar de startplaats te Kapelle-
brug reden was het gelukkig opgehouden met
regenen. Om kwart over elf vertrok onze excur
sieleider Joop de Bakker met 12 deelnemers.
Vanaf de Gentsevaart te Kapellebrug, even voor
de Belgische grens, gingen we het waterwinge
bied van Clinge in.
We waren nog maar amper in dit gebied aange
komen of we kregen op sint jacobskruiskruid al
een groot aantal rupsen van de sint jabobsvlin-
der en ook de vlinder zelf te zien.
Wat verderop ontdekten we tussen wat naald
bomen drie gerande spannertjes.
Eerder dan verwacht kregen we het metaalvlin
dertje te zien. Onder de deelnemers waren ook
twee meisjes, die van Joop een netje mochten
gebruiken om wat vlinders te vangen en het
was bijzonder leuk dat zij een metaalvlindertje
konden vangen dat op zevenblad zat.
Onderweg naar het vlinderveldje kregen we veel
bruine zandoogjes, het oranje zand-oogje, de
atalanta, het zwartsprietdikkopje en het vuur
vlindertje te zien.
In een van de kanalen stonden maar liefst 162
zwanebloemen in bloei. Deze plant is in Neder
land beschermd. Bij het veldje aangekomen
mochten we getuige zijn van de aanwezigheid
van de eikepage. Op het veldje zelf kregen we
Een verslag van Eddy Taelman
de distelvlinder, het bont zandoogje, de fraai
gekleurde zuringspanner en het eerste land
kaartje van de zomer-generatie te zien.
Tussen de biezen zat nog een gewone oeverli
bel, wat steenrode heidelibellen en een groot
aantal sprinkhanen.
Inmiddels was het al kwart voor één geworden
en dus de hoogste tijd om naar de
Wildelanden te gaan.
De Wildelanden
In dit gebied is in 1998 vier hectare grond afge
graven en omgevormd tot een bijzonder natuur
gebied en het heeft zich in twee jaar tijd al ont
wikkeld tot een van de beste libellengebiedjes
van de provincie Zeeland. Toen we aangeko
men waren bij de Wildelanden was er eerst nog
gelegenheid om wat te eten en te drinken. On
der het eten kon ik (E.T.) al een landkaartje en
een zwervende pantserjuffer vangen. De zwer
vende pantserjuffer is hier voor het eerst ont
dekt door Lucien Noens op 23 juni 2000.
We waren nog maar net het gebied binnen ge
trokken toen Anton Baayens een koolmotje zag
zitten en kon vangen. Het is onze kleinste mi
grant, afkomstig uit Zuid Europa en pas vanaf
1957 wordt dit vlindertje bij de trekvlinderregi-
stratie in Nederland betrokken.
Ook in de Wildelanden zagen we veel rupsen
van de sint jacobsvlinder, de sint jacobsvlinder
zelf en ook nog drie distelvlinders. Ook werd de
rups van de witvlakvlinder gevonden. De vrouw
tjes van deze vlindersoort zijn vleugelloos.
Er vlogen ook heel wat libellensoorten, waaron
der de vuurlibel en de zwervende heidelibel. De
plasrombout, reeds eerder dit jaar in dit gebied
gezien, werd helaas niet meer waargenomen. In
een open plek tussen het hoge gras ontdekten
we een vuurlibel, een grote keizerlibel en een
zwervende heidelibel, die in rusttoestand vlak
bij elkaar zaten. Toen Ralf Joosse van deze
zeldzame kans een foto wilde maken gingen ze
er natuurlijk vandoor. Ook konden we de kleine
verschillen tussen de azuurwaterjuffer en de
watersnuffel goed bekijken.
Bij een amfibieënputje omringd door bloeiende
kattestaart en wederik ontdekten we een ijsvo-
19