KIJK!
HIER WERKEN WE AAN EEN ECOLOGISCHE BERM
Onlangs reed ik weer eens over de ring bij
Antwerpen. Hierbij vielen mij de borden in de
berm op met de tekst: Kijk! Hier werken we
aan een ecologische berm.
Wat is dat een ecologische berm, waarom zijn
ze daar zo trots op in België en hoe zit dat in
Zeeuws Vlaanderen?
Ecologische wegbermen
Wegbermen hebben een groot aantal functies,
waarvan de landschapsecologische of
natuurbehoudfunctie slechts in laatste instantie
beseft werden. Bermen zij inherent aan wegen.
De enorme oppervlakte aan wegen betekent
een even enorme versnippering van ons
landschap. Waar kleinschaligheid een positieve
impact had op biodiversiteit van het landschap,
heeft de doorsnijding met wegen veeleer een
negatieve invloed.
De negatieve invloed op tal van organismen uit
zich direct of indirect onder de vorm van
verkeersslachtoffers, verhinderen van
broedgelegenheid, verkleinen van biotoop,
verhinderen van verbreiding, verandering van
waterhuishouding, vervuiling door zouten en
zware metalen en lawaai. Wat zware metalen
betreft, zijn er in de meeste wegbermen slechts
lage of toch afnemende concentraties waar te
nemen.
Als de bermen dan toch zoveel aandacht krijgen
is dat in belangrijke mate te danken aan de
enorme oppervlakte die zij vertegenwoordigen.
Ook het besef dat natuur niet alleen in te weinig
en te kleine geïsoleerde reservaten beschermd
kan worden speelt mee. Een groot aantal
algemene soorten komen ook niet in de
reservaten ,or, maar wel in bermen. In
Nede 'a. id komen minstens 709 soorten hogere
planten en 123 soorten mossen en korstmossen
in de wegbermen voor. Voor de hogere planten
betekent dat ongeveer de helft van de
Nederlandse flora. Onder de 709 soorten komen
talrijke zeldzame soorten voor. De zeldzaamste
soorten zijn karakteristiek voor voedselarme
bodems of met verdwijnende bedreigde
biotopen, ze komen voor aan de rand van hun
DoorMarian Langeveld
areaal. In de Nederlandse bermen zijn 106
soorten of 15% van de in de bermen
aangetroffen planten bedreigd.
Van de vele duizenden potentiële
bermenbewonende diersoorten worden slechts
enkele honderden onderzocht, waarbij
zweefvliegen, bijen, spinnen en loopkevers de
hoogste aantal soorten opleveren; verder wordt
ook onderzoek gedaan naar dagvlinders, vogels,
zoogdieren, reptielen, regenwormen en slakken.
Uit de schaarse gegevens blijkt dat de waarde
van wegbermen voor ongewervelden sterk
bepaald wordt door de samenstelling en de
structuurvariatie van de vegetatie en door
gradiënten in het a-biotische milieu.
In bermen bestaande uit monotone,
aaneengesloten grasmatten komen bijvoorbeeld
slechts enkele banale soorten spinnen en
loopkevers voor, deze soorten vindt men ook
terug op intensief beheerde graslanden en
akkers.
De variatie in bermen wordt veroorzaakt door
een groot aantal factoren, waaronder
voedsel rijkdom, zuurgraad, zoutgehalte en
vochtigheid van de bodem, bermbreedte, helling
en expositie, strooiselhoeveelheid, de aard van
het achterliggende land en van het wegdek.
Zelden is een enkele factor dominant. De
verweving van meerdere van deze parameters
laat een grote variatie in flora en fauna toe.
De voedselrijkdom van de bodem hangt in
belangrijke mate af van de bodemstructuur. De
bodemstructuur kunnen we normaal vlot aflezen
van de bodemkaart, maar bij bermen gaat dit
vaak niet op. Bijna steeds wijkt de
wegbermbodem af van die van het belendende
perceel omdat de onderlinge ligging van de
bodemlagen grondig verstoord is, of niet
autochtone toplaag aangebracht werd bij het
aanleggen van de weg, of de bodem aangerijkt
is met stof dat door het verkeer in de berm
terechtkomt. De wegbermflora is in hoofdzaak
een flora van matig stikstofrijke tot stikstofrijke
bodems (36% van de soorten). Maaien en
afvoeren van de bermen leidt in wegbermen
11